Scouting: verschil tussen versies
k (→Links) |
k (→Soorten scouts) |
||
| Regel 37: | Regel 37: | ||
Er zijn behalve landscouts ook waterscouts en luchtscouts. |
Er zijn behalve landscouts ook waterscouts en luchtscouts. |
||
| − | Waterscouts vind je bij kanalen, rivieren, plassen en meren. De jongensgroepen heten [[zeeverkenners]] en de meisjesgroepen [[watergidsen]]. |
+ | Waterscouts vind je bij kanalen, rivieren, plassen en meren. De jongensgroepen heten [[zeeverkenners]] en de meisjesgroepen [[watergidsen]]. Ze varen vrijwel allemaal met een [[Lelievlet]]. |
Jonge waterscouts heten '''dolfijnen'''. Waterscouts hebben (zeil)boten, ze zijn gek op water en hebben soms een schip als clubhuis. De leiding bestaat uit een schipper en stuurlui. Ook leren ze werken met touwen en knopen. |
Jonge waterscouts heten '''dolfijnen'''. Waterscouts hebben (zeil)boten, ze zijn gek op water en hebben soms een schip als clubhuis. De leiding bestaat uit een schipper en stuurlui. Ook leren ze werken met touwen en knopen. |
||
Versie van 28 nov 2022 13:39
De Scouting is een jeugdorganisatie met in het land allemaal scoutinggroepen. Het woord Scouting is een Engels woord. Het betekent verkennen. In het Nederlands is het padvinderij of verkennerij.
Doel van Scouting
Als je lid bent van scouting, dan houd je van de natuur en spannende spelletjes. Dat klinkt avontuurlijk en dat is het ook. Bij scouting kun je van alles leren. Van samenspelen bij de allerjongsten tot samenwerken bij de oudere schouting speltakken. Daar leer je zaken als kamperen met een tent, kampvuur maken, brood bakken, kaartlezen en omgaan met een kompas. Maar ook bruggen maken van touw en hout. Al die dingen doe je niet alleen, maar met een groepje kinderen of jongeren van je eigen leeftijd.
Geschiedenis
Lord Robert Baden Powell is de oprichter van scouting. Hij was een Engelse soldaat. Zijn vader overleed toen hij nog heel klein was. Zijn moeder had 10 kinderen en gaf ze veel vrijheid. Zo kwam het dat Robert al jong met zijn oudere broers tochten maakte. Ze bouwde hutten, zorgden voor hun eigen eten en sliepen in de open lucht. Toen hij 19 was ging hij in het leger. Hij leerde zijn soldaten bijvoorbeeld: hoe ze de weg konden vinden met een kompas, hij leerde ze van alles over de verzorging van paarden. In de Engelse krant lazen jongeren over hem en ze vonden hem een held. Hij schreef later een boek dat heette: "scouting for boys" (in het Nederlands: verkennen voor jongens). Het was een boek vol spelletjes. Voordat het uitkwam, ging hij met 20 jongens op kamp om uit te proberen of de spelletjes leuk en spannend genoeg waren. Het kamp en het boek werden een groot succes. In 1908 werd in Engeland de scouting opgericht.
Lord Robert B.Powell ging op wereldreis om overal waar hij kwam over scouting te vertellen. In Nederland startte de eerste groep verkenners in 1910.
Speltakken binnen Scouting Nederland
Scouting Nederland is de grootste vereniging voor jongeren in ons land. Iedereen kan lid worden. Verdeeld over het land komen leden van scoutinggroepen iedere week bij elkaar in hun clubhuis.
Bij vrijwel elke scouting landgroep heb je de volgende speltakken:
- Bevers - jongens en meisjes van 5 tot 7 jaar
- Welpen - jongens en meisjes van 7 tot 11 jaar
- Scouts - meisjes en jongens van 11 tot 15 jaar
- Explorers - jongens en meisjes van 15 tot 17 jaar
- Rover scouts - jongens en meisjes ouder dan 18 jaar
- Jitsers - gehandicapte scouts
Elke speltak heeft leiders en leidsters. Ook zij zijn lid van de Scouting. Om leider of leidster te mogen zijn moeten ze een training volgen die door Scouting Nederland wordt gegeven. Ook is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht. Bij elke speltak hebben deze leiders en leidster typische scoutingnamen.
Uniform
Heb je bij een sportclub sportkleding nodig, zo heb je bij de scouting een uniform. Vroeger leek het meer op een legeruniform, tegenwoordig is het meer vrijetijdskleding dat tegen een stootje kan maar wel als scoutingkleding te herkennen is. Elke groep heeft z'n eigen groepsdas.
Bij scouting gebruiken ze insignes om te laten zien dat je bepaalde dingen kunt. Insignes zijn geborduurde tekens. Heb je een vaardigheid onder de knie dan krijg je het insigne wat je op het uniform mag vastnaaien.
Elke speltak heeft z'n eigen uniform.
Als je oud genoeg bent om naar een hogere speltak te gaan heet dat overvliegen.
Soorten scouts
Er zijn behalve landscouts ook waterscouts en luchtscouts.
Waterscouts vind je bij kanalen, rivieren, plassen en meren. De jongensgroepen heten zeeverkenners en de meisjesgroepen watergidsen. Ze varen vrijwel allemaal met een Lelievlet.
Jonge waterscouts heten dolfijnen. Waterscouts hebben (zeil)boten, ze zijn gek op water en hebben soms een schip als clubhuis. De leiding bestaat uit een schipper en stuurlui. Ook leren ze werken met touwen en knopen.
Er zijn ook luchtscouts. Dat zijn er lang niet zo veel als landscouts en waterscouts. Luchtscouts vind je in de buurt van vliegvelden. Ze houden zich bezig met alles wat met vliegtuigen te maken heeft. Ze bouwen modelvliegtuigen en doen spelletjes die met het vliegen te maken heeft.
Wedstrijden en bijzondere bijeenkomsten
Scoutinggroepen kunnen aan landelijke wedstrijden meedoen. Zo heb je de HIT. De oudere scouts voeren opdrachten uit waarbij ze hun geleerde vaardigheden moeten inzetten.
Ook heb je een keer in de vier jaar de Wereldjamboree, waarbij scouts van 14-17 jaar van over de hele wereld elkaar ontmoeten.