Kaakloze vissen
Kaakloze vissen Agnatha | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | zeeën van de noordelijke Atlantische Oceaan en aansluitende rivieren | ||
Leefomgeving | ondiepe wateren bij de kust (ook in rivieren) | ||
Behoort tot de | vissen, gewervelden | ||
|
Kaakloze vissen (Agnatha) zijn een groep van vissen zonder kaken behorende ze net wel of net niet tot de gewervelden, bestaande uit zowel nog levende (cyclostomes) als uitgestorven soorten. Onder recente dieren zijn de cyclostomen de 'zus' van alle gewervelde dieren mét kaken (gnathostomes). Ze hebben geen schubben, maar een gladde, leerachtige huid.
De oudste fossiele kaakloze vissen verschenen in het Cambrium, 420 miljoen jaar geleden, en twee groepen bestaan vandaag de dag nog: de Prikachtigen of lampreien en de Slijmprikken, met in totaal ongeveer 120 soorten.
Ze lijken wat op palingen. Vissers gebruiken ze als aas voor het vissen op kabeljauw, schelvis en bot.
Kaakloze vissen kunnen hun eigen lichaamstemperatuur niet regelen. Ze zijn dus afhankelijk van de buitentemperatuur.
Hun bek lijkt op een (bijna monsterlijke) zuignap met rondom een soort tanden. Hiermee zuigen ze zich vast op de huid van andere dieren. Ze voeden zich dan met het bloed en het weefsel van hun prooidier.
Ze lijken op een lange worm en kunnen wel een meter lang worden. Hun lichaam blijft in vorm door het kraakbeen. Dit is zeg maar hetzelfde soort been als in je oor.
Ze leven in zeeën van de noordelijke Atlantische Oceaan. De paargronden liggen in de zoetwaterrivieren waar ze naar toe trekken om zich voort te planten. Vandaar dat je ook zeeprikken en rivierprikken hebt.
In Nederland voorkomende soorten
- Zeeprik of lamprei
- Europese beekprik (Lampetra planeri), deze worden maar 20 cm
- Europese rivierprik (Lampetra fluviatilis)