Frans-Duitse Oorlog 1870-71

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De Pruisische kroonprins Friedrich Wilhelm en zijn staf bewijzen de laatste eer aan de gesneuvelde Franse generaal Douay na de Slag bij Wissembourg, 4 augustus 1870

De Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) was een grote oorlog tussen Frankrijk en een aantal Duitse staten. Frankrijk wilde alleenheerser worden in Europa; het Duitse doel was de Duitse eenwording. De Frans-Duitse Oorlog was een belangrijke oorzaak van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, enkele tientallen jaren later.

Frankrijk

De Franse dictator Napoleon Bonaparte heerste tot 1815 over grote delen van Europa totdat hij vernietigend werd verslagen en naar een onbewoond eilandje werd verbannen. Hoewel Europa afschuwelijk had geleden onder de Franse dictatuur werd in Frankrijk het tijdperk van Napoleon verheerlijkt. Er werd gehoopt op herleving van de grote tijden van weleer. Een neef van Napoleon wist wat er leefde onder de bevolking en speelde daarop handig in. In 1848 werd hij president van Frankrijk en in 1852 liet hij zich als Napoleon III tot "keizer der Fransen" kronen. Zijn politiek was er daarna voortdurend op gericht, de invloed van Frankrijk in Europa te vergroten.

Duitsland

Ook Duitsland was bezig zich weer op de kaart van Europa te zetten. Duitsland (het Heilige Roomse (Duitse) Rijk) was als staat in 1806 tijdens de dictatuur van Napoleon opgeheven en bestond nog slechts als geografische eenheid. Het was een los verband van allerlei staten en staatjes. Het koninkrijk Pruisen en het keizerrijk Oostenrijk hoorden er alle twee voor een deel bij, maar Oostenrijk had er het meest te zeggen.

Bismarck

Dat laatste zinde de Pruisische minister-president Otto von Bismarck helemaal niet. Hij wilde een herenigd Duitsland onder Pruisische leiding. In 1864 voerden Pruisen en Oostenrijk gezamenlijk oorlog tegen Denemarken, maar ze kregen ruzie over de verdeling van de buit, zodat de Duitse Oorlog uitbrak tussen Pruisen en Oostenrijk (1866). Die oorlog werd in Pruisisch voordeel beslist. Nu ontstond de Noord-Duitse Bond (waartoe Pruisen in zijn geheel behoorde) als eerste stap in de richting van het door Bismarck gewenste nieuwe Duitsland.

Troonopvolgingskwestie en oorlogsverklaring

Maar Bismarck wist dat er meer nodig was om de bevolking enthousiast te maken voor een nieuwe Duitse eenheidsstaat: een grote oorlog waaruit Duitsland zegevierend tevoorschijn zou komen. Die gelegenheid deed zich al snel voor. Met Frankrijk was onenigheid ontstaan over de mogelijke aanspraken van een Pruisische prins op de Spaanse troon. Een persbericht daarover werd door Bismarck op zo'n manier geschreven, dat de Franse keizer (die zich toch al ergerde aan de Pruisische militaire successen) zich beledigd voelde. De pers bespeelde vervolgens met succes de sentimenten onder de bevolking in beide landen en op 19 juli 1870 verklaarde Frankrijk Pruisen de oorlog. De door Bismarck verlangde oorlog was hiermee een feit.

Bismarck en Napoleon III praten met elkaar na de slag bij Sedan.

Verloop van de oorlog

Napoleon had gehoopt op steun uit Europa en dat de andere Duitse staten, Beieren, Württemberg en Baden zich afzijdig zouden houden, maar het een noch het ander gebeurde. De Europese landen keken toe en de andere Duitse staten trokken gezamenlijk met Pruisen ten oorlog. De Duitsers brachten in korte tijd drie legers met een gezamenlijke sterkte van 400.000 man in het veld en aan de andere kant van de grens trokken de Fransen voor hun Rijnleger 200.000 man samen.

De eerste Franse aanval werd door de Duitsers bij Spichern afgeslagen, waarop de Pruisische kroonprins Friedrich Wilhelm de Fransen bij Wissembourg (4 augustus 1870) en Woerth (6 augustus) versloeg. Het Franse Rijnleger trok daarop terug naar de plaats Metz in Noord-Frankrijk, maar werd daar door de Duitsers na drie verschrikkelijke veldslagen in de buurt van Metz (bij Colombey-Nouilly, Vionville en Gravelotte, 14-18 augustus) ingesloten.

Een poging van de beroemde Franse generaal van Ierse afkomst Mac Mahon om het Rijnleger te ontzetten, mislukte toen de Duitsers hem dwongen slag te leveren bij Sedan. De Fransen verloren die slag en gaven zich over op 2 september 1870. Een kleine 100.000 man werden door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt, onder wie zich tot hun verrassing ook de Franse keizer Napoleon III bevond. Een andere Franse poging om het beleg van Metz te breken mislukte ook al. Het was het einde van het keizerrijk en de keizerin vluchtte naar Engeland.

De Duitsers rukten nu op naar Parijs en omsingelden die stad, waar 400.000 man Franse troepen waren samengedrongen. Op 27 oktober 1870 capituleerde Metz met 175.000 man. Parijs bleef omsingeld terwijl de gevechten elders in Frankrijk doorgingen en de Duitsers oprukten naar Midden-Frankrijk.

Vredessluiting

In Versailles wordt het Duitse keizerrijk uitgeroepen

De strijd om Parijs bleef echter onbeslist en er brak een vreselijke hongersnood in de stad uit. De bevolking moest zelfs overgaan op een menu dat bestond uit ratten en muizen. Ten slotte werd op 28 januari 1871 een wapenstilstand overeengekomen van 21 dagen, zodat de stad bevoorraad kon worden, een nieuw Frans parlement kon worden gekozen, en een begin kon worden gemaakt met vredesonderhandelingen in Versailles bij Parijs. Op 1 maart 1871 werd de voorlopige vrede door het Franse parlement goedgekeurd. Op 10 mei 1871 volgde de definitieve Vrede van Frankfurt. De Duitsers hadden in alles gewonnen, maar het zaad voor een nieuwe oorlog was gezaaid.

Inmiddels was op 18 januari 1871, ook in Versailles, het door Bismarck zo vurig verlangde nieuwe Duitse Keizerrijk uitgeroepen, dat bestond uit de Noord-Duitse Bond en de andere Duitse staten die aan de oorlog hadden deelgenomen: Beieren, Württemberg en Baden. Bij de vrede kreeg Duitsland, dat nu weer een zelfstandige staat was, de Franse (hoewel voormalig Duitse) gebieden Elzas en Lotharingen en een oorlogsschatting van 5 miljard frank. Om zeker te zijn dat dit bedrag werd voldaan, bleef een deel van Frankrijk door Duitsland tot september 1873 bezet. De keizer werd Wilhelm I en de rijkskanselier Otto von Bismarck.

Verliezen

De Frans-Duitse Oorlog duurde ruim een half jaar, zodat de verliezen aan mensenlevens relatief beperkt bleven. Beide partijen brachten elk meer dan een miljoen man in het veld. Het totale aantal gesneuvelden bedroeg ca. 150.000; het aantal gewonden was daar een veelvoud van.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Frans-Duitse_Oorlog_1870-71&oldid=687801"