Khaen

Uit Wikikids
Versie door Hanssain (overleg | bijdragen) op 21 mei 2021 om 18:09 (Aanzet Khaen)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Khaen of Khene

De Khaen of Khene (Laos : ແຄນ ; Thai : แคน , Khmer : គែន) is een soort mondharmonica met pijpen, die meestal van bamboe zijn gemaakt. Deze zijn verbonden met een klein, uitgehold hardhouten reservoir (doosje) waarin lucht wordt geblazen. Tegenwoordig gekoppeld aan de Lao-bevolking van Laosen Isan. Andere soortgelijke instrumenten dateren al uit de bronstijd. In Cambodja wordt het gebruikt door de Laotiaanse bevolking van de provincie Stung Treng. Het wordt het gebruikt in de Lakhon Ken, een Cambodjaans dansdrama-genre met de Khene als het eerste instrument. In Vietnam wordt dit instrument gebruikt door de Tai-volkeren (omgeving Myanmar) en het Muong-volk (Noord-Vietnam). Het meest interessante kenmerk van de khene is zijn vrije riet, dat is gemaakt van messing of zilver. Het is vergelijkbaar aan westerse instrumenten met vrije riet of wel een tong, zoals bij het harmonium, de concertina, accordeon, mondharmonica en bandoneon, die vanaf de 18e eeuw werden ontwikkeld vanuit de Chinese sheng, een instrument dat op de khaen lijkt, waarvan een exemplaar naar St. Petersburg, Rusland, was vervoerd.

De Khaen heeft vijf verschillende varianten, gegroepeerd in twee families (thang san en thang Yao). De thang san- familie omvat Lai sutsanaen (met de tonen GACDE), Lai po sai (CDFGA) en Lai soi (DEGAB), terwijl de thang yao- familie de Lai yai (ACDEG) en Lai noi (DFGAC) omvat. De Lai po sai wordt gezien als de oudste variant en Lai sutsanaen de 'vader van de Lai Khaen'. De Khaen kan worden bespeeld als solo-instrument (dio khene), als onderdeel van een ensemble (zoals wong pong lang en khene wong), of als begeleiding bij een Lao of Isaanse solozanger.

Een Khaen heeft 12 tot 18 pijpen, waarbij er telkens twee achter elkaar zitten. Het exemplaar op de foto heeft er 2 x 8 = 16 pijpen.

Componisten die muziek met notities voor het instrument hebben geschreven, zijn onder meer de Nieuw-Zeelands-Amerikaanse Annea Lockwood, de Amerikaan Christopher Adler, de Amerikaan David Loeb, Sidney Marquez Boquiren, Christopher Burns, Jinhee Han, H. James Harkins, Jeff Herriott, Vera Ivanova en Yu Kuwabara.

Hoe het werkt

In elke bamboe pijp zit een tong of lip wat vrij kan trillen als er lucht langs stroomt. De toonhoogte is afhankelijk van de lengte van deze lip (zie ook mondharmonica) en de klankkleur wordt mede bepaald door de lengte van de buis. Het mondstuk zit iets onder het midden van de buizen (op de foto donkerbruin), met links het blaasgat. De rest is het reservoir (doosje) wat de lucht verdeelt over de pijpen. Vlak daarboven zitten gaatjes vergelijkbaar met die van een blokfluit. Deze kunnen met de toppen van de vingers worden afgesloten om verschillende tonen te krijgen. Je kunt zowel blazen als zuigen. Het instrument heeft dus ook iets weg van een mini pijporgel.

Je houdt het instrument tussen beide vlakke handen voor je mond.

Links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Khaen&oldid=668325"