Costa Rica: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 8: Regel 8:
   
 
Hier zijn enkele voorbeelden:
 
Hier zijn enkele voorbeelden:
*De [[Chorotega]] kwamen uit Mexico een leefden in de regio's [[Guanacaste]] en [[Nicoya]] in het noordfwestne van het landen. Tegenwoordig leven hun afstammelingen in het zuiden van Costa Rica, aan de grens met [[Panama]]. De Chortega waren meer ontwikkeld dan de andere inlandse volkeren. Ze verbouwden al maïs en bonen, woonden in houten huizen en in ommuurde nederzettingen met een marktplein. Hun kleding maakten ze van katoenvezels en ze verbouwden immers ook katoen. Ze spraken [[Nahuatl]], de taal van de Azteken, hadden een schrijftaal en gebruikten een kalender. Ze verhandelden daarnaast ook jade met de Maya's.
+
*De [[Chorotega]] kwamen uit Mexico een leefden in de regio's [[Guanacaste]] en [[Nicoya]] in het noordwesten van het landen. Tegenwoordig leven hun afstammelingen in het zuiden van Costa Rica, aan de grens met [[Panama]]. De Chortega waren meer ontwikkeld dan de andere inlandse volkeren. Ze verbouwden al maïs en bonen, woonden in houten huizen en in ommuurde nederzettingen met een marktplein. Hun kleding maakten ze van katoenvezels en ze verbouwden immers ook katoen. Ze spraken [[Nahuatl]], de taal van de Azteken, hadden een schrijftaal en gebruikten een kalender. Ze verhandelden daarnaast ook jade met de Maya's.
*In het centrale bergland van Costa Rica, geïsoleerd van de rest van de wereld, leefden de [[Corobicí]], een groep [[jager-verzamelaar]]s en getalenteerde goudsmeden. Hun dorp Corybao telde duizend inwoners, had geplaviede straten, aquaducten en stenen waterreservoirs. De Corobicí-indianen hadden nauwelijks persoonlijke bezittingen, maar ze waren wel tot de technische hoogstandjes in staat en hadden een adembenemend gevoel voor schoonheid. In het [[Pre-Columbian Gold Museum]] in de hoofdstad [[San José]] kan je collecties gouden voorwerpen zien.
+
*In het centrale bergland van Costa Rica, geïsoleerd van de rest van de wereld, leefden de [[Corobicí]], een groep [[jager-verzamelaar]]s en getalenteerde goudsmeden. Hun dorp Corybao telde duizend inwoners, had geplaveide straten, aquaducten en stenen waterreservoirs. De Corobicí-indianen hadden nauwelijks persoonlijke bezittingen, maar ze waren wel tot de technische hoogstandjes in staat en hadden een adembenemend gevoel voor schoonheid. In het [[Pre-Columbian Gold Museum]] in de hoofdstad [[San José]] kun je collecties gouden voorwerpen zien.
*In de [[Cordillera de Talamanca]] (gebergte op de grens met Panama) leeefden ook de Cabécare en de Guaymí. De kusten en bergen meer naar het zuiden waren dan ook weer het leefgebied van de Boruca en de Diqui. Aan de Caribische kust waren de Kekodldi en de Bribrí thuis. Zij waren jager-vissers en hebben ontdekkingsreiziger [[Christoffel Columbus]] gastvrij ontvangen.
+
*In de [[Cordillera de Talamanca]] (gebergte op de grens met Panama) leefden ook de Cabécare en de Guaymí. De kusten en bergen meer naar het zuiden waren dan ook weer het leefgebied van de Boruca en de Diqui. Aan de Caribische kust waren de Kekodldi en de Bribrí thuis. Ze waren jager-vissers en hebben ontdekkingsreiziger [[Christoffel Columbus]] gastvrij ontvangen.
 
===Christoffel Columbus en de ontdekking van Costa Rica===
 
===Christoffel Columbus en de ontdekking van Costa Rica===
 
Op 25 september 1502 legde [[Christoffel Columbus]], Admiraal van de Oceaanzee, aan op het eiland [[Uvita]] aan de Caribische kust van Costa Rica, slechts 3 km van de huidige stad [[Puerto Limón]], die hij zelf Cariay noemde. Het is zijn vierde en laatste reis naar Amerika en ook de lastigste van allemaal. Hij vertrok vanaf het eiland Hispaniola (nu [[Dominicaanse Republiek]]), voer langs de kust van het huidige [[Hondarus]], waar hij 88 dagen lang door een storm werd achtervolgd. Hij stopte hier uit logistieke overwegingen en om de schepen te herstellen. Columbus dacht dat hij Indië ontdekt had en dus ook Cathay, de naam van China in de 15e eeuw. De indianen vertelden hem over mijnen waren goud te vinden zou zijn; bij dorpen met de namen Ciama, waar hij denkt aan het [[Cambodja]] van [[Marco Polo]], Caramburu en Beragua.
 
Op 25 september 1502 legde [[Christoffel Columbus]], Admiraal van de Oceaanzee, aan op het eiland [[Uvita]] aan de Caribische kust van Costa Rica, slechts 3 km van de huidige stad [[Puerto Limón]], die hij zelf Cariay noemde. Het is zijn vierde en laatste reis naar Amerika en ook de lastigste van allemaal. Hij vertrok vanaf het eiland Hispaniola (nu [[Dominicaanse Republiek]]), voer langs de kust van het huidige [[Hondarus]], waar hij 88 dagen lang door een storm werd achtervolgd. Hij stopte hier uit logistieke overwegingen en om de schepen te herstellen. Columbus dacht dat hij Indië ontdekt had en dus ook Cathay, de naam van China in de 15e eeuw. De indianen vertelden hem over mijnen waren goud te vinden zou zijn; bij dorpen met de namen Ciama, waar hij denkt aan het [[Cambodja]] van [[Marco Polo]], Caramburu en Beragua.
Regel 16: Regel 16:
 
En ook Ciguare, waar peper zou zijn, de nobele specerij. In het begin van de 16e eeuw kostte een gram peper evenveel als een gram goud. Volgens zijn dagboek trok de admiraal van Caramburu een paar kilometer landinwaarts. Hij is ervan overtuigd dat zich op een paar kabellengtes van de kust een volledig, onbekend land bevindt. Er wordt vaak beweerd dat Christoffel Columbus deze regio de naam "Costa Rica", wat rijke kust betekent, zou hebben gegeven, maar hij heeft die naam echter nooit gebruikt (ook niet in zijn dagboek en ook niet in zijn brieven). Er wordt ook weleens gezegd dat de admiraal het land "La Huerta" (de tuin) gedoopt zou hebben, maar daar is er ook geen bewijs van.
 
En ook Ciguare, waar peper zou zijn, de nobele specerij. In het begin van de 16e eeuw kostte een gram peper evenveel als een gram goud. Volgens zijn dagboek trok de admiraal van Caramburu een paar kilometer landinwaarts. Hij is ervan overtuigd dat zich op een paar kabellengtes van de kust een volledig, onbekend land bevindt. Er wordt vaak beweerd dat Christoffel Columbus deze regio de naam "Costa Rica", wat rijke kust betekent, zou hebben gegeven, maar hij heeft die naam echter nooit gebruikt (ook niet in zijn dagboek en ook niet in zijn brieven). Er wordt ook weleens gezegd dat de admiraal het land "La Huerta" (de tuin) gedoopt zou hebben, maar daar is er ook geen bewijs van.
   
Op 5 oktober 1502 voer de admiraal verder zuidwaarts, op zoek naar de goudmijnen van Bergua. Hij passeert de Bocas del Drago (nu de Caribische kust van Panama) en stopt op een eiland dat nog altijd zijn naam draagt, namelijk Isla Colón. Daarna zet hij zijn reis langs de kust voort, tot aan de monding van de Rio Belèn, waar hij van 6 januari tot 16 april 1503 blijft. Hij probeert er tevergeefs een dorp te stichten, zoekt tevergeefs naar het goud van Beragua en een deel van zijn bemanning wordt door de de indianen afgeslacht. Columbus ontsnapt op het nippertje aan de moordpartij en verloor de plek.
+
Op 5 oktober 1502 voer de admiraal verder zuidwaarts, op zoek naar de goudmijnen van Bergua. Hij passeert de Bocas del Drago (nu de Caribische kust van Panama) en stopt op een eiland dat nog altijd zijn naam draagt, namelijk Isla Colón. Daarna zet hij zijn reis langs de kust voort, tot aan de monding van de Rio Belèn, waar hij van 6 januari tot 16 april 1503 blijft. Hij probeert er tevergeefs een dorp te stichten, zoekt tevergeefs naar het goud van Beragua en een deel van zijn bemanning wordt door de indianen afgeslacht. Columbus ontsnapt op het nippertje aan de moordpartij en verloor de plek.
   
 
Op de Spaanse kaarten van de 15de eeuw werd de naam Beragua bijgeschreven. Die naam gold bij uitbreiding voor de hele regio in het noordwesten van het huidige Panama en het zuidoosten van Costa Rica. In de fantasie van de Spanjaarden werd de regio zo mythisch dat keizer [[Karel V]] er later een erfelijk hertogdom van maakte. De eerste hertog werd [[Luis Colón de Toledo]], een kleinzoon van Columbus. Zeventien generaties later dragen zijn nakomelingen nog altijd de titel hertog van Veragua (huidige naam Beragua).
 
Op de Spaanse kaarten van de 15de eeuw werd de naam Beragua bijgeschreven. Die naam gold bij uitbreiding voor de hele regio in het noordwesten van het huidige Panama en het zuidoosten van Costa Rica. In de fantasie van de Spanjaarden werd de regio zo mythisch dat keizer [[Karel V]] er later een erfelijk hertogdom van maakte. De eerste hertog werd [[Luis Colón de Toledo]], een kleinzoon van Columbus. Zeventien generaties later dragen zijn nakomelingen nog altijd de titel hertog van Veragua (huidige naam Beragua).
Regel 22: Regel 22:
 
De droom van Columbus sterft niet samen met hem. Na hem komen nog meer conquistadores (veroveraars), eveneens met de nodige problemen naar Costa Rica om het land te verkennen en te koloniseren.
 
De droom van Columbus sterft niet samen met hem. Na hem komen nog meer conquistadores (veroveraars), eveneens met de nodige problemen naar Costa Rica om het land te verkennen en te koloniseren.
 
===Na 'El Descubridor', nu 'Los Conquistadores'===
 
===Na 'El Descubridor', nu 'Los Conquistadores'===
In 1507 werkte koning [[Ferdinand van Spanje]] een plan uit voor de verkenning en de verovering van Tierra Firme, het vasteland van [[Midden-Amerika]]. Hij stelt [[Diego de Nicuesa]] aan als gouverneur van Vergua. Dat zijn gebieden die tot dan toe niet verkend en dus onbekend zijn. De veroveraars vertrokken van het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek nu), komen aan in Cartagena de las Indias ([[Colombia]] nu) en starten met hun ontdekkingstocht in noordelijke richting. De tegenslagen stapelen zich op; schepen lijden schipbreuk en rivaliteit tussen de conquistadores zorgen ervoor dat Nicuesa met slechts 700 manschappen de jungle van [[Darién]] intrekt. Te voet trekken ze noordwaars en de expeditie is een helletocht. Het klimaat is verzengend en ongezond, het regent heel hard, de tropische koortsanvallen verowesten zijn manschappen en de indianen voeren verassingsaanvallen uit tegen de Spanjaarden, die ze als indringers beschouwden. Nicuesa moet zijn poging mom de regio te verkennen en te koloniseren opgeven. Balboa, één van zijn rivalen, slaagt erin hem in ongenade te laten vallen. In 1511 geeft Nicuesa zich gewonnen en hij wordt in een kleine roeiboot gezet. In 1519 is er weer een conquistador die het erop waagt; [[Pedraris Dávila]], die bekend staat om zijn wreedheid. Hij hongert naar rijkdom, pracht en praal en sticht aan de Pacifische kust de stad [[Panama Stad|Panamá]]. Die moet de strategische basis worden vanwaar de Spanjaarden de Zuidzee kunnen verkennen. Er wordt een expeditie over land georganiseerd met aan het hoofd GGaspar de Espionsa. Pizarro, die later Peru zal veroveren, maakt deel uit van de expeditie. De Spanjaarden bereiken het zuiden van Costa Rica. Spanje stuurt Gill González Dávila om het werk ter plaatse voort te zetten en in Panama een oogje te houden op de activiteiten van zijn rivaal Pedrarias. In 1523 start hij vanuit Panama een expeditie, met voetvolk en met paarden. Hij heeft meer geluk dan Nicuesa. Hij vindt veel goud en de indianen verzekeren hem dat er meer naar het westen rijkere gebieden liggen. Gonzáles Dávila denkt dat hij het beloofde land heeft ontdekt. Hij geeft het gebied dat sinds de ontdekking La Huerta werd genoemd, een nieuwe naam: '''Costa Rica''', wat betekent; de rijke kust. Maar zijn kolonisatieplan mislukt, veel van zijn manschappen sterven aan tropische koortsaanvallen.
+
In 1507 werkte koning [[Ferdinand van Spanje]] een plan uit voor de verkenning en de verovering van Tierra Firme, het vasteland van [[Midden-Amerika]]. Hij stelt [[Diego de Nicuesa]] aan als gouverneur van Vergua. Dat zijn gebieden die tot dan toe niet verkend en dus onbekend zijn. De veroveraars vertrokken van het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek nu), komen aan in Cartagena de las Indias ([[Colombia]] nu) en starten met hun ontdekkingstocht in noordelijke richting. De tegenslagen stapelen zich op; schepen lijden schipbreuk en rivaliteit tussen de conquistadores zorgen ervoor dat Nicuesa met slechts 700 manschappen de jungle van [[Darién]] intrekt. Te voet trekken ze noordwaarts en de expeditie is een helletocht. Het klimaat is verzengend en ongezond, het regent heel hard, de tropische koortsaanvallen verwoesten zijn manschappen en de indianen voeren verassingsaanvallen uit tegen de Spanjaarden, die ze als indringers beschouwden. Nicuesa moet zijn poging mom de regio te verkennen en te koloniseren opgeven. Balboa, één van zijn rivalen, slaagt erin hem in ongenade te laten vallen. In 1511 geeft Nicuesa zich gewonnen en hij wordt in een kleine roeiboot gezet. In 1519 is er weer een conquistador die het erop waagt; [[Pedraris Dávila]], die bekend staat om zijn wreedheid. Hij hongert naar rijkdom, pracht en praal en sticht aan de Pacifische kust de stad [[Panama Stad|Panamá]]. Die moet de strategische basis worden vanwaar de Spanjaarden de Zuidzee kunnen verkennen. Er wordt een expeditie over land georganiseerd met aan het hoofd GGaspar de Espionsa. Pizarro, die later Peru zal veroveren, maakt deel uit van de expeditie. De Spanjaarden bereiken het zuiden van Costa Rica. Spanje stuurt Gill González Dávila om het werk ter plaatse voort te zetten en in Panama een oogje te houden op de activiteiten van zijn rivaal Pedrarias. In 1523 start hij vanuit Panama een expeditie, met voetvolk en met paarden. Hij heeft meer geluk dan Nicuesa. Hij vindt veel goud en de indianen verzekeren hem dat er meer naar het westen rijkere gebieden liggen. Gonzáles Dávila denkt dat hij het beloofde land heeft ontdekt. Hij geeft het gebied dat sinds de ontdekking La Huerta werd genoemd, een nieuwe naam: '''Costa Rica''', wat betekent; de rijke kust. Maar zijn kolonisatieplan mislukt, veel van zijn manschappen sterven aan tropische koortsaanvallen.
   
 
De Spaanse kroon richt haar aandacht daarna op de rijkdommen in Mexico en Peru, die veel aanzienlijker zijn dan in Costa Rica. Het land wordt aan zijn lot overgelaten omdat het te moeilijk is om erin door te dringen. Maar aan het einde van de 16e eeuw onder koning [[Filips II]], komt de droom om het land te koloniseren toch weer naar boven. De Spaanse koning wil de lokale bevolking bekeren, maar die sterft massaal door Europese ziektes die de veroveraars meebrengen, waaronder pokken.
 
De Spaanse kroon richt haar aandacht daarna op de rijkdommen in Mexico en Peru, die veel aanzienlijker zijn dan in Costa Rica. Het land wordt aan zijn lot overgelaten omdat het te moeilijk is om erin door te dringen. Maar aan het einde van de 16e eeuw onder koning [[Filips II]], komt de droom om het land te koloniseren toch weer naar boven. De Spaanse koning wil de lokale bevolking bekeren, maar die sterft massaal door Europese ziektes die de veroveraars meebrengen, waaronder pokken.

Versie van 23 dec 2019 12:48

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Toelichting: Tot en met naar schatting 24 december
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Republiek Costa Rica
República de Costa Rica

Flag of Costa Rica (state).svg Coat of arms of Costa Rica.svg Costa Rica locator map.png

Hoofdstad San José
Aantal inwoners 5.163.038 (2021)
Oppervlakte 51.100 km²
Regeringsvorm Presidentiële republiek
President Carlos Alvarado Quesada (sinds 2018)
Godsdienst Christendom (72,6%)
Geen religie (27%)
Overig (0,4%)
Taal Spaans (español)
Munteenheid Costa Ricaanse colón
Volkslied Noble patria, tu hermosa bandera
Motto ¡Pura vida!
Nationale feestdag Onafhankelijkheidsdag (15 september)
Landcode CR

Costa Rica is een land in Midden-Amerika. De hoofdstad is San José. Het wordt omringd door de Atlantische Oceaan en de Grote Oceaan. In het noorden grenst het aan Nicaragua en in het zuiden aan Panama.

Geschiedenis

Precolumbiaanse indianen (voor 1492)

Anders dan de Inca's in Peru, de Maya's en de Azteken in Mexico hebben de indianen in Costa Rica nooit een rijk gesticht, geen grote steden gebouwd en ook geen indrukwekkende monumenten opgericht. De stammen leefden verspreid, de natuur was vaak zo goed als ondoordringbaar, en er heerste vooral verdeeldheid. De stammen hebben geen pogingen gedaan om samen een machtig rijk te vormen. Voor de Spanjaarden in 16e eeuw was hier wel wat te doen en zouden er in wat nu Costa Rica is 25 stammen geleefd hebben.

Hier zijn enkele voorbeelden:

  • De Chorotega kwamen uit Mexico een leefden in de regio's Guanacaste en Nicoya in het noordwesten van het landen. Tegenwoordig leven hun afstammelingen in het zuiden van Costa Rica, aan de grens met Panama. De Chortega waren meer ontwikkeld dan de andere inlandse volkeren. Ze verbouwden al maïs en bonen, woonden in houten huizen en in ommuurde nederzettingen met een marktplein. Hun kleding maakten ze van katoenvezels en ze verbouwden immers ook katoen. Ze spraken Nahuatl, de taal van de Azteken, hadden een schrijftaal en gebruikten een kalender. Ze verhandelden daarnaast ook jade met de Maya's.
  • In het centrale bergland van Costa Rica, geïsoleerd van de rest van de wereld, leefden de Corobicí, een groep jager-verzamelaars en getalenteerde goudsmeden. Hun dorp Corybao telde duizend inwoners, had geplaveide straten, aquaducten en stenen waterreservoirs. De Corobicí-indianen hadden nauwelijks persoonlijke bezittingen, maar ze waren wel tot de technische hoogstandjes in staat en hadden een adembenemend gevoel voor schoonheid. In het Pre-Columbian Gold Museum in de hoofdstad San José kun je collecties gouden voorwerpen zien.
  • In de Cordillera de Talamanca (gebergte op de grens met Panama) leefden ook de Cabécare en de Guaymí. De kusten en bergen meer naar het zuiden waren dan ook weer het leefgebied van de Boruca en de Diqui. Aan de Caribische kust waren de Kekodldi en de Bribrí thuis. Ze waren jager-vissers en hebben ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus gastvrij ontvangen.

Christoffel Columbus en de ontdekking van Costa Rica

Op 25 september 1502 legde Christoffel Columbus, Admiraal van de Oceaanzee, aan op het eiland Uvita aan de Caribische kust van Costa Rica, slechts 3 km van de huidige stad Puerto Limón, die hij zelf Cariay noemde. Het is zijn vierde en laatste reis naar Amerika en ook de lastigste van allemaal. Hij vertrok vanaf het eiland Hispaniola (nu Dominicaanse Republiek), voer langs de kust van het huidige Hondarus, waar hij 88 dagen lang door een storm werd achtervolgd. Hij stopte hier uit logistieke overwegingen en om de schepen te herstellen. Columbus dacht dat hij Indië ontdekt had en dus ook Cathay, de naam van China in de 15e eeuw. De indianen vertelden hem over mijnen waren goud te vinden zou zijn; bij dorpen met de namen Ciama, waar hij denkt aan het Cambodja van Marco Polo, Caramburu en Beragua.

En ook Ciguare, waar peper zou zijn, de nobele specerij. In het begin van de 16e eeuw kostte een gram peper evenveel als een gram goud. Volgens zijn dagboek trok de admiraal van Caramburu een paar kilometer landinwaarts. Hij is ervan overtuigd dat zich op een paar kabellengtes van de kust een volledig, onbekend land bevindt. Er wordt vaak beweerd dat Christoffel Columbus deze regio de naam "Costa Rica", wat rijke kust betekent, zou hebben gegeven, maar hij heeft die naam echter nooit gebruikt (ook niet in zijn dagboek en ook niet in zijn brieven). Er wordt ook weleens gezegd dat de admiraal het land "La Huerta" (de tuin) gedoopt zou hebben, maar daar is er ook geen bewijs van.

Op 5 oktober 1502 voer de admiraal verder zuidwaarts, op zoek naar de goudmijnen van Bergua. Hij passeert de Bocas del Drago (nu de Caribische kust van Panama) en stopt op een eiland dat nog altijd zijn naam draagt, namelijk Isla Colón. Daarna zet hij zijn reis langs de kust voort, tot aan de monding van de Rio Belèn, waar hij van 6 januari tot 16 april 1503 blijft. Hij probeert er tevergeefs een dorp te stichten, zoekt tevergeefs naar het goud van Beragua en een deel van zijn bemanning wordt door de indianen afgeslacht. Columbus ontsnapt op het nippertje aan de moordpartij en verloor de plek.

Op de Spaanse kaarten van de 15de eeuw werd de naam Beragua bijgeschreven. Die naam gold bij uitbreiding voor de hele regio in het noordwesten van het huidige Panama en het zuidoosten van Costa Rica. In de fantasie van de Spanjaarden werd de regio zo mythisch dat keizer Karel V er later een erfelijk hertogdom van maakte. De eerste hertog werd Luis Colón de Toledo, een kleinzoon van Columbus. Zeventien generaties later dragen zijn nakomelingen nog altijd de titel hertog van Veragua (huidige naam Beragua).

De droom van Columbus sterft niet samen met hem. Na hem komen nog meer conquistadores (veroveraars), eveneens met de nodige problemen naar Costa Rica om het land te verkennen en te koloniseren.

Na 'El Descubridor', nu 'Los Conquistadores'

In 1507 werkte koning Ferdinand van Spanje een plan uit voor de verkenning en de verovering van Tierra Firme, het vasteland van Midden-Amerika. Hij stelt Diego de Nicuesa aan als gouverneur van Vergua. Dat zijn gebieden die tot dan toe niet verkend en dus onbekend zijn. De veroveraars vertrokken van het eiland Hispaniola (Dominicaanse Republiek nu), komen aan in Cartagena de las Indias (Colombia nu) en starten met hun ontdekkingstocht in noordelijke richting. De tegenslagen stapelen zich op; schepen lijden schipbreuk en rivaliteit tussen de conquistadores zorgen ervoor dat Nicuesa met slechts 700 manschappen de jungle van Darién intrekt. Te voet trekken ze noordwaarts en de expeditie is een helletocht. Het klimaat is verzengend en ongezond, het regent heel hard, de tropische koortsaanvallen verwoesten zijn manschappen en de indianen voeren verassingsaanvallen uit tegen de Spanjaarden, die ze als indringers beschouwden. Nicuesa moet zijn poging mom de regio te verkennen en te koloniseren opgeven. Balboa, één van zijn rivalen, slaagt erin hem in ongenade te laten vallen. In 1511 geeft Nicuesa zich gewonnen en hij wordt in een kleine roeiboot gezet. In 1519 is er weer een conquistador die het erop waagt; Pedraris Dávila, die bekend staat om zijn wreedheid. Hij hongert naar rijkdom, pracht en praal en sticht aan de Pacifische kust de stad Panamá. Die moet de strategische basis worden vanwaar de Spanjaarden de Zuidzee kunnen verkennen. Er wordt een expeditie over land georganiseerd met aan het hoofd GGaspar de Espionsa. Pizarro, die later Peru zal veroveren, maakt deel uit van de expeditie. De Spanjaarden bereiken het zuiden van Costa Rica. Spanje stuurt Gill González Dávila om het werk ter plaatse voort te zetten en in Panama een oogje te houden op de activiteiten van zijn rivaal Pedrarias. In 1523 start hij vanuit Panama een expeditie, met voetvolk en met paarden. Hij heeft meer geluk dan Nicuesa. Hij vindt veel goud en de indianen verzekeren hem dat er meer naar het westen rijkere gebieden liggen. Gonzáles Dávila denkt dat hij het beloofde land heeft ontdekt. Hij geeft het gebied dat sinds de ontdekking La Huerta werd genoemd, een nieuwe naam: Costa Rica, wat betekent; de rijke kust. Maar zijn kolonisatieplan mislukt, veel van zijn manschappen sterven aan tropische koortsaanvallen.

De Spaanse kroon richt haar aandacht daarna op de rijkdommen in Mexico en Peru, die veel aanzienlijker zijn dan in Costa Rica. Het land wordt aan zijn lot overgelaten omdat het te moeilijk is om erin door te dringen. Maar aan het einde van de 16e eeuw onder koning Filips II, komt de droom om het land te koloniseren toch weer naar boven. De Spaanse koning wil de lokale bevolking bekeren, maar die sterft massaal door Europese ziektes die de veroveraars meebrengen, waaronder pokken.

Bevolking

Costa Rica heeft ongeveer 4.253.900 inwoners. Iemand die in Costa Rica woont noemt men een Costa Ricaan. De meeste Costa Ricanen zijn Rooms-Katholiek. De officiële taal is Spaans.

Geografie

Steden

De hoofdstad van Costa Rica is San José. Verders zijn er nog de steden:

Dit zijn een aantal steden in Costa Rica. Er zijn natuurlijk nog meer steden.

Natuur

In het noorden en het zuiden grenst Costa Rica aan de zee. Aan de kust worden elk jaar schildpadjes geboren. Daarvan overleven er altijd maar een paar. In het binnenland ligt het regenwoud. In dit regenwoud wonen per m² meer dieren dan in het Amazonegebied.

Weetjes

Fotogallerij


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Costa_Rica&oldid=587887"