Verpleegkundige

Florence Nightingale was de eerst verpleegkundig die het als vak maakten en dat er opleidingen er voor gingen bestaan in 1875

Een verpleegkundige is een man of vrouw die patiënten verpleegt. Verplegen betekent dat je mensen helpt, omdat zij alledaagse dingen, zoals wassen en aankleden, niet meer zelf goed kunnen doen. Ook helpt de verpleegkundige de dokter. Hij of zij neemt de vitale functies op - temperatuur, pols, RR (bloeddruk), saturatie (hoeveelheid zuurstof in het bloed) meten, deelt medicijnen uit en nog veel meer. Als je verpleegkunde studeert, moet je ook een aantal verpleegtechnische vaardigheden behalen zoals stomazorg, katheteriseren, sondevoeding (PEG).

Een verpleegkundige kan in het ziekenhuis werken maar ook op allerlei andere plaatsen. Zo zijn er verpleegkundigen die op de ambulance werken, in de gehandicaptenzorg, de geestelijke gezondheidszorg, het bejaardentehuis of in de thuiszorg, maar ook bijvoorbeeld in de gevangenis of op het vliegveld.

Verschil tussen verpleegkundige en verzorgende IG

Het grote verschil tussen verzorgenden IG en verpleegkundigen is dat een verpleegkundige meer verantwoordelijkheden krijgt en leiding geeft in de gezondheidszorg. Dat hoeft een verzorgende IG niet te doen. Een verpleegkundige mag in het ziekenhuis en overal in de gezondheidszorg werken en een verzorgende IG mag overal werken behalve in het ziekenhuis.

Het verschil in verpleegtechnische handelingen is niet groot: een verpleegkundige mag maar 3 dingen meer, namelijk infuus aanbrengen, bloedprikken en het uitzuigen van dingen uit het lichaam. De rest mag een verzorgende IG ook allemaal uit voeren.

Opsomming van verpleegtechnische handelingen

Medicijnen registreren/toedienen, zuurstof toedienen, bloed en bloedproducten toedienen, wonden verzorgen, hechtingen verwijderen, lichaamstemperatuur regelen/opnemen, injectie toedienen, ademhaling en polsslag controleren, verbanden aanbrengen, darminspuitingen toedienen, reanimeren,...