Overleg gebruiker:Juf kirsten

Bruine beer

De bruine beer heeft het grootste verspreidingsgebied van alle beersoorten. De grotere populaties komen voornamelijk voor in Scandinavië, de Balkan, Eurazië, delen van Azië (Siberië) en Noord-Amerika. De bruine beer is de bekendste en meest wijd verspreidde beer.

Afstamming De bruine beer behoort tot de familie van de echte (grote) beren en stamt af van de Etruskische beer (Ursus etruscus). Deze beer leefde gedurende het vroege Pleistocene tijdperk (ca. 2,5 miljoen jaar geleden). Vanuit Europa trokken deze beren richting Eurazië en Noord-Amerika. Er is bewijs dat de ijsbeer, de bruine beer en de zwarte beer allemaal afstammen van de Etruskische beer.

Leefgebied Bruine beren leven in verschillende soorten gebieden zoals in uitgestrekte bossen, bergachtige gebieden en toendra's.

Uiterlijk De toevoeging ‘bruine’ beer is eigenlijk misleidend, want de vacht van de bruine beer kan verschillend van kleur zijn. De kleur van de bruine beer varieert van licht crème tot donkerbruin, maar er bestaan ook enkele lichtgrijze en zwart-bruine beren. Het uiteinde van de lange haren is vaak blond. Bij vele blijft de lichte nekband van de jonge beren tot op hoge leeftijd bewaard. Karakteristiek voor de bruine beer zijn de lange nagels aan zijn voorpoten, deze klauwen zijn zoals bij alle andere beersoorten niet intrekbaar.

Grootte De lengte van het mannetje varieert van 210 tot 300 cm en zijn hoogte is ongeveer 90 à 150 cm. De lengte van het vrouwtje is ongeveer 70 à 240 cm en haar hoogte bedraagt ongeveer 70 à 120 cm. Gewicht Het gewicht van de bruine beer kan variëren tussen de 150 en de 400 kg. De grootste ondersoort van de Ursus arctos, de Kodiakbeer, kan zelfs 700 kg worden. Max. leeftijd Een bruine beer kan in gevangenschap ongeveer 40 á 50 worden en 25 á 30 jaar in het wild.

Voortplanting

Geslachtsrijp Een vrouwtje is geslachtsrijp vanaf ongeveer 3 jaar en het mannetje is geslachtsrijp vanaf 4 á 5 jaar. Paringstijd De bruine beer paart tussen mei en augustus. Draagtijd De draagtijd van de jongen is 6 tot 9 maanden. Aantal jongen Het aantal jongen dat het vrouwtje werpt schommelt tussen de 1 en 4. Aantal worpen Ongeveer 1 maal per 2 jaar werpt het vrouwtje haar jongen. In totaal werpt ze 8 jongen in haar leven. Maar ze paart alleen als zij en haar jongen genoeg voedsel kunnen krijgen. In hele goede jaren kan ze drie of vier jongen krijgen. Geboortegewicht Het geboortegewicht van een jong is tussen 300-500 gram. Zoogtijd De zoogtijd van de jongen is ongeveer 2 tot 2,5 jaar.

Dieet De bruine beer is een alleseter, oftewel een omnivoor. Voornamelijk eet de bruine beer plantaardig voedsel, zoals vruchten, zeewier, grassen, zaden, noten, bessen, wortels en knollen. Hij heeft een voorliefde voor honing en andere zoetigheid. Verder eet hij insecten, vis, kleine zoogdieren en dode grotere dieren. In sommige gebieden jaagt hij ook op grote hoefdieren, zoals elanden, rendieren en edelherten.

Winterrust Bruine beren gaan gedurende circa 5 maanden in winterrust. Tegen de winter zoeken ze een hol op (een bestaand hol of die de beer zelf graaft), afhankelijk van de breedtegraad waar ze leven.

Sociaal gedrag De bruine beer is een solitair dier, trouw aan zijn leefgebied en heeft zijn eigen territorium. Soms kunnen territoria overlappen. Het territorium van een volwassen mannetje beslaat meestal de territoria van meerdere vrouwtjes, en overlapt soms met de territoria van andere volwassen mannetjes. Maar de bruine beer leeft veelal alleen, met uitzondering van de paartijd waar de beren een paar weken samen doorbrengen en wanneer het vrouwtje de jongen bij zich houdt totdat deze hun eigen weg gaan. Op plaatsen waar er voedsel in overvloed is komen beren vaak bij elkaar, zoals bij de zalmtrek.

Ijsbeer

IJsberen komen voor in en rond het Noordpoolgebied. Ze leven in Siberië, Groenland, Canada en Alaska. De ijsbeer kan goed overleven in de extreme omstandigheden van de Noordpool.

Afstamming De ijsbeer is nauw verwant aan de Kodiakbeer (een ondersoort van de bruine beer). De ijsbeer is het grootste landroofdier ter wereld.

Leefgebied De ijsbeer leeft in de kustgebieden van de Poolcirkel. Ze jagen voornamelijk op de pakijs, vlakbij de kust en op de eilanden van de Poolcirkel. Solitaire mannetjes hebben soms wel een territorium van 25.000 km². In de zomer zijn de ijsberen vooral te vinden op de toendra-achtige gebieden.

Uiterlijk Het lichaam van de ijsbeer is, in tegenstelling tot die van de meeste bruine beren, slank en zijn poten zijn kort en stevig. De brede, platte voetzolen vertonen haren in de naden, zwemvliezen tussen de tenen en is voorzien van vijf grote nagels. Dit zorgt voor een goede grip op het gladde ijs. Opvallend is de kleine, smalle kop met het vlakke voorhoofd en de lange nek. De oorschelpen van de ijsbeer zijn klein. Onder de lange witte dekharen zit een korte, dichte ondervacht en daaronder weer een isolerende speklaag. De huid van de ijsbeer is zwart. Hierdoor absorbeert hij alle warmte die op zijn huid komt. De witte, holle haren en een dikke vetlaag zorgen voor extra isolatie. Zijn poten doen ook dienst als peddels, want de ijsbeer jaagt regelmatig onder water. Omdat er weinig prooidieren zijn, beschikt de ijsbeer over een uitstekend reukvermogen om te jagen. Zijn lichaamsvorm lijkt op een torpedo, waardoor hij snel kan zwemmen en hij kan een aantal minuten onderwater blijven. Hierbij houdt hij zijn neusgaten gesloten. Voor het leven in de koude stromen van de noordelijke Poolzee en op de ijsschotsen is deze beer uitstekend uitgerust. Met z’n witte of geelwitte pels (alleen is de neus zwart) past hij geheel bij de wereld van sneeuw en ijs. Toch is hij eigenlijk niets anders dan een bruine beer, die zich in de IJstijd aan het leven in het Poolgebied heeft aangepast.

Grootte

De lengte van de ijsbeer is ongeveer 240 à 300 cm en zijn hoogte is ongeveer 160 cm. Gewicht Het gewicht van de ijsbeer varieert tussen de 400 en de 650 kg. De vrouwtjes zijn een stukje lichter, tussen de 300 en 400 kg. Max. leeftijd De gemiddelde leeftijd is 25 jaar, in het wild worden ze soms wel 35 en in gevangenschap kunnen ze tegen de 40 jaar worden.

Voortplanting Geslachtsrijp Een vrouwtje is geslachtsrijp vanaf ongeveer 5 jaar. Paringstijd De ijsbeer paart tussen april en juni, in een periode van drie weken. Draagtijd De draagtijd van de jongen is 8 á 9 maanden. Aantal jongen Het aantal jongen dat het vrouwtje werpt is tussen de 1 en 3. Aantal worpen Ongeveer 1 maal per 3-4 jaar werpt het vrouwtje haar jongen. Geboortegewicht Het geboortegewicht van een jong is tussen 450 en 600 gram. Zoogtijd De zoogtijd van de jongen is ongeveer 18 á 26 maanden.

Dieet De ijsbeer heeft veel meer een roofdierengebit dan zijn soortgenoten. Zijn voornaamste voedsel is dan ook van dierlijke aard. Robben genieten zijn voorkeur, voornamelijk de ringelrob maar ook andere soorten baardrob, klapmuts en de zadelrob. Wanneer een ijsbeer een rob probeert te bemachtigen, heeft hij een bijzondere tactiek. Hij wacht bij een wak in het ijs tot de rob komt ademhalen en dan slaat hij toe. Ook benaderen ze de dieren onderwater en duiken dan dicht bij hen omhoog om de weg van de rob te versperren. Daarnaast doet hij zich ook tegoed aan walrussen, kleine walvissen, zeevogels en vis. Maar zo nodig neemt hij ook genoegen met kleinere prooien zoals sneeuwhazen en lemmingen. Ook eet een ijsbeer regelmatig aas. Zijn fijne reukorgaan stelt hem in staat dit op grote afstand te bespeuren. In de zomer eet hij bovendien wel de bladeren van de wilg, bessen, gras en mos. Als hij hongerig is en wordt geprikkeld, valt hij ook mensen aan.

Winterrust Normaal gesproken gaat de ijsbeer niet in winterrust, alleen wanneer het vrouwtje drachtig is. Zij graaft een gang van 2 à 3 meter in de sneeuw, met aan het einde een ruimte waar ze inpast. Vervolgens laat ze alles dichtsneeuwen en zijn haar sporen uitgewist.

Sociaal gedrag IJsberen leven over het algemeen solitair, behalve wanneer het paartijd is. Soms komen ze in groepen voor, vaak wanneer er veel voedsel aanwezig is. Ze zijn redelijk tolerant naar elkaar, behalve wanneer mannetjes elkaar tegenkomen in de paartijd. De ijsbeer is zowel overdag als nachts actief. Hij gebruikt zijn energie spaarzaam en rust veel. Ook is de ijsbeer een bijzondere goede zwemmer die vele kilometers maakt. Hij kan enkele meters diep duiken, twee tot drie kilometer per uur halen en soms wel 80 seconden onderwater blijven. Op het land kan de ijsbeer zich ook prima voortbewegen en is bijzonder snel. Daarbij heeft de ijsbeer een goed ontwikkeld reukorgaan, misschien wel de beste van alle beren. Wanneer hij een prooi heeft ontdekt die zich vele kilometers verderop bevindt, loopt hij in een rechte lijn tot wel 65 kilometer per uur om de prooi te bereiken.

Brilbeer

De brilbeer leeft in Zuid-Amerika in het Andes gebergte - in Venezuela, Ecuador, Colombia, Bolivia, Chili en Peru. Er is weinig bekend over de soort, omdat er tot nu toe weinig onderzoek naar is gedaan. Bovendien leeft de brilbeer vaak in onherbergzame streken. Dit is waarschijnlijk ook één van de redenen dat hij nog niet is uitgestorven. De leefgebieden zijn echter wel versnipperd, wat zou kunnen leiden tot te kleine populaties om de soort in stand te houden.

Afstamming De brilbeer stamt af van de kortsnuitberen, die voornamelijk in Amerika voorkwamen. Het is ook de enige berensoort die zijn oorsprong in Zuid-Amerika heeft. Daarbij is de brilbeer de laatste onder de kortsnuitberen. De eerste echte brilbeer stamt uit het Pliocene tijdperk, zo’n 2 miljoen jaar geleden. De indianen hebben de brilbeer allerlei bijzondere namen gegeven. Zo wordt hij ‘achupalla’ ofwel ‘boomschorseter’ genoemd, of ‘ucumari’ wat ‘beer met oog in gat’ betekent. Het zijn treffende beschrijvingen van deze soort.

Leefgebied De brilbeer heeft een sterke voorkeur voor het tropische klimaat. Zijn leefgebiedgebied ligt daarom rond de evenaar. De brilbeer wordt ook aangetroffen op steppes en zelfs in woestijnachtig gebied, maar voornamelijk leeft hij in de bergwouden op ongeveer 2000 meter hoogte in het Andes gebergte. Vandaar dat deze beer ook de Andesbeer wordt genoemd. De brilbeer is uitstekend aangepast aan zijn leefomgeving en kan erg goed klimmen.

Uiterlijk Hij heeft een blonde tekening rond zijn ogen waardoor zijn ogen in gaten lijken te zitten. De kleur van de vacht is zwart tot donkerbruin, met geel-witte banden over de neusvleugels en soms over de kop. Het komt voor dat ook over de wangen, keel en borst witte strepen lopen. De tekening rondom zijn ogen is karakteristiek voor de brilbeer. Iedere beer heeft een eigen unieke tekening. De brilbeer heeft een dikke, kortharige vacht en sterke klauwen. Hij heeft maar 13 paar ribben, terwijl andere beersoorten er 14 hebben. De brilbeer is een relatief kleine beer.

Grootte

De lengte van de brilbeer is ongeveer 120 à 210 cm en zijn hoogte varieert van 70 tot 90 cm. Gewicht Het gewicht ligt tussen de 60 en 175 kilo. Max. leeftijd De leeftijd die een brilbeer kan halen is ongeveer 20 tot 25 jaar.

Voortplanting Geslachtsrijp De brilbeer is geslachtsrijp vanaf 4 jaar. Paringstijd De bevruchting vindt plaats tussen april en juni. Draagtijd Een draagtijd van 240 tot 225 dagen. Aantal jongen Het aantal jongen dat het vrouwtje werpt is tussen de 1 tot 3 jongen. Aantal worpen Het vrouwtje werpt om de 2 jaar jongen. Geboortegewicht Het geboortegewicht van een jong is rond de 300 gram. Zoogtijd De zoogtijd van de jongen is 12 maanden.

Dieet De brilbeer eet het liefst bromeliaharten, zijn favoriete voedsel. Wanneer deze plant bloeit, produceert het een overvloed aan suiker. De brilbeer leeft voornamelijk op een vegetarisch dieet, zoals noten, vruchten, laurier, vijgen, jonge bladeren, boomschors, zaden, kruiden en honing staan dagelijks op zijn menu. Heel af en toe eet hij ook een muis, een konijn, insecten of zelfs een lam of een hert. Maar dit komt erg weinig voor, de brilbeer is over het algemeen een vegetariër.

Winterrust In tegenstelling tot de meeste andere beersoorten, schijnen brilberen niet in winterrust te gaan. De brilbeer leeft in een tropisch klimaat en heeft de winterrust niet nodig omdat het niet erg koud wordt en er voldoende voedsel aanwezig is.

Sociaal gedrag De brilbeer is solitair levend dier. Ze ontlopen elkaar, maar zijn daarbij niet territoriaal. De brilbeer maakt van alle beren het meeste gebruik van bomen: om voedsel te zoeken, te vluchten, maar ook om te slapen. Hij trekt takken naar elkaar toe om een nest of eetplatform te maken.

Brilberen in dierentuinen De brilbeer komt in Europa in 22 dierentuinen voor. Met de voortplanting gaat het niet goed en de populatie in gevangenschap blijft relatief klein. De dierentuin van Zürich heeft enkele jaren geleden een semi natuurlijk verblijf gebouwd waar brilberen en neusberen (geen echte beer) samen leven.

Pandabeer

Reuzenpanda

De reuzenpanda, de meest zeldzame beersoort, komt voor in de berggebieden van China. Ze leven voornamelijk aan de westkant van het Tibetan Plateau, waar de panda in ongeveer 12 Chinese reservaten te vinden is.

Afstamming De reuzenpanda wordt ondergebracht in de subfamilie der Ailuropodinae, waarvan hij de enige levende vertegenwoordiger is. Er bestaan twee ondersoorten, Ailuropoda melanoleuca melanoleuca en Ailuropoda melanoleuca qinlingensis, de kleine panda (of rode panda) en de reuzenpanda. Er is nogal wat onzekerheid geweest over waar men de panda moest plaatsen. Het bamboe dieet, de onzekerheid wat betreft de voorouder, de afwijkende beerpootafdrukken gaf de onzekerheid of ze wel verwant waren aan de beer. Na genetisch onderzoek heeft men de panda kunnen plaatsen in de familie van de beren, Ursidae. Toch zal er onduidelijkheid over blijven. Er wordt gesuggereerd dat de reuzenpanda en de kleine panda samen een familie vormen. Anderen vinden weer van niet en zijn van mening dat de kleine panda niet op een beer lijkt maar meer op een wasbeer. De meningen zijn nogal verdeeld. Men kan zeggen dat de kleine panda verwant is aan de wasberen en hun verwanten. De kleine panda verschilt qua dieet met de reuzenpanda en heeft ook meer overeenkomsten met de wasberen.

Leefgebied De reuzenpanda wordt alleen aangetroffen in de ondoordringbare bamboewouden in de bergen op een hoogte van 1400-4000 meter.

Uiterlijk

De reuzenpanda is zeer herkenbaar door zijn kenmerkende zwart-wit kleuring. Rondom de ogen heeft hij zwarte vlekken waardoor zijn ogen erg groot lijken. Een ander, minder opvallend kenmerk is de zesde teen! De panda heeft zes tenen aan de voorpoten in plaats van vijf. In zijn gehele lichaamsbouw lijkt de reuzenpanda op een kleine beer. Hij is wat plomp van bouw en lager op de poten dan de meeste beren. De staart is vrij kort en breed, de krachtige klauwen kunnen niet worden ingetrokken. De vacht wordt gevormd door dikke, lange haren. Wat het meest opvalt, is de ongewone tekening van de vacht. De hoofdkleur is geelwit, de poten zijn zwart, evenals de ring om de ogen, de oorschelpen en een smalle band over de schouders.

Grootte De lengte van de panda is ongeveer 150 à 180 cm en zijn hoogte varieert van 70 tot 80 cm. Gewicht De panda kan tussen de 80 en 120 kilogram worden. Max. leeftijd De panda kan gemiddeld 28 jaar worden, 15 jaar in het wild en ongeveer 30 jaar in gevangenschap.

Voortplanting Geslachtsrijp Een panda is geslachtsrijp tussen de 4 en 8 jaar. Paringstijd Vrouwtjes zijn een keer per jaar vruchtbaar, tussen maart en mei. Dat duurt dan slechts twee tot zeven dagen. Vandaar de problemen met de voortplanting in het wild en in gevangenschap. Draagtijd De draagtijd van de jongen is ongeveer 5 maanden. Aantal jongen Het aantal jongen dat het vrouwtje werpt is tussen de 1 en 2 jongen, maar als het er 2 zijn is de kans klein dat ze het allebei overleven, omdat de moederpanda maar in staat is een van de twee jongen op te voeden. Aantal worpen Het vrouwtje werpt om de 2 jaar jongen. Geboortegewicht Het geboortegewicht van een jong is tussen de 85 en 150 gram. Zoogtijd De zoogtijd van de jongen is 9 maanden.

Dieet Hoewel de voorouders van de reuzenpanda vleeseters waren, is de reuzenpanda toch echt vegetariër. De reuzenpanda eet voornamelijk bamboe. Een stukje vlees op zijn tijd slaat hij echter niet af. De spijsvertering van de reuzenpanda is gek genoeg niet ingesteld op het verwerken van bamboe en andere planten. Hij moet daarom veel en vaak eten, wel 10 tot 15 keer per dag en hij eet ongeveer 10 tot 12 uur per dag.

Winterrust Volgens de lokale bevolking houden reuzenpanda’s een winterslaap, maar dit is uiterst onwaarschijnlijk. Zijn voornaamste voedsel is altijd in voldoende mate aanwezig, dus een winterrust is niet nodig. Als het te koud wordt, dan zoeken ze gewoon een gebied op waar het wat warmer is. Ook in gevangenschap is van winterslaap niets bekend.

Sociaal gedrag Een wilde panda besteedt zijn dag voornamelijk aan rusten, eten en voedsel zoeken. Wanneer de panda zich bedreigt voelt, klimt hij in een boom. Normaal gesproken leven ze op de grond. In principe leven panda’s solitair, behalve tijdens het paringsseizoen want dan zoeken ze elkaar op. Recent onderzoek wijst echter uit dat er ook vaak kleine groepjes panda's in grote gebieden leven, die - ook buiten het paringsseizoen - contact met elkaar hebben. Panda’s lijken erg schattig, maar ze zijn beslist niet ongevaarlijk. Het is voorgekomen dat een panda een mens aanviel uit irritatie.

Berenmishandeling

Hoe zouden jullie het mishandelen van beren tegegaan?

Verhalen uit de klas Berenbos

Zusanna helpt beren

Zusanna kom je zo naar beneden? Roept Miranda Ja mam ik kom zo Zusanna ligt op haar rug in het weiland ze woont met haar gezin in de Pigreneeën van Frankrijk haar broertje Bernard haar zusje Lola haar moeder Miranda en haar Stiefvader Piérre hun huis staat naast een berg ze hebben kippen koeien schapen en een veldje met bijen korven. Zusanna loopt de berg af naar heus. Hoi lieverd kan je me helpen met Jam maken maken Bernard ligt al in bed doe maar een schort om want je krijgt het niet uit je kleren,Ik ga even honing pakken. Oke zegt Zusanna Zusanna en Miranda gaan elke zaterdag naar de markt daar verkopen ze jam honing en het brood dat piérre maakt. Mam de jam zit in de potjes zegt Zusanna. Goed zou jij Lola in bad willen doen daarna moet ze naar bed en maak jij het ook niet al te laat? zegt Miranda Ja mam zegt ze an ze loopt naar haar zusje En tile haar op. Ikke pelen met jou zegt Lola Nee jij gaat lekker in bad zegt Zusanna Bad bad juicht Lola en ze lopen naar boves Zusanna laat het bad vol lopen en wast haar zusje. Lola speelt nog een tijdje en dan droogt ze haar af en doet haar pyama aan. Haaltje haaltje roept lola Oke even dan zegt zusanna. Als Zusanna beneden komt ziet ze dat haar moeder en Piérre ruzie hebben mam wat is aan de hand Zusanna gaat meteen naast haar moeder zitten. Pierre heeft een beer gezien zegt Miranda O cool zegt Zusanna maar wat is er dan? Nou nou… begint Miranda Zusanna schrikt hij heeft toch niet… Zusanna kan haar zin niet af maken Ja inderdaad hij heeft geschoten zegt Miranda Ik wist het, ik wist dat ik jou niet kon vertrouwen! Zegt Zusanna kwaad Ik wil geen dode koeien in de wei hoor zegt Piérre geïrriteerd. Ja hoor je denkt alleen maar aan de koeien en niet aan de beren zegt Zusanna boos. Pierre zegt niks en loopt naar zijn werkkamer. Zo nu is het wel genoeg geweest zegt Miranda ga nu maar naar bed lieverd. Oke Zusanna geeft haar moeder een zoen en gaat naar bed.

                 De vreemde man

Als Zusanna in bed ligt moet ze steeds aan de beer denken. Opeens hoort ze een auto het erf op rijden, He er komt hier nooit een auto denkt ze Ze klimt uit bed en kijkt uit het raam. Wie is die man denkt zusanna. Er stapt een kale man uit een dure Jeep slobberige kleding kaal hoofd en een grote dikke sigaar waar rookwolkjes uit komen piérre staat er ook bij. Jammer genoeg kan ze niet horen waar het gesprek over gaat ze kan wel zien dat hij een pakketje aanpakt. Zusanna stapt weer in bed maar komt niet snel weer in slaap lang blijft ze nog aan de rare man denken maar dan valt ze toch noch in slaap.

Zusanna wordt al vroeg wakker ze hoort haar broertje huilen snel gaat ze naar hem toe Iek je hebt in je luier gepoept Zusanna verschoont haar broertje en doet hem in bad als ze hem afgedroogd heeft gaan ze zamen naar beneden toe. Miranda zit aan tafel de spullen voor de markt aan het in pakken. Goeie morgen lieverds Zusanna je brood staat daar geef je broertje ook maar een droog broodje Zusanna doet wat haar gevraagd word en eet haar brood.

                      De markt

Zusanna stapt de auto in. He mam zijn er hier eigenlijk nog beren? Vraagt ze Nou vroeger wel maar nu meer in gevangenschap zegt Miranda en ze reden naar de markt. Toen ze bij de markt aankomen lopen ze eerst nog wat rond en dan zetten ze de spullen klaar. Het is erg druk dus verkopen ze goed. Lieverd ik ga even rond kijken zou jij even op het kraampje willen passen?zegt Miranda Ja mam Al vrij snel komen er twee oude dametjes, wat een zielige beesten he zegt de ene vrouw Ja dat doet toch hartstikke pijn zegt de andere vrouw, O doe maar een brood en jam zegt ze dan tegen Zusanna Dat is dan 7 euro zegt Zusanna. Als de vrouwen weg zijn is Zusanna wel erg nieuwschierig geworden. Net op dat moment komt Miranda aan met een mandje vol lekkere dingen en hebbedingetjes. Hou dat geld dat je verdient hebt maar. Zegt Miranda Je mag even de markt rond lopen maar niet te lang want we moeten ook weer naar huis. Daar is Zusanna erg blij mee want ze wil weten waar de vrouwen het over hadden. Ze loopt de menigte achterna en komt op een soort open plek op de markt terecht. Daar ziet ze drie hele zielige beren met een ring door hun neus één van die beren danst op een plaat het is erg heet de damp komt er van af de beer brult het uit de meeste mensen gieren het uit van het lachen andere mensen schudden sip hun hoofd. Dan ziet Zusanna iets wat haar heel erg laat schrikken een man draait de neusring om van één van die beren Zusanna schrikt echt want die man kent ze het is die man die ze gister avond met Piérre zag praten Zusanna kan het niet aan zien en loopt even weg van die plek. Als Zusanna een eindje gelopen heeft ziet ze een bekent iemand he dat is Piérre denkt ze Ze wil op hem af rennen maar ze houd zich nog net in Piérre gaat een weg in waar hij anders nooit heen durfde te gaan Zusanna besluit hem te gaan volgen. Piérre komt ook nooit op de markt. Toen ze een eind haar stiefvader had achtervolgd komen ze uit in een soort bos bij een uod hutje. Piérre gaat er naar binnen. Zusanna gaat achter een struik zitten, er komt een hele tijd niemand naar buiten Zusanna denkt dat ze beter naar huis kan gaan maar net dan komt er een man naar buiten ze wil weg rennen maar de man heeft haar al gezien ze rent zo hard als ze kan een bocht om en gaat achter prullenbakken liggen. De man kijkt om zich heen hij kan Zusanna niet zien. Zusanna bekijkt de man nog eens goed hij heeft gescheurde kleding aan en kort stekelig haar en HATSJOEH! Wat een stof denkt ze De man kijkt achter de prullenbakken ze wil wegrennen maar de man heeft haar al te pakken zat jij mij te bespioneren? Zegt hij kwaad. Nee ik heb niks gehoord zegt Zusanna zo onschuldig mogelijk. En nog liegen ook zegt de man en hij draait de arm van Zusanna nog een stukje om. De tranen schieten in haar ogen. Laat haar met rust! Zegt er dan iemand. Piérre! Help me bel de politie! Roept Zusanna Dat hoeft niet meer zegt hij zacht. Hou jij je er buiten zegt de man boos. Op dat moment komen er vijf politieagenten aan rennen ze maken Zusanna los en nemen de man mee dankjewel zegt een agent en jullie spreken we later wel.

Pierre loopt naar Zusanna toe. Zusanna barst in tranen uit. ‘Jij werkt samen met die gek!’ schreeuwt Zusanna boos en ze rent naar de markt waar haar moeder ongerust staat te wachten. ‘Lieverd, waar was je ik was zo ongerust’ zegt Miranda. Dan komt Pierre aanlopen met een politieagent en een dokter. De dokter onderzoekt Zusanna’s arm en de politieagent en Pierre vertellen alles aan Miranda en Zusanna vertelt wat ze gezien heeft van de beren aan de politie. De politieman zweert dat hij gaat kijken. ‘De arm van uw dochter is gekneusd, rust is het enige wat de arm nodig heeft’zegt de dokter tegen Miranda. ‘Oke’zeggen Pierre en Miranda.

Het telefoontje Als ze met z’n allen aan het eten zijn gaat opeens de telefoon. ‘Ja met Pierre, oke ….o wat goed….. ja ik zal het doorgeven doei’. ‘En?’vraagt Zusanna nieuwsgierig. ‘Wat is er?’vraagt Lola. Zusanna vertelt het hele verhaal. ‘Ohhh wat erg’zegt Bernard. Nou de man is opgepakt en de mannen bij de beren ook. De beren zijn naar een goed plekje gebracht….HET BERENBOS

                                                        Einde
                                                            Myrthe

Warchild

War Child helpt kinderen die in oorlog leven, of hebben geleefd.

Als ergens oorlog is, hebben kinderen het vaak heel zwaar. Soms zijn ze op de vlucht en leven ze zonder ouders. Oorlogskinderen hebben vaak zoveel meegemaakt dat ze bang en verward zijn. Sommige kinderen durven zelfs niet meer met andere kinderen te spelen.

War Child leert deze kinderen weer spelen en plezier maken. Muziek, dansen, tekenen, toneelspelen; dingen die voor jou heel gewoon zijn.

Door samen te lachen vergeten kinderen langzaam hun angst en verdriet. Hierdoor krijgen kinderen weer zelfvertrouwen en komen in contact met andere kinderen.

Verhalen uit de klas: Warchild

     Oorlogskind                   7+

het verhaal begint in een klein dorpje in Afrika en daar woont een klein jongetje. Genaamd klasjé . Op een avond als iedereen net wil gaan slapen klinkt er een luid gegil….. Klasjé rent naar buiten hij ziet alleen maar rook maar verder niks, Want het is te donker. Hij voelt een hand op zijn schouder dan draait hij zich om en hij ziet vaag een man met een geweer van alle schrik valt hij bewusteloos….. De volgende dag word hij wakker in een leger kamp en er staat een grote man naast hem en zegt: als jij niet voor ons vecht vermoorden we jou familie. De man haalt klasjé uit bed en geeft hem een geweer. Klasjé zegt: maar hoe gebruik je hem? Maar de man zegt: hou je mond kleintje! Klasjé blijft hopeloos op bed zitten . Tegen de middag plunderen de rebellen een dorp en klasjé doet mee. Hij ziet hoe de anderen kindsoldaten de anderen dorpelingen afmaken en vermoorden. Klasjé weet even niet wat te doen . Hij kijkt om zich heen de rebellen zeggen tegen Klasjé dat hij verder het dorp in moet gaan. Klasjé moet ook van de kinderen ontvoeren. Als hij midden in het dorp is komt hij een groep soldaten tegen . Van angst schiet hij ze dood, hij rent weg tegelijkertijd ziet hij hoe de soldaten dood neervallen. Dan komt hij in een klein donker steegje. Dan komt er een tank langs hij verstopt zich snel achter een berg hout. Als de tank weg is dan gaat hij verder her dorp in. Als hij langs een donker steegje komt ziet hij een kind zitten bij een half dode soldaat.

Hij dacht aan wat de rebellen tegen hem zijden en toen richtte hij zijn geweer op de half dode soldaat en schoot hem dood .

Klasjé zij toen tegen het kind jij gaat met mij mee of anders schiet ik jou ook dood. Klasjé loopt langzaam naar het kind toe en slaat hem bewusteloos. Hij sleept het kind mee het dorp uit dan loopt hij naar de rebellen. Dan gaan ze met ze allen naar het kamp met de ontvoerde kinderen. Als ze op het lamp zijn aangekomen geven klasjé en de anderen kinderen de ontvoerde kinderen uit het dorp aan de rebellen. San loopt klasjé naar een bankje en gaat erop zitten hij smijt z,n geweer op de grond en begint te huilen. Dan komt er een anderen jongen naast klasjé op het bankje zitten en vraagd wat eraan de hand is. Klasjé zegt:nou,ik wil gewoon terug naar m,n ouders de anderen jongen zegt dat hij dat ook wel zou willen. En klasjé zegt dat het onmogelijk is en de jongen zegt:nee hoor ik heb met m’n vrienden een ontsnappingsplan bedacht . Vanavond gaan we ontsnappen! Klasjé vraagt of hij ook mee mag doen en de jongen vindt het goed. Klasjé zegt: leg je plan even uit? Nee ik moet snel naar mijn hut ik moet alles voorbereiden doei. Doei zegt klasjé met een zucht ,en gaat op bed liggen. En valt in slaap . Hij wordt wakker ,staat op . Er licht een brief naast hem hij leest: vanavond om 23:00 uur bij mijn hut . Klasjé hoort voetstappen en stopt het papiertje onder zijn kussen en staat op. Er komt een man binnen lopen en zegt tegen klasjé pak je geweer er komt een aanval. En loopt weg klasjé blijft hopeloos op bed zitten en mompelt : ik was zo dichtbij zo dichtbij………. Pang ! klinkt het in de verte . Klasjé schrikt en pakt zijn geweer en blijft twijfelend staan ……. Dan komt de jongen van gisteren. Binnen rennen met zijn geweer, Klasjé rendt naar hem toe en vraagt: Heb je het gehoord ja zegt het kind…. Even blijven ze stil staan dan vraagt klasjé die kalm is geworden. Hoe heet je eigenlijk? Het jongetje antwoord: ik heet Soa en jij? Klasjé antwoord: ik heet klasjé. Kom snel ze komen er aan! Soa zegt tegen klasjé doe heel voorzichtig we zijn bijna vrij, oké. Kom we gaan naar buiten. Soa en klasjé rennen naar Soa’s vrienden en gaan dan in de bosjes zitten. Daar zijn ze zegt klasjé. En ze gaan op hun buik liggen en wachten. Ze horen dat er verder in hun kamp gegild word, en geschoten. Ze kruipen voorzichtig verder,klasjé en Soa zitten voor op. Ze blijven kruipen, opeens houd het geschiet op. Dan blijven ze liggen….. ze horen voetstappen dichterbij komen, Dan horen ze de soldaten praten, een van de soldaten zegt kijk daar een paar kinderen! PANG,PANG daar vallen de vrienden van soa dood neer. Huilend gaat soa verder, klasjé zegt links af snel! Na een tijdje zijn ze de soldaten kwijt, en komen bij een verwoeste dorp. Klasjé loopt een stukje het dorp in Soa zegt PAS OP! Er vliegt vlak voor klasjé een kogel! Klasjé ziet een groep kinderen met geweren. En schreeuwt PAS OP! Ren snel weg Soa! Ze printen zo snel als ze kunnen naar de bossen. De kinderen schieten maar blijven staan, klasjé en Soa rennen gewoon door. Even later komen ze op een plat veld ze zien soldaten dan klinkt er een grote knal. Gevolgd met allemaal andere knallen! Dus daarom gingen die kinderen ons niet achter na. Dit is een mijnen veld! Wat moet we doen? We kunnen niet terug want dan komen de kindsoldaten zegt soa. Kom hier heen ik zag iets dat heel snel voorbij ging. Mischien is het een auto? Kom we gaan snel zegt soa, Oké we gaan voorzichtig uit het bos. Kom ik zie niemand…. Bukken snel! Ik zag iets. Klasjé en soa zien iets. Liggen het is een geweer! Zegt soa klasjé zegt ssst, ssst. Niet zo hard anders horen ze ons nog zegt klasjé. Kom we gaan verder naar die weg daar. Dan kunnen we weer verder via die bosjes, oké zegt soa. Kom ik hoor geschiet in de verte. In een dorpje waar nog mensen wonen Gaat klasjé naar een man toe en vraagt: hebben jullie niets door van die oorlog? Oorlog? Vraagt de man er is hier hellemaal geen oorlog! Want wij hebben geen geld dus ze komen niet naar ons. Oké bedankt. Hey soa die soldaten komen hier niet dus we zij bijna vrij, oké dan! Dus blijven we dan hier? Ja dat is wel zo slim hé mogen we ergens slapen vraagt soa, oja hoor daar is iedereen welkom. Dank u wel mevrouw oh noem mij maar bamboeëa. Help rennen er komen soldaten aan! Klasjé schrikken op, En kleden zich aan en ze rennen naar buiten en gaan in de bosjes zitten. De soldaten vragen aan de mensen of ze twee jongens hebben gezien. De dorpelingen zeggen nee die hebben we niet gezien. Als we merken dat jullie liegen dan branden we jullie hele dorp plat! De jongens halen opgelucht adem. Kijk uit daar komen ze aan. Daarzo gilt een jongenje. Klasjé en soa rennen zo hard als ze kunnen de kogels vliegen om hun oren, snel spring in dat meer! Plons! Na een paar minuten kwamen ze weer boven en de soldaten waren weg, ze klimmen uit het water en blijven even liggen…… daar een auto,de auto stopt er komt een soldaat uit,schiet 2x en stapt dan snel in de auto en rijd weg. Kom soa we gaan weer verder,soa geeft geen antwoord,soa?soa!klasjé begint te huilen en merkt niet dat er een auto aan komt rijden. Er stapt iemand uit, en heeft een shirt van warchild aan en zegt tegen het kind:kom met ons mee we maken je leven weer normaal. Klasjé gaat mee en is nu erg gelukkig!!

       Einde!

van leander,luke en rowdy

Sebastiaan door Benjamin Sebastiaan is een jongen in de oorlog, zijn vader moet vechten voor het land. Op een dag stonden er 2 mannen met geweren voor de deur. Ze zeiden tegen Karijn, de moeder van sebastiaan, dat sebastiaan moet meevechten in de oorlog. Meteen komt sebastiaan naar buiten en word in een auto met 5 andere kinderen geduwd. Wat is er aan de hand? Vraagt hij. Een van de jongens legt uit dat ze mee moeten vechten voor het leger, want zij zijn klein en behendig, en zij zijn kinderen, dus er wordt niet zo snel op hen geschoten. Sebastiaan schrikt, het leger waar hij tegen moet vechten is het leger waar zijn vader in zit. Dan komt hij aan in een kamp met 200 jongens van ongeveer 10 jaar oud. Hij wordt in een tent gestopt met 7 andere jongens en krijgt eten. Elke dag krijgt hij oude pap en warm water te eten en te drinken. Na 16 dagen hoort hij iemand roepen dat alle jongens moeten komen voor een aanval op het dorp aan de overkant. Sebastiaan schrikt, daar woont zijn moeder. Maar hij gaat wel mee. Even later krijg hij een geweer en 2 handgranaten. Ze gaan naar het dorp en opeens hoort hij een schot en meteen begint iedereen te schieten op de vluchtende en gillende mensen uit het dorp. Dan hoort hij gegil vlak naast zich en merkt dat er een leger achter hun staat. Meteen beginnen ze op elkaar te schieten. Dan schrikt sebastiaan, hij ziet zijn vader. Opeens hoort hij een knal van een handgranaat en die ziet hij vlak naast zijn vader neerkomen. NEE, roept sebastiaan, maar het is al te laat, zijn vader ligt bijna dood op de grond. Woedend begint sebastiaan alle kanten op te schieten en hij schiet zijn eigen generaal en 6 jongens dood. Daarna is alles zwart voor zijn ogen

In het ziekenhuis

Sebastiaan ligt in het ziekenhuis op een bed. Dan komt er een zuster aanlopen en zegt dat hij een beenwond en een armwond heeft. Opeens ziet hij zijn vader naast zich liggen, PAPA, roept hij. Maar de zuster zegt dat het heel slecht met hem gaat. Een dag later sterft zijn vader aan verwondingen. De zuster verteld dat hij bevrijdt uit de oorlog is, de soldaten van zijn vader hadden gewonnen en de volwassen soldaten waar hij bij zat zijn gevangen genomen en de kinderen die nog leven zijn vrijgelaten. Jij bent uit de oorlog, zegt een zuster. Het dorp is bevrijd en als je wonden weer gesloten zijn mag je weer naar huis toe. 3 dagen later mag sebastiaan weer terug naar huis en als hij eindelijk zijn moeder weer ziet is hij heel gelukkig. Maar dan ziet hij een soldaat met een geweer die niet gevangen is genomen en die schiet op zijn moeder. Sebastiaan ziet het en springt voor zijn moeder. PANG Dan valt hij op de grond en de soldaat schiet nog een keer en schiet dan zijn moeder dood. Als sebastiaan in een ander ziekenhuis weer wakker word hoort hij dat zijn moeder ook dood is, met sebastiaan is er niets aan de hand.

Sebastiaan is uit de oorlog, maar de oorlog nooit uit sebastiaan

Benjamin