Grote brand van Rome
De Grote brand van Rome wordt gezien als een van de belangrijkste branden in een stad in de wereldgeschiedenis. Rome was de hoofdstad van het alsmaar groter wordende Romeinse Rijk. De brand maakte daarom diepe indruk op de Romeinen. De brand begon op 18 juli 64 na Christus en moet meer dan een hele dag hebben geduurd. In die tijd brandde meer dan de helft van de stad af. Veel woningen waren verwoest, maar ook een van de grote arena's. De gebouwen waren van hout, dat snel vuur vatte in die warme dagen. Ook was de watervoorraad niet helemaal op peil.
Keizer Nero
De keizer van dat moment heette Nero. Er waren geruchten dat Nero de brand zou hebben gewild, omdat hij een groter paleis wilde bouwen. Of dat echt zo is, is niet zeker omdat de historici elkaar tegenspreken. Omdat Nero inderdaad zijn paleis liet uitbreiden, zijn de geruchten waarschijnlijk sterker geworden. Er werd zelfs beweerd dat nero op zijn harp begon te spelen om de ondergang van het oude Rome te bezingen. Het enorme beeld van zichzelf, de Colossos, dat Nero liet bouwen, werd zelfs gehaat. Vespasianus, een van de latere keizers maakte zich populair met het neerhalen van het beeld, om er vervolgens het beroemde Colosseum te bouwen.
De schuld van de brand
Nero zocht naar iemand die de schuld van de brand kon krijgen. Die kon hij niet snel gevonden krijgen. Hoewel hij waarschijnlijk niet veel wist over het christendom, wees hij de christenen aan als de schuldigen van de brand. Dat was gemakkelijk, omdat hun leider Jezus Christus ruim 30 jaar eerder tot de dood was veroordeeld door een Romeinse procurator. Verder waren de christenen wel een gemakkelijke prooi, want ze waren niet agressief. Nero liet hen vernederen en zwaar straffen. Waarschijnlijk zijn in die tijd de 2 belangrijkste apostelen, namelijk Petrus en Paulus ook vermoord.