Bos (landschap)

Een bos is een gebied waar vooral bomen groeien. In een bos staan de bomen tamelijk dicht bij elkaar. Daardoor vormen de toppen van een bomen een soort dak. Alleen als zeker 63% van de lucht door de boomtoppen wordt bedekt, dan heet zo'n gebied met bomen ook echt een bos. Dat betekent dus dat al je van in zo'n bos omhoog kijkt, je meer boomtoppen ziet dan blauwe lucht. In een bos is dan ook veel schaduw. Tussen de bomen op de grond groeien kleinere planten en struiken die niet zoveel licht nodig hebben.

Verschillende soorten

Er zijn allerlei verschillende soorten bos. Wat voor soort bos ergens staat hangt af van het klimaat en van de bodem. Een paar voorbeelden zijn:

• Naaldbos - Een bos met vooral of alleen naaldbomen, zoals dennen en sparren. Naaldbomen kunnen goed tegen de kou en in koude gebieden vind je dus vooral naaldbossen.
• Loofbos - Met vooral loofbomen (dus niet met naalden maar met bladeren, die afvallen in de winter). Soms staan er vooral uit 1 soort bomen, bijv. een berkenbos of een beukenbos.
• Tropische bossen, zoals tropische regenwouden of jungles - Bossen die alleen in warme gebieden kunnen groeien.

Zie ook

• Bebossing