19e eeuw

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

18e eeuw19e eeuw20e eeuw

1801180218031804180518061807180818091810
1811181218131814181518161817181818191820
1821182218231824182518261827182818291830
1831183218331834183518361837183818391840
1841184218431844184518461847184818491850
1851185218531854185518561857185818591860
1861186218631864186518661867186818691870
1871187218731874187518761877187818791880
1881188218831884188518861887188818891890
1891189218931894189518961897189818991900

De 19e eeuw was in de christelijke jaartelling de periode van 1801 tot en met 1900. Deze eeuw volgde op de 18e eeuw en kwam voor de 20e eeuw.

De 19e eeuw staat vooral bekend om de Industriële Revolutie en wordt daarom ook wel de IJzeren Eeuw genoemd. In 19e eeuw kwamen namelijk de fabrieken op, wat zorgde voor rijkdom, maar ook voor ongezonde werkomstandigheden. Ook staat de 19e eeuw bekend om de verschillende politieke stromingen met elk een eigen kijk op de maatschappij.

In de 19e eeuw speelde de sociale kwestie een rol, net als de democratisering. Landen moesten democratischer bestuurd worden en bovendien moest de bevolking het beter krijgen. Ook werden de landen Duitsland, België en Italië in de 19e eeuw gesticht en werd Nederland een koninkrijk. Enkele Europese landen, vooral Frankrijk en Groot-Brittannië, bouwden in deze tijd een groot koloniaal rijk op.

De Franse tijd

Wat eraan voorafging

De Franse tijd begon al met de Franse Revolutie in 1789. Het volk vond dat de koning te veel macht had. De Franse maatschappij was in drie standen verdeeld: de kerk, de adel en het burgerij. De kerk hoefde geen belasting te betalen, de adel hoefde slechts een klein bedrag aan de kerk te betalen. Het volk moest haast alle kosten dekken, maar mocht niet meebeslissen. Veel hogere burgers, zoals advocaten, artsen, hoogleraren, mensen die gestudeerd hadden, behoorden ook tot het volk en mochten ook niet stemmen. Vooral zij vonden dit heel erg. Ze maakten dan ook plannen hoe het beter kon en bespraken dit met elkaar. Ze verzamelden naast encyclopedische artikelen ook protesten en bundelden dit in een groot boek, de Encyclopédie. Toen dit boek te groot bleek te worden, is ermee gestopt.

Boven alle standen stond de koning. De Franse koning voerde oorlog, maar dit kostte een hoop geld. Hierdoor moest voor het eerst in meer dan 300 jaar een grote vergadering worden gehouden. Van elke stand mochten er 100 vertegenwoordigers komen. Het onderwerp was het verhogen van de belasting aan de staat. De kerk en de adel stemden voor, zij betaalden immers geen belasting (de adel slechts aan de kerk). Hierdoor ging het plan door. Al snel zeiden de vertegenwoordigers van de burgerij dat het niet eerlijk was. 97% van de Franse bevolking behoorde immers tot de burgerij en had maar 33% van de stemmen. De koning besloot de vertegenwoordigers van de burgerij om de vergadering uit te zetten. De burgerij begon een nieuwe vergadering, de nationale vergadering.

Frankrijk was een bom die ieder moment kon afgaan. Op 14 juli 1789 gebeurde dit ook, met de bestorming van de Bastille-gevangenis. De koning zou zijn tegenstanders daar gevangen houden, maar ook lagen er vele wapens die de patriotten konden gebruiken. Ze streden onder het motto Gelijkheid, Vrijheid en Broederschap. Vrijheid en gelijkheid was ook wat ze wilden. Ze wisten de koning te dwingen een grondwet te tekenen. Echter wilde de koning vluchten naar Oostenrijk. Op zijn vlucht werden hij en zijn vrouw echter herkend en werden later wegens landverraad onthoofd. Hierna werd de revolutie alleen maar erger en erger. Iedere man moest de revolutie trouw zweren, anders wachtte hem hetzelfde lot als de koning. Iedereen die verdacht werd zich tegen de revolutie te keren, wachtte hetzelfde lot. Zelfs de leider van de revolutie, Robespierre werd onthoofd.

Veel landen om Frankrijk waren bang dat de revolutie naar hun oversloeg, vooral Oostenrijk en Pruisen. Hierdoor verklaarden ze de oorlog aan Frankrijk, wat leidde tot de Coalitieoorlogen, wat leidde tot schade voor Frankrijk.

Napoleon en de Slag bij Waterloo

Echter was er een beroemde generaal die het tij wist te keren. Dit was Napoleon. Hij wist veel veldslagen te winnen en werd geliefd onder het Franse volk. Met een staatsgreep greep hij de macht en kroonde zichzelf tot keizer der Fransen. Er kwam een einde aan het geweld en de terreur in Frankrijk. Ondertussen was in Nederland de Bataafse Revolutie geweest. Nederland had geen stadhouder meer en werd nu de Bataafse Republiek genoemd. Echter was dit geen succes. Napoleon maakte een einde aan de republiek en maakte van de republiek Koninkrijk Holland met zijn broer als koning. Zijn broer sprak Napoleon echter vaak tegen en stapte uiteindelijk op, waarna Nederland onderdeel werd van Frankrijk. Napoleon wilde een groot keizerrijk maken dat heel Europa zou bedekken. Dit lukte ook aardig, tot dat ze in Rusland aankwamen.

De Fransen konden niet tegen de Russische winters. Daarnaast hadden de Russen alle dorpen, akkers en andere dingen platgebrand. De Fransen werden letterlijk uitgehongerd en uiteindelijk trokken ze terug. Napoleon werd verslagen in 1813 in de Slag bij Leipzig. Hij werd verbannen naar het eiland Elba. Hier leefde hij een luxe leven en het eiland was ook zijn privé-bezit. Echter besloot Napoleon het eiland te verlaten, naar de Franse kust te gaan en te voet naar Parijs te gaan om de macht te grijpen. Napoleon werd opnieuw keizer der Fransen, voor precies 100 dagen. In de beroemde Slag bij Waterloo werd hij door de Engelsen, de Nederlanders, de Pruisen en de Oostenrijkers verslagen. Napoleon werd verbannen naar Sint-Helena, een eiland waarvan je onmogelijk kon ontsnappen en waar hij uiteindelijk stierf.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=19e_eeuw&oldid=851300"