April

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

April is de vierde maand van het jaar. April telt altijd 30 dagen.

April wordt ook wel eens grasmaand, paasmaand en eiermaand genoemd. April komt van het Latijnse woord aperire, wat openen betekend. Een andere theorie voor de verklaring van april is dat het komt van een woord dat tweede betekend of van Aperta, een bijnaam van Apollon, een Griekse god.

De Romeinse benaming voor april is Aprilis, de Latijnse naam is Ijar. De sterrenbeelden van april zijn Ram en Stier.

Weerspreuken van april

  • April doet wat hij wil.
  • April veel regen, brengt rijke zegen.
  • April koud en mei warm, geen boer wordt er arm.
  • Zelfs aprilletje zoet heeft nog wel eens een witte hoed.
  • Sneeuwt april nog op onze hoed, is voor druiven en koren goed.
  • Verschaft april mooie dagen, dan pleegt de mei de last te dragen.
  • April koud en nat, vult schuur en vat.
  • De vrouwen en de aprillen, hebben beiden hun grillen.
  • De heren en de aprillen, bedriegen die zij willen.
  • Wil april niet vertrouwen, hij is en blijft de ouwe. Nu lacht hij vals met zonnegloren en gooit dan weer met hagelstenen om je oren.
 
Maanden van het jaar

Januari | Februari | Maart | April | Mei | Juni | Juli | Augustus | September | Oktober | November | December

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=April&oldid=183850"