Kolblei
| Kolblei of blei Blicca bjoerkna | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | in Noord- en Midden-Europa | ||
| Leefomgeving | in plassen en rivieren, met een voorkeur voor brak water | ||
| Behoort tot de | Karperachtigen (Cypriniformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
| |||
De kolblei of blei (Blicca bjoerkna), is een Europese soort zoetwatervis uit de orde Karperachtigen (Cypriniformes). Ze komen verspreid voor over het grootste deel van Europa en in het aangrenzende West-Azië. Behalve de koude gebieden, zoals Noord-Zweden, Noord-Finland en Noorwegen, en de meeste delen van de Britse eilanden (behalve Zuid-Engeland), evenals de te warme Iberische en Italiaanse schiereilanden. De Aziatische verspreiding bevindt zich in de Kaspische Zee en de Aralmeer- bekkens en in de afwateringen van de Anatolische Zwarte Zee. Komen in Nederland in de grotere wateren voor.
Ze lijken erg veel op de brasem maar zijn over het algemeen helderder van kleur. Ze kunnen 1,6 kg zwaar worden, maar een kleine halve kilo is gebruikelijker. Het vrouwtje is iets boller dan het mannetje. Zij heeft ook een wat ronder hoofd met een stompe neus. Tijdens het broedseizoen raken mannetjes bedekt met knobbeltjes en vertonen ze vaak een roodachtige blos op hun buik en een intense vermiljoen kleuring van de borstvinnen en buikvinnen, terwijl alle andere vinnen erg donker en ondoorzichtig kunnen worden. Ze hebben vrij grote ogen.