Oriëntalisme
|
|
Oriëntalisme is de westerse opvatting van de cultuur van "het Oosten". Hiermee wordt bedoeld hoe mensen in westerse landen (zoals Nederland en België) tegen de cultuur van oosterse landen (zoals China, India en de landen van het Midden-Oosten) aankijken. In het westen heeft men een stereotype beeld van hoe die culturen zijn. In de kunst en media worden die stereotypen vaak gebruikt.
De term werd bedacht door de Palestijns-Amerikaanse wetenschapper Edward Said. In 1978 schreef hij een boek met de naam Orientalism. Western Conceptions of the Orient. In dat boek beschrijft hij hoe het Westen het Oosten als "de ander" ziet. Hierdoor kan het Westen zijn eigen identiteit bepalen. Zijn boek speelt nog altijd een belangrijke rol binnen het postkolonialisme.
De term
"Oriëntalisme" is afgeleid van het woord "Oriënt". Dat woord betekent oosten. Het woord "Oriënt" is dan ook het tegenovergestelde van het woord "Occident", wat westen betekent.
Wanneer we spreken over oriëntalisme speelt dat verschil tussen oosten en westen een rol. Met oosten wordt de "Oostelijke Wereld" genoemd. Die bestaat uit:
- Het Nabije Oosten, bestaande uit onder andere Turkije en Syrië.
- Het Midden-Oosten, bestaande uit onder andere Egypte, Saoedi-Arabië en Irak.
- Het Verre Oosten, bestaande uit onder andere Japan, China en Korea.
Ook landen als India, Iran, Kazachstan, Indonesië en soms zelfs Marokko en Algerije worden tot het oosten gerekend. Turkije en Rusland zijn een twijfelgeval, omdat de cultuur van die landen veel westerse invloeden hebben.
De westerse wereld bestaat uit Europa (voornamelijk West-Europa), de Verenigde Staten en landen als Canada, Nieuw-Zeeland en Australië.
Edward Said
Oriëntalisme werd als term bedacht door Edward Said. In 1978 schreef hij het boek Orientalism. Western Conceptions of the Orient (Oriëntalisme: Westerse opvattingen van de Oriënt). Volgens Said is oriëntalisme een westerse manier van denken, schrijven en spreken als het over de Oriënt gaat. Het Westen zet zich dan af tegen het Oosten. Het Oosten wordt als "de ander" beschouwd. Hierdoor kan het Westen haar eigen identiteit bepalen. Oriëntalisme is dus de bril waardoor het Westen naar het Oosten kijkt. Dat denken hangt samen met kolonialisme. Westerse landen hebben namelijk lang Oosterse landen gekolonialiseerd. Het Westen ziet haar cultuur als superieur (beter) dan de Oosterse cultuur. Ook ziet het Westen haar cultuur als de standaard en de Oosterse cultuur als vreemd.
De cultuur van het Westen wordt als mannelijk, sterk, rationeel, democratisch en progressief gezien. De cultuur van het Oosten is daarentegen vrouwelijk, zwak, ouderwets, niet-rationeel en sensueel. Ook wordt het Oosten vaak in verbrand gebracht met mysterie en magie. In die cultuur speelt emotie een belangrijke rol, terwijl het Westen meer gebruik zou maken van het verstand.
Deze denkwijze kwam op in de 19e eeuw. Toen bereikte het kolonialisme haar hoogtepunt. Door de Oriënt als zwak, primitief en niet-rationeel af te beelden, konden Westerse landen een reden hebben om de gebieden te koloniseren. Zo zouden Westerse landen vooruitgang, democratie en verstand naar de regio toebrengen. Hiermee probeerden ze de uitbuiting en andere koloniale misdaden goed te praten.
In de kunst
In de kunst wordt de Oriënt vaak als exotisch paradijs voorgesteld met mooie vrouwen, gevaarlijke mannen, palmbomen, bijzondere planten en dieren, vurige paarden en veel minaretten en arabesken. Kunstenaars waren geïnspireerd door de verhalen van Duizend-en-een-nacht en andere volksverhalen. Ook vliegende tapijten, slangenfluiters, vervloekingen, opdringerige handelaars en het harem komen veel voor in die kunstwerken. Tijdens de 19e eeuw was men zo erg geïnteresseerd dat ook in de architectuur die dingen voorkwamen. Een voorbeeld is het Royal Paviljon in Brighton dat in "Oosterse stijl" gemaakt werd.
Vaak zijn die kunstwerken gebaseerd op stereotypes. Kunstenaars gebruikten elementen uit verschillende culturen en hun eigen verbeelding. Hierdoor zijn die kunstwerken en verhalen geen correcte afspiegeling van de cultuur. Het is eerder een foutief beeld bedoeld om mooi te zijn.
Enkele voorbeelden
De volgende kunstwerken en media zijn voorbeelden van oriëntalisme:
- De Disneyfilm Aladdin werd beschuldigd van oriëntalisme. De film gebruikt verschillende elementen uit Midden-Oosterse en Indiase culturen, maar beeldt geen van die culturen correct af. De stad "Agrabah" wordt een exotische setting gezien met kamelen, stoffige woestijnen en slangenbezweerders. Ook de personages zijn stereotyperend. Zo wordt de slechterik (Jafar) afgebeeld met een donkere huid en scherpe gelaatstrekken. Die elementen worden vaak gebruikt om kwaadaardige oosterlingen uit te beelden. Aladdin en Jasmine hebben een meer westers uiterlijk met een lichte huidskleur en westers dialect. Dat wordt vaak gedaan bij "goede oosterse personages". Ook magische elementen komen voor zoals een geest in een olielamp en een vliegend tapijt.
- De attractie Fata Morgana uit de Efteling is een ander voorbeeld. De attractie is een mengelmoes van allerlei oosterse culturen die als één cultuur worden voorgesteld. Ook zijn er veel scènes waarin mensen wreed behandeld worden zoals een martelkamer en arme bedelaars naast een paleis met grote hoeveelheden goud. Vrouwen worden op een sensuele manier voorgesteld (zoals buikdanseressen), terwijl de man vaak dom of gewelddadig zijn.