Wapen (heraldiek)

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Wapen (heraldiek)

Wapen, heraldiek of wapenschild, is een 'uitvinding' uit de late middeleeuwen. Het is een soort van embleem of logo dat is verbonden aan een familie of een andere groep bij elkaar horende mensen. Elk adellijk huis had / heeft zijn eigen wapen. Vaak zag je de gebruikte kleuren terug in de luiken en poorten van het kasteel van de familie en die van de omliggende boerderijen die tot het adellijke bezit hoorden.

Het schild of bord waarop het wapen is geschilderd noem je ook wel een blazoen. Het spreekwoord "Een kras op je blazoen krijgen" betekent dat als je iets verkeerd hebt gedaan en dat je er voor moet schamen. Je eer is beschadigd.

Traditioneel (van ouds) werd het wapen gedragen / geschilderd op het schild waarmee de ridder zich verdedigde. Trouwens, ons woord schilderen komt hier vandaan. Het wapen stond ook op de helm, het dekkleed voor het paard en mogelijk op andere herkenbare plaatsen zodat elke groep in een veldslag goed te herkennen was. Net zoals nu nog bij sportkleding, zodat je goed kunt zien bij welke club elke speler hoort.

Naast de toepassing van wapens binnen families wordt het wapenschild tegenwoordig ook vaak gebruikt als een symbool van een land, stad, gemeente, waterschap of provincie. Ook bij de onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht kom je emblemen tegen. Vaak is de bijbehorende vlag in dezelfde kleuren. Een (smalle, staande) vlag met de afbeelding van een wapen heet een banier. De vlag van een legeronderdeel heet een vaandel. De vlag van de koning met daarop zijn wapen wordt een standaard genoemd.

Geschiedenis

Deel van Tapijt van Bayeux

In de late Middeleeuwen hadden de ridders na de 11e eeuw steeds zwaardere harnassen aan. De Noormannen en Saksen die op het Tapijt van Bayeux van 1066 zijn afgebeeld, staan daarop met een open helm, zonder vizier. Hun uitgerusting had eigenlijk nog geen kleuren en zo nodig, omdat zij gemakkelijk herkenbaar waren. De op het tapijt afgebeelde schilden hadden wel versieringen maar het is niet duidelijk of dat deze kleuren aan de personen gebonden waren. Tijdens de kruistochten kwamen zware, gesloten helmen 'in de mode'. Om in de strijd te zien wie vriend en wie vijand was moest elke ridder zijn eigen teken op het wapenschild afbeelden. Deze tekens werden al snel een belangrijk symbool en vonden ook een plek op documenten, grafstenen, gevelstenen en banieren. Een eerste vorm van wat we nu een huisstijl zouden noemen.

Heraldiek

In de eerste jaren van de twaalfde eeuw ontstond er zo een cultuur rond het wapen waarvan de regels en gebruiken in de heraldiek, de kunst van de herauten, werden vastgelegd.

Deze heraldiek is puur Europees. Eigenlijk is de juiste omschrijving: de (hulp)wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoeken van de geschiedenis van de wapenschilden. Maar hierbij gaat het ook om het op de juiste manier ontwerpen van nieuwe wapens en om het op de juiste manier tekenen en het beschrijven van wapens. In Nederland wordt dit gedaan door de Hoge Raad van Adel. Althans voor de adellijke families en voor overheidswapens. Dit instituut (soort club) is officieel ingesteld om wapenschilden toe te kennen aan personen, families, instellingen en instituten in Nederland. Je kunt dus niet zomaar een eigen wapen gaan voeren. Er een bedenken mag wel. Zelfs moderne logo's van (bekende) merken moeten officieel als merk(-teken) worden vastgelegd bij het merkenregister. Naast de Hoge Raad van Adel bestaan er ook andere organisaties zoals de Friesche Raad voor de Heraldiek waar wapens worden geregistreerd (genoteerd) en gepubliceerd (uitgebracht). In Vlaanderen is het de Vlaamse Heraldische Raad die de toekenning van wapens en vlaggen aan de Vlaamse provincies en gemeenten regelt. Sinds 2000 erkent en verleent deze Raad ook wapens aan personen en instellingen. Voor de wapens van adellijke families en personen die de adelstand verleend worden in België, is echter de Raad van Adel bevoegd en die valt onder het (federale) ministerie van Buitenlandse Zaken.

Herouten

Wapenschilden werden vaak ontworpen door herauten. Een soort boodschappers van de vorst. Deze noteerden ook alle wapens in een apart wapenboek, zoals het Wapenboek Gelre (graafschap van toen, nu ongeveer Gelderland). Tijdens een oorlog moesten de herauten lijsten samenstellen van de ridders die naar het slagveld gingen, waardoor achteraf eenvoudig de omgekomen ridders geïdentificeerd (herkend) konden worden.

Familiewapen

Oorspronkelijk had elke heer of ridder een uniek eigen wapenschild. Hun zonen gingen in de late 12e eeuw hun vaders wapen, als het wapen steeds bekender en beroemder werd door de daden van pa, soms ongewijzigd ook gebruiken. Zo ontstond het familiewapen.

Stads- en andere wapens

Lakzegel van een notaris

Wapenschilden zijn maar kort alleen voor de ridderklasse geweest; al in de 13e eeuw gingen ook anderen zoals steden, gilden en sommige belangrijke burgers ze gebruiken. Ook staten kregen een wapen; daarbij werd meestal gebruik gemaakt van het wapen van de vorst. Alleen in Engeland en Schotland is het gebruiken, of beter gezegd het "voeren" van een wapenschild, aan strenge wettelijke regels gebonden. Men heeft daar toestemming van de staat nodig.

In de 12e en 13e eeuw werden wapens werkelijk als schild en dergelijke gebruikt. In de late middeleeuwen waren zij belangrijk bij toernooien van ridders. Toen deze toernooien niet meer werden gehouden ontstond er een "papieren heraldiek" waarin steeds ingewikkelder wapens werden gebruikt. De ontwerpen (tekeningen) werden ook gebruikt in de zegelring. De vorst verzegelde zijn brieven met rode lak die boven een kaars werd gesmolten en op de rand van de opgerolde brief werd gelekt. In de dan nog zachte lak, drukte hij zijn zegel. Draagt men nu een zegelring, dan hoort daar een wapen in te staan. Een zegelring met een ongegraveerde steen wordt wel minachtend een 'tegelring' of door studenten "stoeptegel" genoemd.

Wie heeft een wapen?

Er wordt wel eens gedacht dat alleen adellijke families een wapen konden hebben. Dit is niet het geval. Heel veel families hebben vanouds een wapen, maar veel familieleden weten dat niet meer. Het is trouwens niet verboden zelf een wapen te ontwerpen. Maar wil je het officieel gaan voeren (gebruiken), dan moet je het laten registreren.

Het gebeurt wel dat een familie een wapen voert dat afkomstig is van een andere familie met (bijna) dezelfde naam. Men spreekt dan van een geassumeerd (aangenomen) wapen. Dit wordt door heraldici (wetenschappers die de heraldiek onderzoeken) niet gewaardeerd.

Beschrijving van een wapen

Het beschrijven van een wapen noem je blazoenering. De juiste beschrijving van een wapen gaat als volgt:

Eerst geeft men de verdeling van het schild aan. Op een schildveld (het vlak) kunnen rechte of schuine lijnen worden geplaatst waardoor er verschillende vlakken ontstaan. 'Snijd' zo'n lijn het vlak in tweeën, dan noem je dat een hoofdverdeling.

Kleine rijkswapen van Nederland

Wordt een schildveld in meer dan twee vlakken verdeeld, dan noem je dit een herdeling.

Daarna volgt (met de klok mee) de beschrijving van het hoofdteken dan wel de hoofdtekens als er meerdere zijn.

Zo is de officiële beschrijving van het kleine rijkswapen van het Koninkrijk der Nederlanden (zie afbeelding): "In azuur (blauw), bezaaid met blokjes van goud, een leeuw van goud, gekroond met een kroon van drie bladeren en twee parelpunten van hetzelfde, getongd (de tong) en genageld (de nagels) van keel (rood), in de rechtervoorklauw opgeheven houdende in schuinlinkse stand een zwaard van zilver met gevest (handvat) van goud en in de linker- een bundel van zeven pijlen van zilver met punten van goud, de pijlen tezamen gebonden met een lint mede van goud."

Heraldische kleuren

Zoals je hiervoor hebt kunnen lezen worden bij de omschrijving van een wapen heraldische namen gebruikt voor de kleuren en metalen. Bovendien kan elke kleur een symbolische betekenis hebben, maar die zijn verschillend per tijdperk, land of persoon.

Met de komst van het drukwerk, was het drukken in kleur lastig en duur. Om de wapens in zwart-wit af te kunnen drukken maakte men rond 1638 afspraken voor arceringen (lijntjes en puntjes) die een bepaalde kleur uitbeelden. Ook in zegels werden deze arceringen wel gebruikt.

Basiskleuren

De benamingen en betekenissen voor de kleuren (met bijbehorende arceringen) zijn:

  • Keel = rood. Staat voor moed, opoffering. De naam keel heeft te maken met de bek van een dier.
  • Azuur of lazuur = blauw. Staat voor wetenschap, waarheid. Dit komt van het Arabische miniraal Lapis lazuli, wat nog altijd heel duur is als kleurstof.
  • Sinopel of Vert = groen. Staat voor mildheid, hoop. Sinope is ook een stad in klein Azië, een stad wat beroemd was om de kleurstoffen.
  • Sabel = zwart. Staat voor gevaar, kracht. Denk aan bijvoorbeeld duistere krachten, zoals die bij een heks horen. Het verwijst ook naar de vacht van een sabelmarter.
  • Purper = paars. Staat voor waardigheid. Vaak ook een kleur van de kerk. Deze kleur is een dure kleurstof, bekend uit de oudheid.
  • Oranje = oranje.
  • Bruin = bruin.

Metalen

De benamingen en betekenissen voor de metalen zijn:

  • Goud of geel goud of or. Staat voor wijsheid, rijkdom. Or komt van het Latijnse aurum (Au). Geel zelf bestaat eigenlijk niet ​​in de heraldiek.
  • Zilver of wit zilver of argent. Staat voor trouw. Wit staat ook vaak voor onschuld. Argent is afgeleid van het Latijnse argentum (Ag). Zilververf kan na verloop van tijd grijzer worden.

Andere kleuren

Andere kleuren worden vrijwel niet gebruikt, als er personen, dieren of voorwerpen worden weergegeven in het schild, en de kleur ervan is niet één van de kleurcodes, maar de waarheidsgetrouwe kleur, noemt men die "van zijn/haar natuurlijke kleur". Twee andere kleuren werden uiteindelijk erkend (goedgekeurd) door de meeste heraldische instellingen: sanguinisch of murrey (bloedrood), een donkerrode of moerbeikleur en tenné, een oranje of donkergele tot bruinachtige kleur. Deze werden door enkele van de meer invloedrijke heraldische schrijvers "vlekken" genoemd. Hierbij wordt gedacht aan een soort van oneer van de kant van de drager; maar in feite is er geen bewijs dat ze ooit zo werden gebruikt en ze zijn waarschijnlijk ontstaan ​​als variaties van bestaande kleuren.

Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander met koningsmantel, april 2013

Bont of pels

Het gebruik van heraldisch bont naast de metalen en kleuren dateert uit het begin van de heraldische kunst. In deze vroegste periode waren er slechts twee pelzen, hermelijn en vair. Hermelijn vertegenwoordigt de vacht van de hermelijn, een soort wezel in zijn witte winterjas. Vair staat voor de winterjas van de rode eekhoorn, die van boven blauwgrijs en van onder wit is. Deze pelzen werden vaak gebruikt om de mantels en gewaden van de adel te maken. Denk aan de kroningsmantel, die de koning of keizer draagt bij de inhuldiging. Zowel hermelijn als vair lijken een combinatie van metaal en kleur te zijn, maar in de heraldische afspraken worden ze gezien als een aparte 'kleur' die geen metaal en geen kleur is. In de loop van de tijd zijn er verschillende variaties van hermelijn en vair verschenen, samen met drie extra vachten die typisch worden aangetroffen in de Europese heraldiek, bekend als plumeté, papelonné en kürsch. De oorsprong ervan is geheimzinnig, maar die begon waarschijnlijk als variaties van vair.

Links of rechts

Kijkend vanuit de drager (D) van het wapenschild

Verder is van belang dat als er in een beschrijving gesproken wordt over de linker- of rechterzijde van het schild, of dat bijvoorbeeld een dier naar links of rechts kijkt, dit gezien moet worden alsof je zelf achter het schild staat. Dus net zoals je je eigen rechter hand zelf ook aan de rechter kant ziet. Voor alle duidelijkheid zegt men ook wel heraldisch links en heraldisch rechts. De wapendieren op de meeste wapens, waaronder de leeuwen van het Nederlandse en Belgische wapen kijken dan ook naar de (heraldische) rechterkant van het schild.

Er is een goede reden waarom dieren naar rechts kijken. Een rechtshandige ridder draagt zijn speer in de rechterhand en het schild in de linkerhand. Vaak hangt het schild aan de linkerkant van zijn lichaam. Het dier op het schild kijkt dan in dezelfde richting als de ridder. In de middeleeuwse heraldiek was het gebruikelijk dat een leeuw steeds naar rechts keek maar bij een zogeheten bastaard (kind verwekt bij een andere vrouw) kon het wapen in spiegelbeeld worden afgebeeld en vervolgens aan die bastaard worden verleend (dat die de omgekeerde versie mocht gebruiken). Dit laatste is lang niet overal een regel geweest.

Toch kan je hieruit concluderen dat een linkshandige ridder een schild nodig had waarop het dier naar links keek, en dat was inderdaad het geval. Tegenwoordig lijkt dit niet meer van toepassing te zijn, omdat er geen toernooien meer worden gehouden en wapenschilden alleen als ornamenten (versieringen) dienen.

Toch zijn er situaties waarin hiermee rekening gehouden moet worden. Bijvoorbeeld als een wapen op een (vracht)auto moet worden afgebeeld. Staat er een heraldisch dier aan de rechterkant van een auto, dan behoort die afbeelding in de regel 'omgewend' te zijn, zodat het dier naar de voorkant van de auto kijkt.

Worden twee wapenschilden naast elkaar afgebeeld, bijvoorbeeld de wapens van een echtpaar, dan zorgt men ervoor dat de wapens elkaar aankijken. Dat zie je ook vaak bij twee schilderijen gemaakt van een echtpaar. Daar kijken de afgebeelde man en vrouw ook naar elkaar.

Heroutstukken

Heroutstukken: 1. gepaald, 2. gebalkt, 3. geschaakt, 4. geschuind, 5. gekeperd of chevron, 6. schildzoom, 7. schildkruis en 8. spitsgeruit

Naast de hoofdverdelingen en herdelingen heb je de zogeheten heroutstukken. Hierbij kun je denken aan een staande of liggende balk, een balk in V-vorm, gekruiste balken, schuine balken, een Y-vormige balk, een kleiner schild in een schild en de schildhoek (een hoek van het schild in een andere kleur).

Elk van deze heroutstukken kunnen een verschillende rand hebben zoals een golfrand, een gekartelde rand of een rand die gescheurd lijkt te zijn.

Verder kun je één of meerdere figuren hebben als bollen, ringen, blokjes en ruiten.

Gewone wapenfiguren

Op wapens kom je allerlei andere figuren tegen. Dat kunnen zijn:

  1. Natuurlijke figuren, zoals een mens, (viervoetige) dieren zoals de leeuw, vogels, vissen, bomen, planten en bloemen, edelstenen en hemellichamen.
  2. Kunstmatige figuren als kledingstukken, kronen, spullen uit huis, gereedschappen, muziekinstrumenten, wapens, gebouwen, vaar- en voertuigen en letters.
  3. Fantasie figuren als fabeldieren (eenhoorn, draak, zeemeermin en dergelijke) of sprookjesfiguren.

Waar het figuur staat op het wapenschild heeft ook weer aparte namen: bijvoorbeeld in het hart (in het middelpunt) of op de hoofdplaats (boven in het schild).

Bijstukken

Onderdelen van een wapen met bijstukken: 1. Motto of wapenspreuk, 2. grond, 3. ordeteken, 4. schildhouder, 5. schild, 6. roer of helm, 7. dekkleden, 8. fout of wrong, 9. rangkroon, 10. helmteken

Behalve het belangrijkste deel; het schild, heb je daar omheen vaak bijstukken. Dit kunnen één of meer helmen zijn, zogeheten helmtekens (een veer, een pluim of een vleugel), een kroon, een soort kleden, hoeden, krullen, kwastjes, aan elke kant een natuurlijk figuur die het schild vasthouden en een soort lint met daarop een wapenspreuk.

Wil je nog meer vaktermen van de heraldiek onderzoeken, dan kun je terecht op Wikipedia: Lijst van vaktermen in de heraldiek.

De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van Wikipedia.

De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Wapen_(heraldiek)&oldid=819715"