De doge-ring van Venetië
De doge-ring van Venetië is een boek geschreven door Thea Beckman. Het is verschenen in 1994 en is eervol vermeld door de Kinderjury.
het verhaal
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal. Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt! |
Het boek gaat over Thomas, een novice (een soort proef-monnik) uit een arm klooster op de grens van de Kempen en de Haspengouw (ongeveer de grens van Limburg (Nederland) en Vlaanderen). Hij woonde eerst in Tongeren maar toen zijn ouders stierven deed z'n oom hem in een klooster. Het is op dat moment 1300. Over drie jaar is het heilige jaar 1400 en de paus zal dan een jubeljaar uitroepen. Dat betekent dat de mensen naar Rome mogen gaan en dat dan al hun zonden worden vergeven. Ook veel mensen zouden langs het klooster van Thomas trekken maar niemand zou zich dat oude, vervallen klooster herinneren. Daarom heeft het klooster iets nodig: Een relikwie. Een overblijfsel van een heilige. Thomas wordt samen met broeder Matthias (een monnik met een duister verleden) naar Venetië (in die tijd waarschijnlijk de machtigste stad ter wereld) gestuurd om daar een kostbaar relikwie te kopen. Op twee ezels, Samson en Dalila vertrekken de monnik en de simpele novice op reis naar een gigantische stad. Onderweg komen ze veel problemen tegen waarvan de koppige Dalila niet de minste is. Onderweg merken ze ook dat monniken worden geminacht en dat er een beschamend schandaal in de Kerk bezig is. Als Matthias en Thomas over de Alpen trekken gaan ze mee met een handelskonvooi. Als een kar in een ravijn valt en de jonge edelman Barthold von Freising en Thomas die kar gaan kijken breekt het touw van Barthold en hij is stervende. Thomas vergeeft hem zijn zonden (dat moest in die tijd voordat je dood ging anders kon je niet in de hemel komen) terwijl hij dat niet mag. Hij blijft zich hier nog lang schuldig over voelen totdat hij het opbiecht aan een monnik (niet Matthias) en het hem vergeven wordt. Als ze aankomen in Venetië is Thomas overdonderd door de drukke stad, misschien in die tijd wel de machtigste ter wereld! Ze vinden onderdak bij het klooster I Frari en vanuit daar begint hun zoektocht naar een kostbaar relikwie. En ja hoor, ze vinden er een. Het schedel van Santa Juliana om precies te zijn. Intussen kijkt Thomas zijn ogen uit naar de San Marco, het Arsenaal (het werf van Venetië) en de Franse ridders die verslagen zijn bij de Slag bij Nicopolis en die in Venetië moeten wachten tot hun losgeld is betaald. Intussen zit hij nog steeds te tobben, hij komt een vrolijk meisje tegen met een vader die familie is van de doge. Het scheelt niet veel of Thomas wordt verliefd en hij vraagt zich af of hij wel monnik wil worden in dat kleine klooster in het noorden. Als Lucia (het meisje) niet meer verschijnt weet hij het ook niet meer. Dan gebeurt er iets heel ergs; Thomas vind de doge-ring van Venetië in een vissenmaag. Dit is slecht nieuws. Elke Pinksteren gooide de doge in die tijd een ring in de zee om het verbond van Venetië met de zee te laten zien. Als die ring terugkwam zou een ramp Venetië teisteren. Toeval of niet, de volgende dag breekt de Zwarte Dood in Venetië uit en Thomas wordt als schuldige aangewezen. Hij duikt onder in I Frari en hij vlucht samen met broeder Matthias weer terug naar het klooster in het noorden, mét schedel, dat wel. Thomas denkt aan Venetië en hij denkt: Dat is toch geen goede stad voor mij. Hij komt terug in het klooster en daar zal hij proberen door veel studeren en leren, ooit zo machtig te worden dat hij naar Lucia terug kan.