Negen van Little Rock

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
De negen scholieren ontmoeten de burgemeester van New York City (Robert Wagner). Deze foto is één jaar na de gebeurtenissen in Little Rock genomen.

De Negen van Little Rock (Engels: Little Rock Nine) is een groep van negen Afro-Amerikaanse scholieren uit Little Rock, Arkansas. In 1957 werden zij ingeschreven bij de Little Rock Central High School. In Arkansas bestond rassensegregatie. Dit betekende dat blanke en niet-blanke Amerikanen apart van elkaar moesten leven. Zij hadden gescheiden voorzieningen, waaronder scholen.

Little Rock Central High School was een blanke school, wat betekende dat alleen blanke Amerikanen hier naartoe konden. In 1954 besloot het Amerikaans hooggerechtshof echter dat gescheiden scholen niet mochten volgens de grondwet (Brown v. Board of Education). Als gevolg moesten alle scholen in het gehele land zich hieraan houden. Niet-blanke scholieren mochten zich hierdoor ook inschrijven op Little Rock Central High School, wat voor het eerst gebeurde in 1957. De bevolking van Little Rock was hier echter niet blij mee. Ook de gouverneur van Arkansas (Orval Faubus) was tegen deze beslissing. Hij zette de Nationale Garde van de staat in om te voorkomen dat de negen Afro-Amerikaanse scholieren naar school gingen.

Het nieuws verspreidde zich over het gehele land. Uiteindelijk greep president Dwight D. Eisenhower in. Hij federaliseerde de Nationale Garde, zodat de gouverneur hier geen macht over had. Ook stuurde hij een deel van het Amerikaans leger om de scholieren te beschermen. Hierdoor konden de negen scholieren op 23 september 1957 voor het eerst naar school.

Achtergrondinformatie

Rassensegregatie

Zie Rassensegregatie in de Verenigde Staten voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de Verenigde Staten leefden blanke en niet-blanke (voornamelijk zwarte) Amerikanen lang gescheiden naast elkaar. De exacte wetten verschilden per staat. Zo waren er staten zonder rassensegregatie, maar de meeste staten hadden een vorm van rassensegregatie. Voornamelijk in de Zuidelijke Staten (waar tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog nog slavernij plaatsvond) hadden strenge wetten op het gebied van rassensegregatie. Er waren aparte voorzieningen voor zwarte en blanke Amerikanen, zoals scholen en bibliotheken. Ook waren er aparte plaatsen in de bus en aparte toiletten. Daarnaast leefden beide groepen in aparte wijken en gingen meestal in aparte winkels boodschappen doen.

Het idee achter de rassensegregatie was dat beide groepen aparte voorzieningen hadden van dezelfde kwaliteit ("Equal, but seperated"). In werkelijkheid was dit niet het geval. Zwarte voorzieningen hadden meestal een veel mindere kwaliteit dan de blanke voorzieningen. Zo hadden zwarte scholen minder geld voor schoolboeken en -materialen dan blanke scholen. Vaak gebruikten zij ook tweedehands materialen die door de blanke scholen gedoneerd werden.

Tijdens de jaren 1950 en 1960 kwam er langzamerhand een einde aan de rassensegregatie. In 1954 kwam er bijvoorbeeld een einde aan de rassensegregatie op scholen door de beroemde rechtszaak Brown v. Board of Education. Linda Brown was een Afro-Amerikaans meisje uit Topeka, Kansas. Zij moest anderhalve kilometer lopen naar haar zwarte school. Een paar straten van haar huis was echter een blanke school. Brown werd geweigerd vanwege haar huidskleur. Haar ouders stapten uiteindelijk naar de rechter en klaagden de blanke school aan. Uiteindelijk kwam de rechtszaak bij het Amerikaans Hooggerechtshof terecht. Zij vonden dat Brown gelijk had. Deze rechtszaak had ook gevolgen voor het gehele land. De rassensegregatie op scholen werd namelijk als "ongrondwettelijk" (tegen de grondwet) was. Hierdoor moest de rassensegregatie op alle scholen in het gehele land worden afgeschaft.

Situatie in Little Rock

Gouverneur Orval Faubus

Virgil Blossom was verantwoordelijk voor het opheffen van de rassensegregatie op de scholen in Little Rock. Blossom wilde aanvankelijk snel beginnen met het opheffen. Toch kreeg hij veel weerstand van blanke Amerikanen. Veel blanke inwoners van de staat waren helemaal niet blij met het einde van de rassensegregatie. In hun ogen was er niets mis met gescheiden voorzieningen. Hierdoor kwam hij met een nieuw plan; in september 1957 (de start van het nieuwe schooljaar) zou de rassensegregatie op één school in Little Rock worden opgeheven (Little Rock Central High School). In 1960 zouden er nieuwe scholen bijkomen en uiteindelijk zou de rassensegregatie op alle scholen worden opgeheven in 1963.

Gouverneur Orval Faubus was helemaal niet blij met het einde van de rassensegregatie. Hij was een voorstander vanwege racistische en politieke redenen. Faubus was namelijk bang om zijn herverkiezing in 1958 of steun van zijn partij te verliezen. De Democratische Partij domineerde namelijk het zuiden. Het zuidelijke gedeelte van de partij was een groot voorstander van de rassensegregatie. Hierdoor besloot hij zich te verzetten tegen het einde van de rassensegregatie op Little Rock Central High.

Negen scholieren

De negen Afro-Amerikaanse scholieren waren:

  • Ernest Green
  • Elizabeth Eckford
  • Jefferson Thomas
  • Terrence Roberts
  • Carlotta Walls Lanier
  • Minnijean Brown-Trickey
  • Gloria Ray Karlmark
  • Thelma Mothershed-Wair
  • Melba Pattillo Beals

Verloop

Blokkade van de Nationale Garde

Op 4 september 1957 zouden de negen scholieren voor het eerst naar Little Rock Central High School gaan. Vlak voor die dag maakte verschillende voorstanders van de rassensegregatie bekend de school te zullen blokkeren. Op deze manier wilden zij voorkomen dat de negen scholieren naar binnen konden. Gouverneur Faubus besloot deze demonstranten te steunen. Hij stuurde zelfs de Nationale Garde (een bewapende politiemacht) naar de school om de demonstranten te steunen.

Amerikaanse soldaten begeleiden de negen leerlingen naar school.

Toen de scholieren aankwamen was de school al geblokkeerd. De kinderen konden niet naar binnen. Ook werden zij uitgeschreeuwd en uitgescholden door de woedende menigte.

Eisenhower grijpt in

Het nieuws verspreidde zich al snel door de Verenigde Staten. Het schoolbestuur veroordeelde de beslissing van de gouverneur. Ook de burgemeester van Little Rock was tegen zijn beslissing. President Dwight D. Eisenhower riep de gouverneur zelfs op het matje. Hij vond dat een gouverneur niet tegen de beslissing van het hooggerechtshof in kan gaan. De federale wetgeving gaat namelijk boven die van individuele staten. Faubus weigerde echter te luisteren.

Op 23 september 1957 besloot Eisenhower om een wet in gang te zetten. Hierdoor werd de Nationale Garde van Arkansas tijdelijk "gefederaliseerd". Dit betekent dat de gouverneur deze niet meer kon aansturen; dit kon alleen de president. De president stuurde ook Amerikaanse soldaten naar de staat. Zij zouden de negen Afro-Amerikaanse leerlingen begeleiden en beschermen om naar school te gaan. Op diezelfde gingen zij voor het eerst naar school onder geschreeuw van woedende demonstranten.

Situatie op school

Dit was niet het einde van het verhaal. De negen Afro-Amerikaanse studenten kregen veel te maken met geweld van blanke scholieren. Ook werden zij regelmatig uitgescholden door zowel blanke scholieren als blanke demonstranten. Een van de scholieren, Melba Pattillo, kreeg zuur in haar ogen gegooid. Ook probeerden blanke scholieren haar te verbranden in een toilet.

Een andere scholier, Minnijean Brown, werd continue gepest door blanke scholieren. Tijdens de lunch gooide zij in reactie haar eten naar scholieren. Hierdoor werd zij voor zes dagen geschorst. Brown zou overigens twee maanden later geschorst worden voor de rest van het schooljaar.

Het verloren jaar

Protesten tegen het einde van de rassensegregatie op scholen in Little Rock.

Faubus was overigens nog niet klaar. Hij besloot samen met voorstanders van de rassensegregatie een rechtszaak te beginnen. Hiermee probeerden ze het einde van de rassensegregatie uit te stellen naar 1961. Volgens Faubus zou het het einde van de rassensegregatie namelijk zorgen voor meer geweld op scholen. De rechtbanken oordeelden echter dat de rechtszaak niet mogelijk was. Faubus besloot daarom in september 1958 een wet te tekenen. Hierdoor zouden alle openbare scholen in Little Rock te sluiten, zowel de blanke als zwarte scholen. Er zou een referendum komen waarmee de bevolking mocht bepalen of de rassensegregatie moest eindigen. Faubus wist het referendum te winnen.

Als gevolg moesten de scholen in Little Rock voor één jaar sluiten. Dit betekende dat scholieren thuis op de bank via de televisie en boeken lessen moesten volgen. Zij liepen hierdoor ook achterstand op, aangezien zij geen vragen konden stellen of hulp konden krijgen. Faubus probeerde privéscholen te stichten, aangezien deze nog wel gescheiden mochten zijn. De onderwijsraad zag hier niets in, waardoor de plannen in het water vielen. Ondertussen liepen de spanningen tussen voorstanders en tegenstanders van de rassensegregatie op.

Uiteindelijk besloten de scholen zelf in te grijpen. Zij ontsloegen enkele leraren en namen een gematigder bestuur aan. Op 12 augustus 1959 besloten de scholen weer open te gaan. Desondanks ging het pesten en het geweld door.

Nalatenschap

Een standbeeld van de negen van Little Rock voor het parlementsgebouw van Arkansas.

Het verhaal van de negen van Little Rock wordt gezien als een belangrijk punt in de strijd tegen de rassensegregatie. Tijdens de jaren 1960 zou er uiteindelijk daadwerkelijk een einde aan de rassensegregatie komen. Het gebouw waar Little Rock Central High School ooit zat is tegenwoordig een museum over burgerrechten. Amerikaanse scholieren leren tegenwoordig ook over de negen van Little Rock.

De negen scholieren kregen in november 1999 de "Congressional Gold Medal" van president Bill Clinton. Dit is de hoogste medaille die door het Amerikaans Congres kan worden uitgereikt. De negen scholieren waren ook uitgenodigd als speciale gasten bij de inhuldiging van Barack Obama (de eerste Afro-Amerikaanse president) in 2008. Waar voorstanders van de rassensegregatie ooit protesteerden tegen de negen scholieren, staat nu een standbeeld van de negen van Little Rock voor het parlementsgebouw van Arkansas. In 1997 werd zeven van negen scholieren uitgenodigd in The Oprah Winfrey Show. Ook waren enkele blanke scholieren die hen vroeger pestten uitgenodigd in het programma. Zij boden toen hun excuses aan.

Over de negen van Little Rock zijn verschillende documentaires gemaakt en boeken geschreven, zoals:

  • Het boek Warriors Don't Cry van Melba Pattillo Beals uit 1994.
  • De film The Ernest Green Story uit 1993.
  • De documentaire Crisis at Central High uit 1981.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Negen_van_Little_Rock&oldid=836393"