God (als enige god)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

In het monotheïsme betekent God eigenlijk "de enige god". Mensen die in God geloven, geloven dus niet dat er meerdere goden bestaan. Dit geloof heet het monotheïsme. Het geloof dat er wél meerdere goden bestaan heet het polytheïsme.

God is volgens het ene geloof anders dan volgens het andere geloof. Daar staan ook veel overeenkomsten tegenover. Veel mensen hebben de neiging om het vooral over de verschillen te hebben. In het jodendom spreekt men vaak van Jahweh, of Heer, in het christendom van Vader en in de islam heet God Allah. De bekendste monotheïstische geloven zijn het christendom, het jodendom en de islam.

God is volgens gelovigen het Opperwezen, dwz. "almachtig" (Hij kan alles laten gebeuren maar ook alles tegenhouden als Hij dat wil). De naam van het Opperwezen moet altijd met een hoofdletter worden geschreven, zoals iedere naam. Voor gelovigen is het belangrijk om God met een hoofdletter te schrijven, want God is veel groter dan wie dan ook.

God is volgens de gelovigen overal. Daarom kan God ook mensen helpen en hen rust geven. Sommige mensen denken dat God in de hemel (of het paradijs) zit. Joden zijn hier wat vager in, omdat de Tenach hier niet veel over zegt.

In Nederland

Vroeger geloofden we in Nederland in de Germaanse goden, Wodan van de Donder, Freya van de vruchtbaarheid en zo voorts. In ongeveer 600 na Christus begonnen Ierse monniken de Zuidelijke provincies van Nederland te bekeren. Het laatst werden de Friezen bekeerd tot het christelijke geloof. In het begin waren alle Nederlanders katholiek: tijdens de reformatie werden veel Nederlanders protestants, luthers of calvinistisch. Al deze stromingen geloven in God, alleen op een andere manier. In de 17e eeuw kwamen de eerste Portugese joden naar Nederland: ook zij geloofden in één God. Niet veel later kwamen de eerste moslims, vanuit de koloniën, naar Nederland. Ook deze geloven hebben verschillende stromingen. Dat houdt in dat ze andere gebruiken hebben, andere gebeden, andere godshuizen, rituelen en gewoontes.

Jezus

Jezus, Zoon van God. Als jongen van twaalf gaf hij al les aan wijze mannen over het joodse geloof.

In het christelijk geloof gelooft men dat God de Vader van Jezus Christus is en dat iedereen God als Vader kan ervaren. In de islam gelooft men dat Jezus een profeet (boodschapper van God) was, maar wordt hij niet als de Zoon van God gezien en in het Jodendom wordt hij helemaal niet genoemd, omdat de Tenach al bestond voordat Jezus werd geboren. In het christelijk geloof vormen Jezus (de Zoon), God (de Vader) en de Heilige Geest de Heilige drie-eenheid. Jezus kreeg veel volgelingen en volgens de verhalen liet hij vele wonderen gebeuren.

Hij kon bijvoorbeeld:

  • De zieken beter maken
  • De doden tot leven wekken. Dit wordt ook in de Koran vermeld.
  • Water in wijn veranderen
  • Over water lopen
  • Zichzelf tot leven wekken (de dood overwinnen)
  • Naar de Hemel opstijgen. Ook dit wordt in de Koran vermeld.

Dit geeft volgens de christenen wel aan dat Jezus de Zoon van God is: ook Zijn Vader liet vele wonderen gebeuren. In de islam wordt niet geloofd in de kruisiging en opstanding van Jezus. Ze geloven niet dat een zo belangrijke profeet zich zo heeft laten vernederen en pijnigen. Voor de christenen is dit juist het belangrijkste omdat Jezus hiermee de dood heeft overwonnen en de Heilige Geest bij de mensen komen. Dat laatste is begonnen met de Pinksteren.

Wonderen

David verslaat Goliath

God liet (en laat) volgens gelovigen vele wonderen gebeuren. Daar zijn alle drie de monotheïstische godsdiensten, het christendom, islam en jodendom, het over eens. De bekendste wonderen die God heeft laten gebeuren zijn:

  • De veel kleinere David van de enorme reus Goliath laten winnen: dat was David, de kleine schaapherder, nooit zonder de hulp van God gelukt. Het was Gods hand, die Davids steen Goliaths voorhoofd liet raken.
  • De zee opensplijten voor Mozes en de Egyptische slaven die hij had bevrijd: zo konden zij de zee oversteken naar het Hun Beloofde land. Toen de Egyptenaren de achtervolging weer inzetten liet God hen verdrinken door de golven.
  • Het laten branden van één klein struikje boven op een heuvel, als teken voor Mozes. Toen Mozes het aanraakte brandde het niet aan zijn vingers!
  • Zijn Zoon Jezus over water laten lopen, wat Hij niet zonder Zijn Vaders hulp had gekund, en het veranderen van water in wijn.
  • God (Allah) kon de profeet van de islam, Mohammed, de Koran laten schrijven, terwijl Mohammed nog nooit had geleerd te lezen en te schrijven en een simpele schaapherder was.
  • God kon Mohammed laten opstijgen naar de hemel en hem Jezus, Abraham en Josef laten ontmoeten.
  • Jonas door een walvis laten inslikken toen hij Gods woord niet wilde verkondigen, en vervolgens zorgen dat Jonas bleef leven in de buik van de walvis. Toen Jonas spijt had, liet God de walvis Jonas weer heelhuids uitspugen!

In het christendom zit achter alle wonderen een bijzondere betekenis. Ze vinden dat je jezelf niet blind moet staren op de letterlijke betekenis, maar moet zoeken naar de bedoeling van God die erachter zit. De wonderen uit de monotheïstische godsdiensten zijn anders dan in de mythologische verhalen uit de Oudheid. Dat neemt niet weg dat veel mensen die Jezus of zijn apostelen heeft leren kennen, bereid waren om zelfs te sterven voor de waarheid van het verhaal van Jezus. Dat is te lezen in de Handelingen van de Apostelen en allerlei Romeinse geschriften uit de eerste eeuw.

In verschillende geloven

Veel personen uit de Bijbel staan ook in de Koran: Ramses II ontmoet hier Mozes.

God heeft in verschillende godsdiensten en religies verschillende namen. In de islam heet Hij "Allah" - Hij mag niet worden afgebeeld, net zoals geldt voor de profeet van Hem, Mohammed. Ook Jezus ("Isa" in de Islam) wordt gezien als een profeet. Profeet betekent zoveel als boodschapper - Jezus, Mohammed, maar ook bijvoorbeeld Mozes worden gezien als profeten. Ze zijn boodschappers van God, want zij brachten Zijn woord naar de mensen. God spreekt in zowel de Islam, als in het Christendom en ook in het Jodendom, niet rechtstreeks tot de mensen, maar wel tot de profeten. In het Oude Testament van de Bijbel, dat ook in de Koran als heilig boek genoemd wordt, doet Hij dat soms nog wel.
In het jodendom staat God genoemd als "Jahweh", en in de heilige boeken van de joden staat minder dan in de Koran en de Bijbel. Dit is de Tenach. Het Nieuwe Testament en de episodes met Mohammed ontbreken, omdat de Tenach al ver voordat Jezus en Mohammed leefden, geschreven is. Het Oude Testament speelt zich af in de tijd van verschillende volkeren en stammen in het Midden-Oosten. Waarschijnlijk al in de tijd van de farao's. Hij zou Mozes tijdens de Exodus (uittocht van Egyptische slaven) hebben ontmoet.

In het christendom noemt Jezus God Vader. Jezus bedoelt daarmee dat iedereen de mogelijkheid krijgt om God beter te leren kennen. Niet zo goed als een moeder die het kind heeft gedragen en vaak dichter bij haar kind staat, maar als een vader die wat vaker weg is van zijn kind. Jezus zegt dat gelovigen de mogelijkheid krijgen om te groeien tot een kind van God, ofwel een zoon van God of een dochter van God.

Videoclips


Bronnen

  • De Engelse Wikipedia
  • De Nederlandse Wikipedia
  • De Bijbel
  • De Koran
  • De Torah
  • De Dode Zee-Rollen die dateren uit de periode van ca. 250 vóór Christus tot ca. 50 na Christus.
  • Boek over Religies

Galerij

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=God_(als_enige_god)&oldid=841382"