Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Beeld en geluid is een mediamuseum in Hilversum. Voluit heet het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Het wordt ook wel het Nederlands Audiovisueel Archief genoemd. Je kunt er niet alleen zien hoe radio en televisie wordt gemaakt, maar ze schenken er ook aandacht aan andere (digitale) media, waaronder fakenews. Daarnaast is het ook een centrum waar beeld- en geluidsmateriaal wordt bewaard van de Nederlandse omroepen. Het museum wordt in het najaar van 2022 heropend na een grondige opknapbeurt en herinrichting.
Geschiedenis
Het bedrijfsarchief van de Publieke Omroep, het Filmarchief van de Rijksvoorlichtingsdienst, de Stichting Film en Wetenschap en het Nederlands Omroepmuseum fuseerden (gingen samen) op 25 juni 1997 tot het Nederlands Audiovisueel Archief (NAA). Vanaf 2002 heet het NAA het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Het museum laat onder andere de groei van de omroepen zien vanaf 1920. Hilversum is vanaf het begin een mediastad, mede door de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF) waar de eerste zend- en ontvanginstallaties voor schepen en vliegtuigen werden gemaakt. Eind 1922 werd daar begonnen met de productie van radiotoestellen. In 1923 ontstond er de eerste omroep met een experimentele elektronische radiozender en richtte zij tevens een radiostudio in op het fabrieksterrein aan de Jan van der Heydenstraat (nu een winkelcentrum).
Na de Tweede Wereldoorlog werd op 10 februari 1947 Nederlandsche Radio Unie (NRU) opgericht en werd er een fonotheek met her te gebruiken geluidsopnames in gebruik genomen. Later werd dat de Muziekbibliotheek van de Omroep met een enorme collectie aan bladmuziek die wordt gedigitaliseerd. Deze muziek werd o.a. gemaakt voor radio en TV.
Op 2 oktober 1951 vond de eerste officiële Nederlandse televisie-uitzending plaats. Deze werd verzorgd door de Nederlandse Televisie Stichting (NTS) In 1958 begon de NTS met het Centrale Filmarchief. Journaalfilms en televisiemateriaal van alle omroepen werden vanaf die tijd voor hergebruik centraal bewaard.
De NRU en de NTS gingen samen verder als de Nederlandse Omroep Stichting (NOS). Tussen 1983 en 2006 was het beeldarchief nog in het Videocentrum op het Media Park te vinden. In 1990 vielen geluid, video en film samen onder de Stichting Audiovisueel Archief Centrum (AVAC). Het beheren en conserveren (bewaren) van beeld- en geluidsdragers (grammofoonplaten, geluidsbanden, vidiobanden en filmmateriaal enzovoorts) vraagt om wetenschappelijke kennis. De depots van het huidige gebouw zorgen voor het juiste klimaat om de spullen te bewaren. Uitzonderingen zijn kleurenfilms en nitraatfilms. Kleurenfilms bevinden zich in zogenoemde filmkluizen in een bedrijfsverzamelgebouw in Rijswijk.
Ondertussen waren er nog andere organisaties die zich met het beeld- en geluidsmateriaal bezig hielden.
In 1976 werd het Stichting Nederlands Omroepmuseum opgericht. Hierbij ging het vooral om een verzameling audiovisuele apparatuur (opnemen en afspelen). In 2006 veranderde het museum van concept (idee) en is het onderdeel geworden van de Beeld en Geluid Experience in het gebouw van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid op het Media Park. De bouw van dit kleurrijke gebouw startte begin 2004, in juli 2006 volgde de oplevering van het pand. Het gebouw valt op door de grote kleurvlakken naar een ontwerp van Jaap Drupsteen. Het gebouw werd op 6 december 2005 geopend door koningin Beatrix.