Tuilerieënpaleis

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het Tuilerieënpaleis gezien van af het Louvre. Op de achtergrond zie je in de verte de Arc de Triomphe.

Het Tuilerieënpaleis of de Tuilerieën was een paleis in de Franse hoofdstad Parijs. Het paleis stond op de linkoever van de Seine precies naast het Louvre. Het paleis werd later onderdeel van het Louvre, maar werd toch nog als los van het Louvre gezien. Het paleis was 266 meter lang en zorgde dat de binnenplaats van het Louvre werd afgesloten. Tegenwoordig is de binnenplaats hierdoor niet meer afgesloten, aangezien het paleis afgebroken is. Hierdoor ontstond de Axe historique.

Op de plek van het paleis ligt tegenwoordig een park, de Jardin des Tuileries. Het paleis werd in 1871 tijdens de commune van Parijs beschadigd, waardoor het uiteindelijk afgebroken moest worden. Over de jaren heen zijn er wel verschillende voorstellen geweest om het paleis te herbouwen.

Geschiedenis

Ontstaan

Het paleis is gebouwd op de plek waar vroeger dakpannen (tuiles) werden gemaakt. De naam Tuilieres is daarvan afgeleid. Het paleis werd gebouwd door Catharina de' Medici in 1564. Zij was de vrouw koning Hendrik II die in 1559 overleden was. Catharina wilde een paleis in de stijl van de renaissance. Hierdoor vroeg ze de hulp van architect Philibert Delorme. Hij ontwierp het gebouw, maar overleed voordat het af was. Hierdoor nam Jean Bullant het stokje over.

Het vroegere paleis is helemaal achteraan op deze foto te zien.

Het paleis bestond uit twee lange gebouwen die loodrecht op elkaar stond. Hierdoor had gebouw de vorm van de L (van bovenaf gezien). Later kwam nog een derde gebouw bij, waarbij het een U-vorm kreeg. Catharina heeft nooit het paleis gewoond. Ze was namelijk erg bijgelovig en was bang dat ze er zou sterven.

Onder het ancien régime

Onder koning Hendrik IV werd het gebouw verbonden met het Louvre. Tussen 1607 en 1610 werd hierdoor een grote galerij gebouwd tussen beide paleizen aan de kant van de Seine. Ook werd het paleis zelf naar het zuiden toe uitgebreid. Onder koning Lodewijk XIV kreeg het gebouw opnieuw een uitbreiding. De koning wilde het gebouw namelijk weer symmetrisch maken. De stadsmuur tussen beide paleizen werd afgebroken. Ook werd de gracht gedempt en kwam er een groot plein.

Het paleis werd slechts soms gebruikt door de Franse koninklijke familie. Tussen 1638 en 1652 woonde de nicht van de Franse koning er. De koning gebruikte het zelf tussen 1664 en 1667 afwisselend met het Louvre. Uiteindelijk verhuisde de koning naar zijn geliefde kasteel van Versailles.

Tussen 1715 en 1722 woonde koning Lodewijk XV in het paleis, maar besloot om uiteindelijk ook terug te keren naar Versailles. De koningen gebruikten vanaf toen alleen het paleis als ze Parijs bezochten. Hierdoor stond het paleis grotendeels leeg, aangezien de koningen heel soms kwamen. Een deel van het paleis werd overigens wel voor toneelvoorstellingen en door kunstenaars gebruikt.

Onder de Franse Revolutie

Door de Franse Revolutie werd koning Lodewijk XVI in 1789 gedwongen om terug te keren naar Parijs. Hij moest hierdoor in het Tuilerieënpaleis wonen met zijn gezin en hofhouding. Hierdoor konden de revolutionairen de koning goed in de gaten houden. Het paleis werd hierdoor ook goed bewaakt, zeker nadat de koning probeerde te vluchten naar het buitenland. Op 10 augustus 1792 werd het paleis bestormd door een woedende menigte. Hierbij werden 600 mensen gedood, maar de koning zelf was al gevlucht.

Na het afschaffen van de monarchie nam de Nationale Conventie (het parlement) zijn trek in de zaal. Het paleis werd omgedoopt in het Palais national. Veel koninklijke symbolen werden vervangen door republikeinse symbolen. Ook de regering van de Eerste Franse Republiek zat in het gebouw. In 1795 werd de conventie vervangen door de Directoire. Tussen 1795 en 1799 zaten een van de twee kamers van het land in het paleis. In 1800 kreeg Frankrijk drie consuls (waaronder Napoleon Bonaparte). Twee van de consuls (waaronder Napoleon) bestuurden het land opnieuw vanuit het Tuilerieënpaleis, terwijl de derde consul in een ander gebouw woonde.

Als vorstelijke residentie

Het paleis in 1820

Onder het Eerste Franse Keizerrijk was het Tuilerieënpaleis de plaats waar het keizerlijk hof zat. Toch was Napoleon vooral te vinden in kastelen en paleizen rondom Parijs. Napoleon liet het gebouw opnieuw inrichten in de zogeheten empirestijl. Ook liet hij bij de ingang de Arc de Triomphe du Carrousel bouwen, die er nog steeds staat. In het paleis werd ook de zoon van Napoleon geboren.

Nadat Napoleon verslagen was, gebruikte de Franse koning het paleis voor een korte tijd. Koning Lodewijk XVIII overleed zelfs in het paleis. In 1830 werd de koninklijke familie tijdens de Julirevolutie uit het paleis verdreven. Hierdoor werd het paleis ook bestormd en geplunderd. Later dat jaar keerde koning Lodewijk Filips I terug naar het paleis, maar verbleef vaak in het Palais-Royal. In 1848 werd het paleis weer bestormd tijdens het revolutiejaar, waarin de monarchie werd afgeschaft.

Tijdens de Tweede Franse Republiek werd het paleis de woonplaats van de president. De Fransen verkozen Lodewijk Napoleon Bonaparte tot president die zich in 1852 kroonde tot keizer van Frankrijk. Hierdoor ontstond het Tweede Franse Keizerrijk, waarbij het Tuilereeënpaleis opnieuw het keizerlijk hof werd. Napoleon III liet het paleis helemaal verbouwen en beter verbinden met het Louvre. Hierdoor moesten ook gebouwen gesloopt worden. Het paleis was uiteindelijk af in 1870. Napoleon III zou er nooit veel plezier van hebben. Enkele maanden later werd Napoleon III gevangengenomen tijdens de Frans-Duitse Oorlog.

Beschadiging en sloop

Het paleis in ruïnes

Vervolgens brak in paleis een volksopstand uit, waardoor de rest van de keizerlijke familie Parijs moest ontvluchten. Zelfs de regering en overheid moesten uit Parijs vertrekken. Parijs kwam in handen van een revolutionaire regering; de Commune van Parijs. De Commune stelden het gebouw open voor het gewone volk en gaven er concerten, optredens en feesten.

De Commune had geen lang bestaan. Op 23 mei 1871 werd de Commune neergeslagen door het Franse leger. De Commune had echter veel buskruit opgeslagen in het paleis. Ook hadden ze de muren met brandstof ingesmeerd. Toen het Frans leger Parijs binnendrong, werd het gebouw in de brand gestoken. Het Tuilereeënpaleis brandde hierdoor helemaal uit. De brand was zo erg dat het drie dagen duurde om te blussen!

Na de brand wilde de Franse overheid het gebouw herbouwen, maar er was weinig meer van over. Architect Eugène Viollet-le-Duc (die ook de Notre-Dame had gerestaureerd) bood aan het gebouw te restaureren. Andere architecten volgden. De regering wilde alleen het centrale gedeelte restaureren. Het gebouw was echter in een te slechte staat om te kunnen restaureren. Uiteindelijk besloot het Franse parlement om het gebouw af te breken. In 1883 werd het grootste gedeelte van het paleis afgebroken.

Enkel twee delen, het Pavillon de Flore en het Pavillon de Marsan, werden behouden. Deze twee delen zijn nu de uiteinden van de vleugels van het Louvre. Tussen de twee uiteinden stond ooit het Tuilereeënpaleis.

Plannen voor herbouw

Over de jaren zij er verschillende oproepen en plannen geweest om het paleis te herbouwen. In 2002 werd er zelfs een vereniging in het leven geroepen. Het idee is om het paleis onderdeel te maken van Louvre en hier kunstwerken tentoon te stellen. Het Louvre heeft namelijk enorm veel kunstwerken en voor veel werken is geen ruimte. In principe is het mogelijk om het paleis te herbouwen. Voor de brand zijn veel foto's gemaakt, er zijn veel bouwtekeningen bewaard gebleven en zijn de meeste meubels nog beschikbaar.

De Jardin des Tuileries vandaag de dag.

Er zijn echter wat tegenargumenten. Zo zou het paleis de historische as tussen het Louvre en de Arc de Triomphe verstoren. Veel kunsthistorici verzetten zich tegen de plannen. Ook de stad Parijs en de Franse overheid is tegen. De herbouw zou namelijk 300 miljoen euro kosten, waarvoor geen geld is.

De tuinen

Zie Jardin des Tuileries voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tussen het het Tuilerieënpaleis en de Place de la Concorde lag de paleistuin van het paleis. In tegenstelling tot het paleis bestaat de paleistuin nog steeds. De plaats waar het paleis stond is onderdeel van het park. Het park ziet er grotendeels hetzelfde uit als de paleistuin. In de tuin staat verschillende fonteinen en standbeelden. Het is gebouwd in de Franse tuinstijl.

In het park staat ook twee kleinere musea; het Musée de l'Orangerie en het Galerie nationale du Jeu de Paume.

Galerij

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Tuilerieënpaleis&oldid=853619"