Paardensport

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.

Paardensport kent verschillende disciplines (takken). Paardensport is een sport waarbij paarden een hoofdbestanddeel van de sport zijn. Dit neemt meestal de vorm aan van de ruiter die op de rug van het paard zit, of de paarden die een soort door paarden getrokken voertuig trekken.

Soorten paardensport

  • Gecombineerd rijden
  • Dressuur
  • Dzhigitovka
  • Uithoudingsvermogen
  • Evenementen
  • Para-paardensport
  • Reining
  • Springen

Racen

Bij het racen is het belangrijk om zo snel mogelijk over de finish te komen. De ruiters worden jockeys genoemd en deze hebben erg korte beugels. In Engeland is deze sport erg populair, maar in Nederland is dit wat minder. Jockeys zijn vaak een klein en licht, zodat ze hun paard minder hinderen en dus harder kunnen. Deze vorm van paardenrace wordt ook wel Derby genoemd.

Dressuur

Als mens is het belangrijk dat we fit en sterk zijn en een goede conditie hebben. Als je hieraan wilt werken, ga je naar de sportschool of naar gymnastiek. Daar doe je oefeningen om soepel en sterk te worden en train je om je conditie te verbeteren. Dat betekent dat je langer achter elkaar kunt sporten. Een paard kan natuurlijk niet naar de sportschool, maar het is voor paarden net zo belangrijk om fit, soepel en sterk te zijn als dat het voor mensen is. Dressuur is dus eigenlijk de sportschool voor het paard.

Ook oefen je tijdens het dressuur rijden het samenwerken met je paard. Het paard moet goed begrijpen wat hij moet doen en ook braaf doen wat de ruiter zegt. De ruiter moet netjes zitten en het paard duidelijke signalen geven. Dat is niet zo eenvoudig als het misschien lijkt. Om aan het paard duidelijk te maken wat hij moet doen, geeft de ruiter het paard hulpen. Dit zijn signalen die het paard begrijpt en waardoor hij weet wat hij moet doen. Die hulpen moet een paard eerst wel leren begrijpen, want paarden spreken geen mensentaal. Tijdens een dressuurtraining besteedt een ruiter dus ook veel tijd aan het uitleggen wat een hulp betekent. Dit gaat hetzelfde wanneer een hond gaat leren een poot te geven. Een hond snapt in het begin natuurlijk niet wat het woord poot betekent. Door het veel te herhalen en te belonen, snapt een hond of een paard dat hij het goed doet.

Rijbaanrijden

Als een ruiter dressuur gaat rijden dan rijdt hij of zij meestal in een rijbaan. Dit is een egaal stuk zand met een hek er omheen. Meestal is een rijbaan 20 meter breed en 40 meter lang, maar er komen ook rijbanen voor van 60 meter lang. Daarin rijden ruiters die al een hoog niveau hebben. In die rijbaan kunnen ruiter met hun paard allerlei figuren rijden, zoals grote rondjes, dit noem je voltes. Maar ook diagonale lijnen en allerlei bochtjes. Zo oefenen ruiters en paarden om goed naar elkaar te luisteren en samen te werken, maar het helpt ook om het paard soepeler te maken. Als een paard een volte loopt, dan moet hij zijn lichaam buigen. Bij een kleine volte moet hij meer buigen dan bij een grote volte. Als een paard eerst linksom door de rijbaan rijdt en dan (bijvoorbeeld via een schuine lijn) rechtsom gaat rijden dan noem je dat van hand veranderen. Dat is ook een goede oefening om een paard soepeler te maken.

uitgestrekte draf

Het is natuurlijk ook belangrijk dat je paard goed luistert als je wilt stoppen of harder wilt gaan. Dit oefent de ruiter door met het paard overgangen te rijden. Bijvoorbeeld door vanuit de stap naar de draf te gaan, maar ook van de draf weer naar de stap. Het paard moet dan goed opletten en precies doen wat de ruiter zegt. Zulke overgangen zijn ook nog eens hard werken voor de spieren van het paard omdat hij hard moet afzetten, dus door veel overgangen te maken word het paard steeds sterker.

De ruiter kan ook verschillende snelheden rijden in een gang. Een paard kan heel langzaam draven maar ook heel hard. Het gewone tempo waarop een paard draaft (maar in stap of galop werkt dat hetzelfde) noem je de arbeidsdraf. Als het paard langzamer draaft en kleinere pasjes maakt noem je dat een verzamelde draf en een draf waarin het paard grote stappen zet en veel harder gaat, noem je middendraf of uitgestrekte draf. Door soms langzaam te gaan en soms juist harder, traint de ruiter het paard weer om goed op te letten en braaf te luisteren. Dit schakelen (harder of langzamer gaan in een gang) maakt het paard ook sterker. Paarden die al heel goed getraint zijn kunnen hun draf zo ver verzamelen (kleine pasjes maken) dat ze op één plek blijven staan. Dat noem je de Piaffe. Dit kost heel veel kracht en is heel lastig voor een paard.

Zijgangen

Er zijn ook allerlei oefeningen waarbij het paard zijwaarts gaat en de benen moet kruisen. Dit lijkt heel erg op rekken en strekken wat mensen vaak doen. Daar worden je spieren soepel en los van en dat is bij een paard precies hetzelfde. Het is voor ruiters best lastig om het paard zijwaarts te laten gaan, maar het is wel heel erg goed voor het lichaam van het paard.

Dressuurwedstrijden

een dressuurwedstrijd

Je kunt ook meedoen aan dressuurwedstrijden. Je rijdt dan een proef. Dit is een soort uitgeschreven dans met allerlei oefeningen achter elkaar. Elke ruiter wordt ingedeeld in een klasse, zodat iedereen tegen andere ruiters en paarden rijdt die hetzelfde niveau hebben. Voor elk niveau zijn er andere proeven. Hoe beter je wordt, hoe lastiger de proeven worden, doordat er lastigere oefeningen in worden gevraagd. Je kunt de proef uit je hoofd leren als je een dressuurwedstrijd gaat rijden, maar de meeste ruiters nemen iemand mee die de proef voorleest. Alle ruiters krijgen een kort moment in de rijbaan om de proef te doen. Daar zit dan een jury naar te kijken die alle onderdelen van de proef een cijfer geeft op een protocol. Als een ruiter de beste is van alle mensen uit zijn of haar klasse, dan wint hij. Maar winnen is bij dressuurwedstrijden niet zo belangrijk als je denkt. Wanneer je genoeg goede cijfers hebt gekregen van de jury, dan krijg je een winstpunt of misschien wel twee. Die winstpunten maken dat je een klasse hoger mag.

De eerste klasse waarin ruiters rijden die net begonnen zijn met dressuur rijden heet de BB. Je rijdt dan voor spek en bonen en krijgt geen winstpunten. In deze klasse kun je oefenen met op wedstrijd gaan. Sommige paarden kunnen het spannend vinden om op een andere plek een proef te rijden, dus dan kan het slim zijn om even voor spek en bonen te oefenen. Ruiters kunnen natuurlijk ook zenuwachtig zijn.

Als je voor het echie een dressuurwedstrijd gaat rijden, dan rijdt je in de klasse B (van Basis). Wanneer je 10 winstpunten hebt in de B mag je maar de L1. De L staat voor Licht. Daarin moet je eerst weer 10 winstpunten verdienen en dan mag je naar de L2. Vervolgens komt de M van Middel en die bestaat uit M1 en M2. Al het je lukt om ook 10 winstpunten in de M1 en M2 te halen dan mag je in het Z1 starten. Daarna komt de Z2. De Z staat voor Zwaar. Er bestaat ook nog de zeer zwaar: ZZ. Als je ook dat gehaald hebt, dan rijd je grand prix. Dat bestaat ook uit verschillende niveaus, maar die rijden allemaal proeven die op elkaar lijken. De jury wordt natuurlijk wel steeds strenger.

Bekende dressuurruiters zijn:

Anky van Grunsven.

Edward Gal

Charlotte Dujardin

Springen

Springruiter Sandro Halank (2018)

In een springwedstrijd is het de bedoeling om zo snel mogelijk een parcours met hindernissen te springen, zonder dat je een balk eraf gooit. Naarmate het niveau hoger wordt, worden de parcoursen moeilijker en de hindernissen hoger. Het vergt dus veel tijd en training. Degene wie de snelste tijd heeft, en geen balken om gooit gaat naar de barrage. Degene die daar foutloos en het snelste is, wint de wedstrijd. Je kunt ook strafpunten krijgen, bijvoorbeeld als je paard weigert voor de hindernis of de balk aantikt met zijn been waardoor de balk op de grond valt.

Cross country

Bij cross country springt het paard net zoals bij springen over hindernissen. Maar het grootste verschil zit bij de hindernissen, bij dit soort paardrijden springt het paard over onder andere hooibalen en hekjes. Dit zijn enge hindernissen voor het paard, dus hier schrikken ze rapper van. Hierdoor zijn deze zulke onderdelen gevaarlijker.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Paardensport&oldid=769396"