Egyptische mythologie
In het oude Egypte geloofden ze in veel Goden en Godinnen. Naast goden die het land vereerd werden waren er plaats ook verschillende goden die in een plaats vereerd. De goden zagen er vaak uit als een dier of een mens.
Een beroemde god was Osiris. Osiris was de god van het dodenrijk. Hij was een wijze, rechtvaardige koning, die samen met zijn vrouw Isis Egypte regeerde. Zijn broer Seth was jaloers. Hij wilde zijn broer uit de wegruimen. Hij regelde een kist, organiseerde een feest. Zijn broer Osiris ging in de kist liggen, de deksel werd er op gegooid en Osiris kwam te overlijden. Hij werd langs de Nijl gegooid. Isis ging hem zoeken en vond hem. Ze wikkelde hem in doeken, zo ontstond de eerste mummie.
Isis had bijzondere krachten. Ze klapte met haar vleugels en bracht Osiris weer tot leven. Uit dit samenzijn kregen ze een zoon: "Horus". Horus wilde de dood van zijn vader wreken, toen hij oud genoeg was ging hij de strijd met Seth aan. Hij won maar verloor zijn linker oog. Een andere god Toth zette het oog op het hard van Osiris.
Het Egyptische dodenboek vertelt hoe een overledene moet handelen in de nabijheid van mythologische figuren zoals Isis en Osiris. Veel van deze teksten zijn terug te vinden op muren in piramides, in dodengraven en de sarcofaag.