Wind: verschil tussen versies
| Regel 3: | Regel 3: | ||
==Ontstaan== |
==Ontstaan== |
||
| − | [[Bestand:Ontstaan_van_wind.jpg|thumb|right|De zon warmt de lucht |
+ | [[Bestand:Ontstaan_van_wind.jpg|thumb|right|De zon warmt de lucht rondom de aarde op. Warme lucht stijgt omhoog en laat een lagedrukgebied achter op aarde. Boven koelt de lucht af. Koude lucht is zwaarder en daalt weer. Er ontstaat een hogedrukgebied op de aarde. De dalende lucht duwt de lucht daaronder van hogedrukgebieden(H) naar lagedrukgebieden(L). Die stroming van lucht is de wind.]] |
| − | Er hangt altijd lucht rondom de aarde, maar dat voelen wij niet altijd. Pas als de lucht gaat bewegen, dan voelen wij dat als '''wind'''. Het ontstaan van wind heeft te maken met [[luchtdruk]]. Op de aarde heb je gebieden met weinig lucht, dat noemen een [[lagedrukgebied]]. En gebieden met veel lucht, dat noemen we een [[hogedrukgebied]]. Die verschillen zijn er, doordat de lucht niet overal dezelfde [[temperatuur]] heeft. De zon warmt lucht rondom de aarde op. Warmere lucht is lichter dan koudere lucht. Warme lucht wilt automatisch omhoog. Koude lucht zakt naar beneden, omdat het zwaarder is. |
||
| − | + | Er hangt altijd lucht rondom de aarde, maar dat voelen wij niet. Pas als de lucht gaat bewegen, dan voelen wij dat als wind. Het ontstaan van wind heeft te maken met [[luchtdruk]]. Op de aarde heb je gebieden waar weinig boven de aarde hangt, dat noemen we een [[lagedrukgebied]]. Ook zijn er gebieden waar meer lucht boven de aarde hangt, dat noemen we een [[hogedrukgebied]]. Die verschillen zijn er, doordat de lucht niet overal dezelfde [[temperatuur]] heeft. De zon warmt lucht rondom de aarde op. Warmere lucht is lichter dan koudere lucht, dus warme lucht stijgt automatisch omhoog. De koude lucht zakt naar beneden, omdat het zwaarder is dan de warme lucht. |
|
| + | |||
| + | In een hogedrukgebied drukt het gewicht van de koude lucht op de aarde. Vandaar dat we het luchtdruk noemen. In lagedrukgebieden is de druk van het gewicht op de aarde lager, omdat warme lucht opstijgt. Lucht wilt zich altijd gelijk verdelen over de aarde. Daarom stroomt lucht van hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden. De zware, koude lucht duwt de lucht daar onder weg. De lucht stroomt dan naar gebieden waar minder lucht is, want daar is meer 'ruimte'. De stroming van lucht van hoge naar lage drukgebieden voelen wij als de wind. |
||
==Windkracht== |
==Windkracht== |
||
[[Bestand:Anemometer.jpg|right|thumb|300px|Anemometer]] |
[[Bestand:Anemometer.jpg|right|thumb|300px|Anemometer]] |
||
| − | De snelheid van wind wordt vaak gemeten volgens de [[schaal van Beaufort]]. Dit gebeurt met een '''anemometer'''. Bij een windkracht van 0 of 1 op de schaal van Beaufort waait het niet of bijna niet. Windkracht 12 is het hoogste getal op de schaal van Beaufort. Als het zo hard waait is er een [[orkaan]]. |
+ | De snelheid van wind wordt vaak gemeten volgens de [[schaal van Beaufort]]. Dit gebeurt met een '''anemometer'''. Bij een windkracht van 0 of 1 op de schaal van Beaufort waait het niet of bijna niet. Windkracht 12 is het hoogste getal op de schaal van Beaufort. Als het zo hard waait, is er een [[orkaan]]. |
{{Zie hoofdartikel|Schaal van Beaufort}} |
{{Zie hoofdartikel|Schaal van Beaufort}} |
||
Versie van 6 nov 2016 18:04
Met wind bedoelen we de beweging van de lucht rond de aarde.
Ontstaan
Er hangt altijd lucht rondom de aarde, maar dat voelen wij niet. Pas als de lucht gaat bewegen, dan voelen wij dat als wind. Het ontstaan van wind heeft te maken met luchtdruk. Op de aarde heb je gebieden waar weinig boven de aarde hangt, dat noemen we een lagedrukgebied. Ook zijn er gebieden waar meer lucht boven de aarde hangt, dat noemen we een hogedrukgebied. Die verschillen zijn er, doordat de lucht niet overal dezelfde temperatuur heeft. De zon warmt lucht rondom de aarde op. Warmere lucht is lichter dan koudere lucht, dus warme lucht stijgt automatisch omhoog. De koude lucht zakt naar beneden, omdat het zwaarder is dan de warme lucht.
In een hogedrukgebied drukt het gewicht van de koude lucht op de aarde. Vandaar dat we het luchtdruk noemen. In lagedrukgebieden is de druk van het gewicht op de aarde lager, omdat warme lucht opstijgt. Lucht wilt zich altijd gelijk verdelen over de aarde. Daarom stroomt lucht van hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden. De zware, koude lucht duwt de lucht daar onder weg. De lucht stroomt dan naar gebieden waar minder lucht is, want daar is meer 'ruimte'. De stroming van lucht van hoge naar lage drukgebieden voelen wij als de wind.
Windkracht
De snelheid van wind wordt vaak gemeten volgens de schaal van Beaufort. Dit gebeurt met een anemometer. Bij een windkracht van 0 of 1 op de schaal van Beaufort waait het niet of bijna niet. Windkracht 12 is het hoogste getal op de schaal van Beaufort. Als het zo hard waait, is er een orkaan.
Zie Schaal van Beaufort voor het hoofdartikel over dit onderwerp.