Herbert Hoover

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Herbert Hoover
Hhoover.jpeg
Herbert Hoover
Naam voluit Herbert Clark Hoover
Geboren 10 augustus 1874
Geboren te West Branch, Iowa
Overleden 20 oktober 1964
Overleden te New York City, New York
Gehuwd met Lou Henry Hoover
Relatie met
Partij Republikeinse Partij
Religie Quaker
Stroming
Functie 31e president van de Verenigde Staten
Aantreden 4 maart 1929
Aftreden 4 maart 1933
Voorganger Calvin Coolidge
Opvolger Franklin D. Roosevelt
Functie(s)
31e president van de Verenigde Staten
3e minister van Economische Zaken
Portaal Portal.svg Politiek

Herbert Hoover (geboren te West Branch in Iowa op 10 augustus 1874 - gestorven te New York City in New York op 20 oktober 1964), was van 1929 tot 1933 de eenendertigste president van de Verenigde Staten. Hoover was president namens de Republikeinse Partij. Zijn presidentschap begon na de beurskrach van 1929 en tijdens zijn presidentschap kreeg hij te maken met Grote Depressie.

Hoover was minister van Economische Zaken onder Warren G. Harding en Calvin Coolidge. In de eerste maanden van zijn presidentschap stortte de financiële markten in, wat leidde tot een grote economische crisis. Hoewel Hoover vaak als de schuldige hiervan wordt gezien, was het het beleid van zijn voorganger, Coolidge, wat hiervoor zorgde. Hoover probeerde het op te lossen, maar zijn maatregelen werkten averechts. Ze maakten de crisis alleen maar groter. Onder Hoover steeg de misdaad ook nog eens. Hoover wilde zijn herverkiezing winnen door de beruchte crimineel Al Capone te pakken te krijgen. Dit lukte hem, maar Hoover verloor de verkiezingen aan Franklin D. Roosevelt. Na zijn presidentschap bekritiseerde Hoover Roosevelt over zijn New Deal.

Levensloop

Jeugd en opleiding

Het geboortehuis van Hoover

Hoover werd geboren in het plaatsje West Branch in de staat Iowa in 10 augustus 1874. Zijn familie had een Engelse, Zwitserse en Duitse migratieachtergrond. Zijn vader was Jesse Hoover en zijn moeder was Hulda Randall Minthorn. De familie was ligt van Quackers, een stroming binnen het christendom. Hoover werd in zijn jeugd Bertie genoemd. Op 2-jarige leeftijd kreeg hij de kroep, waaraan Hoover bijna was overleden. Hoover ging naar school, maar hield niet van lezen. Zijn vader overleed in 1880 en zijn moeder in 1884. Hierna werd Hoover door zijn grootouders en vervolgens door een oom. In 1885 werd hij gestuurd naar een andere oom in de staat Oregon. Hoover ging eerst naar George Fox University, maar op 13-jarige leeftijd stopte hij hiermee. Hij ging nu werken als assistent voor zijn oom. Hij ging daarnaast naar avondschool, waar hij boekhouden, wiskunde en typen leerde.

Eerst ging Hoover werktuigbouwkunde studeren, maar vervolgens maakte hij de overstap naar geologie. Hoover was een matige student en spendeerde veel van zijn tijd om te werken.

Werk en huwelijk

Herbert Hoover op 30-jarige leeftijd

Hoover studeerde af in 1895, maar kon door de economische crisis moeilijk aan een baan komen. Hierdoor ging hij de mijnbouw in en werkte in de Sierra Nevada. Na een jaar werd hij gehuurd door een mijnbouwbedrijf in Australië, waardoor hij naar Australië vertrok. Hoover wist de mijnbouw naar goud uit te breiden, waardoor het bedrijf 50% van het Australische goud won. Om arbeidskosten te besparen liet hij goedkope arbeidskrachten uit Italië komen, waardoor hij ruzie kreeg met de Australische vakbonden. Gedurende deze periode werd Hoover een tegenstander van vakbonden en minimumloon.

In 1898 werd Hoover overgeplaatst naar de Chinese stad Tianjin. Hoover leerde tijdens de periode Mandarijn-Chinees, wat zijn vrouw ook kon. Hoover en zijn vrouw zouden later Chinees gebruiken voor privégesprekken in het openbaar, hoewel beide de taal slechts een beetje spraken. Hoover zelf stelde slechts zo'n 100 tot 200 woorden te kennen, wat niet heel veel is. Daarnaast verdiepte hij zich in de Chinese geschiedenis. Tijdens zijn verblijf in China brak de Bokseropstand uit, die tegen buitenlandse werkers in China was gericht. Hoover hielp toen mee de wijk waar westerse werkers verbleven te barricaderen, waardoor zij niet de wijk in konden.

Tijdens zijn studie had hij al Lou Henry ontmoet, de dochter van een bankier uit Californië. In 1898 vroeg hij haar ten huwelijk en datzelfde jaar trouwden ze nog. De twee hadden twee kinderen:

  • Herbert Hoover Jr.
  • Allan Henry Hoover

Het gezin verhuisde vaak door Hoovers carrière en woonde onder meer in Londen. Vanaf 1916 begon het gezin te wonen in de Verenigde Staten.

Eerste Wereldoorlog

Het huis van Hoover in Californië

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak zette Hoover zich eerst in om gestrande Amerikanen in Europa terug naar de Verenigde Staten te brengen. Dit waren zo'n 100.000 mensen, waarvan Hoover er 40.000 in veiligheid bracht. Snel hierna brak een andere crisis uit. Toen Duitsland België binnenviel ontstonden er voedseltekorten. België was erg afhankelijk van de import van voedsel. De Duitsers weigerden de Belgen in bezette gebieden van voedsel te voorzien en de Britten weigerden dit ook te doen. De Britten wilden dit enkel doen als de Amerikanen als neutraal land mee zouden helpen. Wilson gaf hier toestemming voor, waarna Hoover de Commission for Relief in Belgium opzette. Hiervan werd hij de voorzitter. De commissie importeerde veel voedsel uit de Verenigde Staten naar België en verdeelde dit onder de bevolking. Ook zorgde het ervoor dat het voedsel niet handen viel van het Duitse leger. Mede door de inzet van Hoover werd een grote hongersnood voorkomen.

Later zorgde Hoover ook dat de Geallieerden genoeg voedsel hadden en ook na de Eerste Wereldoorlog zette hij zich in voor de voedseltekorten in Europa. Hoover zorgde voor voedsel in Centraal- en Oost-Europa. Hij werkte ook samen met president Woodrow Wilson. Hoewel Hoover tegen het communisme was, keurde hij de Amerikaanse deelname aan de Russische Burgeroorlog af. Toen in de winter van 1921 op 1922 in Rusland een hongersnood uitbrak, verzorgde Hoover de bevolking van voedsel. Volgens Hoover stond de politiek hier los van.

Ministerschap

Hoover luistert naar de radio

Hoover wilde zich eerst verkiesbaar stellen voor om de Republikeinse presidentskandidaat te worden voor de verkiezingen van 1920. In plaats van Hoover werd Warren G. Harding gekozen, die uiteindelijk ook de verkiezingen wist te winnen en president werd. Harding koos Hoover vervolgens als zijn minister van Economische Zaken. In die tijd van deze ministerpost vrij nieuw en had de minister weinig invloed. Hoover zou over de jaren heen de macht van de post uitbreiden. Volgens Hoover moest het ministerie voor economische groei en stabiliteit zorgen. Hoover geloofde in een derde weg tussen socialisme en kapitalisme, een stroming die in Europa erg populair geworden was. Hoover zorgde ervoor dat allerlei comités kwamen om de economie te controleren. Ook zorgde hij dat de overheid ging investeren in luchtvaart, iets dat in die tijd aan het opkomen was. Na de Eerste Wereldoorlog ontstond een kleine economische crisis, maar Hoover wist dit op te lossen door meer in infrastructuur te investeren. Hierdoor was er meer werkgelegenheid.

Een andere techniek die aan het opkomen was was de radio. Hoover hielp dit te regulieren door een wet te maken, waarin de overheid mag ingrijpen bij radiostations. Een ander probleem was het toenemend aantal verkeersongelukken door de komst van de auto. Hoover zorgde samen met anderen voor het opstellen van verkeersregels. Om verspilling te voorkomen en concurrentie eerlijker te maken kwamen er een nationale standaard voor autobanden, stekkers en babyflessen. Hij zorgde dat het water van de rivier de Colorado eerlijk over de staten, waardoor de rivier stroomde, werd verdeeld. Ook zette hij zich in voor de 8-urige werkdag. Toen in 1927 een grote overstroming uitbrak op de Mississippi zorgde Hoover voor de opvang van vele mensen. Ook zette hij zich in voor de wederopbouw van dit gebied. Hoover was tegen 1928 een van de bekendste Republikeinen. Aangezien zittend president Calvin Coolidge zich niet meer verkiesbaar wilde stellen, kozen de Republikeinen Hoover als hun kandidaat voor de verkiezingen van 1928. Hoover won de verkiezingen van zijn Democratische tegenstander Al Smith met grote meerderheid. Hij won 444 van de 531 kiesmannen en alle staten, behalve de Deep South, Massachusetts en Rhode Island.

Presidentschap (1929-1933)

De verkiezingsuitslag in 1928

Hoover werd beëdigd als president op 9 maart 1929. Hoover was een vrij gematigde president. Hij geloofde dat overheid en bedrijfsleven samen moesten werken om de rechten van werknemers te verbeteren. Hoover wilde eigenlijk wat hij deed als minister voortzetten als president. Men was hierover ook erg enthousiast, maar dit enthousiasme zou niet lang duren. Gedurende de gehele jaren 1920 was er grote economische groei geweest. De beurskoersen bleven stijgen tegen alle verwachtingen in en men verwachtte ook dat de economische groei bleef aanhouden, hoewel dit onmogelijk is. Het beleid van Hoovers voorganger, Calvin Coolidge, zorgde vooral voor deze groei. Coolidge geloofde dat de overheid zich niet de economie moest bemoeien en liet het bedrijfsleven zijn gang gaan. Het zijn deze plannen die uiteindelijk leidden tot de beurskrach van 1929. Tijdens de beurskrach stortten de beurskoersen plotseling in. Mensen gingen hierdoor massaal hun aandelen verkopen, waardoor de koersen nog meer instortten. De beurskrach bracht een einde aan de economische groei van de jaren 1920. In plaats daarvan kwam er een diepe economische crisis, de Grote Depressie. Dit gebeurde allemaal in de eerste paar maanden van Hoovers presidentschap. Hoewel Hoover niet verantwoordelijk was voor het beleid dat tot deze beurskrach leidde, kreeg hij hiervan wel de schuld.

Hoover tijdens zijn Europese tour

De crisis leidde tot grote werkloosheid, armoede en honger. De Grote Depressie is tot vandaag de dag de grootste economische crisis. De Grote Depressie hield jarenlang aan; pas in de jaren 1950 zouden de koersen weer op het oude niveau zijn. Hoover greep aanvankelijk niet in en geloofde dat lokale overheden en bedrijven de crisis vanzelf oplosten. Hij verwachtte dat de crisis veel sneller opgelost werd. Volgens Hoover was de zwakke economie van Europa de schuld van de economische crisis in de Verenigde Staten. Hoover leende hierdoor veel geld aan Europese landen. Eerder was de Duitse economie, die op dat punt afhankelijk was van de Amerikaanse, volledig ingestort. Hierdoor zou Adolf Hitler aan de macht komen, wat een bedreiging vormde voor de democratie in de westerse wereld. Ondertussen besloot Hoover alsnog in te grijpen, maar zijn ingrijpen was vaak te weinig en te laat. De werkloosheid bleef ondertussen stijgen tot in 1932 deze 23% was. Dit betekende dat 1 van de vier Amerikanen geen baan had. Hoover zette overheidsprojecten op, zoals de bouw van Hooverville, maar deze projecten zorgden niet voor genoeg banen. Ondertussen wilde Hoover de belastingen verhogen, wat een averechts effect had.

De verkiezingsuitslag in 1932

Het presidentschap van Hoover werd vooral de crisis getekend. Hoover geloofde op het gebied van gelijke rechten dat Afro-Amerikanen door middel van onderwijs hun situatie konden verbeteren. Hoover zette de rassensegregatie door en verwijderde alle Afro-Amerikaanse werknemers in dienst in de Zuidelijke Staten. Ook zorgde hij voor een limiet op immigratie. Hoover vond dat iedereen zich aan de drooglegging (het verbod op alcohol) moest houden en liet hierop meer controleren. Hoovers imago was ondertussen beschadigd door de economische crisis. Hoewel Hoover zich veel van de armoede aantrok, werd hij in de media afgebeeld of het men niet interesseerde. Hoover wilde zijn imago verbeteren door de beruchte crimineel Al Capone te pakken, wat hem lukte. Toch bleef zijn imago beschadigt. Toen veteranen uit de Eerste Wereldoorlog protesteerden voor een uitkering voor het Capitool, liet Hoover dit protest hardhandig neerslaan. Dit alleen al beschadigde zijn reputatie zou erg, dat het niet meer te redden was. Hoover stelde zich herkiesbaar voor de verkiezingen van 1932. Hoover verloor de verkiezingen een groot verschil van de Democraat Franklin D. Roosevelt. Hoover wist slechts 59 van de 531 kiesmannen te winnen en won slechts de staten Maine, New Hampshire, Vermont, Connecticut, Pennsylvania en Delaware.

Latere leven

Hoover in 1958

Hoover verliet Washington D.C. na zijn presidentschap teleurgesteld en ging met zijn vrouw terug naar Palo Alto. Hier bleef hij tot dat zijn vrouw overleed in 1944, waarna hij verbleef in het Waldorf Astoria hotel in New York City. Hoover werd een criticus van president Roosevelt en volgde de politiek nauwlettend. Hij schreef vele boeken waarin hij het beleid van Roosevelt bekritiseerde. Hij noemde de New Deal fascisme en een grote stap naar socialisme. Hoover was vrij jong toen zijn presidentschap eindigde, slechts 58 jaar. Hierdoor hoopte hij zich nog een keer verkiesbaar te stellen. In zowel in 1936 als 1940 probeerde hij de Republikeinse presidentskandidaat te worden voor de verkiezingen, maar faalde beide keren. In 1938 maakte hij een tour door Europa en ontmoette onder meer de Duitse rijkskanselier Adolf Hitler. Hoover uitte zijn bezorgdheid over de situatie waarin Joden verkeerden tegenover Hitler. Zelf vond Hoover dat Hitler compleet gestoord was, maar wilde de situatie niet escaleren.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgde Hoover opnieuw voor voedselhulp aan België en Polen. Ook zorgde hij voor hulp aan Finland tijdens de Winteroorlog. Hoover riep de Amerikanen op om zich in de oorlog te mengen nadat de Duitsers de Sovjet-Unie aanvielen. Hoewel de Amerikanen dit niet veel later zouden doen, werd Hoovers hulp niet gevraagd. Hoover zou later de adviseur van president Harry S. Truman worden en men adviseren om de atoombom op Japan te gooien. Truman zou Hoover na de oorlog aanstellen om een reis door Duitsland en Italië te maken en de bevolking van voedsel te voorzien. Hoover zette vervolgens een groot programma op om lunches voor schoolkinderen in de gebieden te regelen. Hoover werd in 1947 lid van de commissie, die de adviezen gaf om de president machtiger te maken. Hoover werd een fel tegenstander van het communisme en steunde mensen die (vermoedelijke) communisten aangaven tijdens de zogeheten Red Scare. Hoover zou vervolgens ook posities krijgen onder president Dwight D. Eisenhower. President John F. Kennedy bood hem ook posities aan, maar Hoover weigerde deze. Ondertussen was Hoover bezig met het oprichten van zijn presidentiële bibliotheek. Hoovers imago begon ondertussen te verbeteren.

Vanaf 1962 ging de gezondheid van Hoover achteruit nadat een groot gezwel werd weggehaald. Op 20 oktober 1964 overleed Hoover aan een bloeding in zijn lichaam. Hoover werd 90 jaar oud. Hij kreeg een staatsbegrafenis en werd opgebaard in de centrale hal van het Capitool. Vervolgens werd zijn lichaam verplaatst naar Iowa, waar het begraven ligt op het terrein van zijn presidentiële bibliotheek. Het lichaam van zijn vrouw werd kort hierna verplaatst naar het graf naast hem.

Nalatenschap

Imago

Hoover op een postzegel

Herbert Hoover wordt tegenwoordig gezien als een van de slechtste Amerikaanse presidenten, die er ooit geweest zijn. Vooral tijdens de Grote Depressie en in de jaren erna was hij enorm onpopulair. Pas in de jaren 1970 begon zijn reputatie te verbeteren, maar nog altijd wordt hij gezien als een slechte president. Vaak wordt Hoover de Grote Depressie verweten, maar dit is onterecht. Het was immers het beleid van Calvin Coolidge, die deze veroorzaakte. Toch kreeg Hoover hiervan de schuld, aangezien het onder zijn presidentschap gebeurde. Hoover probeerde weliswaar de Grote Depressie op te lossen, maar zijn maatregelen waren vaak niet genoeg en boven te laat. Hoovers reputatie had ook te leiden door een protest van veteranen dat hij neersloeg. Daarnaast werd hij opgevolgd door een hele populaire president, Franklin D. Roosevelt. Roosevelt wordt vaak als de held afgebeeld, terwijl Hoover als de schurk wordt afgebeeld.

Hoewel Hoovers presidentschap een ramp was, zijn veel historici het erover eens dat zijn ministerschap en humanitaire acties erg goed waren. Hoover zorgde er immers voor dat tijdens de Eerste Wereldoorlog vele Belgen de oorlog overleefden door voedsel naar het gebied te verzenden. Zonder deze hulp hadden vele van hen de oorlog waarschijnlijk niet overleefd. Ook zijn inzet tijdens rampen wordt vaak bekroond en zijn inzet om landelijk dezelfde stekkers te nemen. Hoover kreeg van verschillende activisten, waaronder schrijver W.E.B. Du Bois, aanklachten dat hij racistisch was en Afro-Amerikanen en immigranten niet dezelfde steun gaf.

Monumenten en vernoemingen


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Herbert_Hoover&oldid=705257"