Northumbrian smallpipes
|
|
De Northumbrian smallpipes (ook bekend als de Northumbrian pipes ) zijn met blaasbalgen geblazen doedelzakken uit Noordoost-Engeland, waar ze al meer dan 200 jaar een belangrijke onderdeel zijn in de lokale volksmuziek. De familie van de hertog van Northumberland heeft al meer dan 250 jaar een officiële doedelzakspeler, en in recentere tijden hebben de burgemeester van Gateshead en de burgemeester van Newcastle beide de traditie hersteld door officiële doedelzakspelers van Northumbria aan te stellen.
Het instrument bestaat uit één chanter (melodiepijp met gaatjes, maar meestal met toetsen) en meestal vier drones (pijpen waar het wat monotone geluid uit komt). De cilindrisch (overal even breed) geboorde chanter heeft een aantal metalen toetsen, meestal zeven, maar er kunnen chanters met een bereik van meer dan twee octaven (toonladders) worden gemaakt waarvoor zeventien of meer toetsen nodig zijn, die allemaal met de rechterduim of de linker pink worden gespeeld. Er wordt geen overblazen toegepast om dit bereik van twee octaven te krijgen, dus de toetsen zijn daarom nodig, samen met de lengte van de chanter, om de twee octaven te verkrijgen.
De chanter van de Northumbrian smallpipes met een volledig gesloten uiteinde, gecombineerd met de ongewoon strakke vingerzettingsstijl (elke noot wordt gespeeld door slechts één vinger op te tillen of één toets te openen) betekent dat de traditionele Northumbrian piping staccato van stijl is. Dat wil zeggen dat de noten kort klinken. Omdat de boringen zo smal zijn (meestal ongeveer 4,3 millimeter voor de chanter), is het geluid veel zachter dan bij de meeste andere doedelzakken.
Hoe het begon
De vroegst bekende beschrijving van een dergelijk instrument in Groot-Brittannië staat in het Talbot-manuscript uit ongeveer 1695. De vroegere chanters hadden enkel gaten, vergelijkbaar met die van een blokfluit. Later kwamen er kleppen of toetsen bij vergelijkbaar met die van een klarinet. In de praktijk vinden beginnende spelers dat de chanter met zeven toetsen, met een toonbereik van D tot b, voldoende is om het meeste traditionele piping nummers te spelen. De chanter heeft een dubbel riet, vergelijkbaar in constructie met een hobo riet.