School

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Nederlands verkeersbord J16.svg Werk in uitvoering
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Nederlands verkeersbord J16.svg Werk in uitvoering
Aan dit artikel wordt nog hard gewerkt.

School is een instelling of organisatie die onderwijs geeft. Het gebouw waar lesgegeven wordt ook vaak een school genoemd. Er zijn diverse soorten scholen. Vaak is er ook een verschil per land. In de meeste landen moet ieder kind naar school voor een "basiskennis", zoals rekenen, spelling en geschiedenis. In sommige armere landen is dit niet zo (of wordt hier niet op gecontroleerd) en moeten kinderen werken. In deze landen kunnen mensen school niet betalen.

Een school bestaat bekend uit meerdere klassen. Op de basisschool heeft men deze klassen of groepen naar leerjaar ingericht. Vaak blijven de kinderen grotendeels in hetzelfde lokaal en hebben één juf of meester (in sommige gevallen twee). Op de middelbare school zijn de klassen ook naar leerjaar ingericht, maar ook naar vak. De leerlingen wisselen vaak van klas voor iedere les die ze hebben en hebben ook verschillende leraren (docenten). Een juf, meester of docent geeft uitleg en opdrachten. Ook houdt hij/zij orde in de klas en geeft huiswerk op. Leerlingen kunnen ook aan de leraar extra uitleg vragen, zoals bij een moeilijke som.

Naast lesgeven is een school ook een sociale omgeving. Veel leerlingen maken vrienden en vriendinnen op school. Zij spelen met elkaar of spreken na schooltijd af. Veel scholen organiseren daarnaast nog evenementen, zoals themaweken, een schoolreisje of uitjes. Op een basisschool heeft iedere leerling een eigen tafel met een laadje of kastje. Op een middelbare school is dit niet zo. Iedere leerling heeft dan wel een locker en soms is er een plattegrond voor hoe de leerlingen in een lokaal moeten zitten.

Daarnaast wordt een school nog gebruikt om specifieke dingen te leren, zoals een hobby (de muziekschool), zwemmen (de zwemschool) of autorijden (de rijschool).

Vroeger en nu

Schrijfgerei Vroeger hadden kinderen geen pennen en schriften. Zij schreven toen met een griffel op een lei. Een lei was gemaakt van een bepaald soort steen. Er zat een houten lijst omheen. De griffel was een soort krijtje. Ieder kind had een eigen lei, griffel en sponzendoos. In die doos zat een vochtig sponsje. Daarmee kon je fouten wegvegen of je lei schoon maken als hij vol was.

Lei (A) met houten lijst (B) en griffel (C) - B55IIOFL - 60001512 - RCE

Later kwamen er wel schriften en kroontjespennen. Een kroontjespen lijkt een beetje op een vulpen. Alleen kon er in een kroontjespen geen vulling. Daarom zat er in elke schoolbank een potje met inkt. Over het potje zat een schuifje. Als je niet aan het schrijven was moest dat dicht. Anders kon het gebeuren dat het inktpotje omviel. Iedereen had ook een inktlap. Daaraan veegde je de kroontjespen af als je klaar was.

Nu beginnen kinderen in groep drie met schrijven met een potlood en hebben ze een gum als ze een foutje maken. Als ze goed kunnen schrijven met een gum mogen de kinderen gaan schrijven met een vulpen of soms een balpen.







Verschillende lessen Vroeger kregen de meisjes andere lessen dan de jongens. De meisjes leerden breien en naaien. Als je acht jaar was moest je een sok kunnen breien en gaten kunnen stoppen. Jongens hadden vaker gym, dit gebeurde op het schoolplein want een gymzaal was er toen nog niet. Ook kregen jongens vaak techniekles. Hier leerden ze hoe ze moesten zagen en timmeren.

Breien in lagere school in woonwagenkamp

Nu hebbben alle leerlingen op de basisschool dezelfde vakken en zitten jongens en meisjes bij elkaar in de klas. Alle meisjes doen mee met gymlessen en techniek en alle jongens doen mee met knutselactiviteiten.






Indeling van de klas In de klas hadden ze vroeger geen verwarming. Er stond een kachel in de klas waar kolen in werden gestookt. Vroeger waren er vaak jongens die wat eerder naar school kwamen om de kachel te vullen of om het as weg te brengen. Daarvoor kregen zij dan een paar centen per dag.

De ramen van de klas zaten vroeger hoog zodat er moeilijk naar buiten gekeken kon worden. Ook zaten de kinderen met z’n tweeën of vieren naast elkaar in banken die niet makkelijk verplaatst konden worden.

Pen en papier - Pen and paper (3915529903)

De leerlingen zitten nu vaak in groepjes en kunnen de tafels en stoelen makkelijk verplaatst worden als er meer ruimte nodig is in de klas. Ook hoeven de kinderen niet meer te zorgen voor kolen voor in de kachel. We hebben nu mooie verwarmingen aan de muur hangen die met een knop open en dicht gedraaid kunnen worden.






Leren lezen en hoorspelen

Vroeger was er nog geen digibord in de klas. Kinderen leerden lezen met een leesplankje. Het bekendste leesplankje in Nederland is het leesbordje van Jan Lighthart. Misschien ken je het wel? Het leesbordje begint met aap, noot, mies. De juf of meester las de woordjes voor en de kinderen zeiden de woordjes na. Ook konden ze geen filmpjes kijken in de klas. In plaats van een digibord was er een radio in de klas waarop ze hoorspelen konden luisteren. Een hoorspel is een verhaal dat verteld wordt op de radio en waar geluiden bij gemaakt worden.

Aap-Noot-Mies - Primer in the classroom (3916313446)







Regels' Vroeger waren er op school ook andere regels dan nu. Vroeger mocht je bijvoorbeeld nooit de juf of meester tegenspreken. Je moest opstaan als de juf of meester binnenkwamen en je moest rechtop zitten. Als je straf kreeg, moest je een bord voor waarop ezel stond geschreven of ezelsoren op en dan in de hoek van de klas gaan staan. Zodat iedereen je daar kon zien. Als je echt stout was dan kon je zelfs wel eens naar het kolenhok gestuurd worden.

Net zoals nu, mocht je vroeger ook niet pesten. Jongens trokken meisjes vroeger nog wel eens aan hun vlechten of ze schreven briefjes die door werden gegeven. Als de juf of meester dit zag, kreeg je een tik op je vingers met een liniaal of je moest heel veel strafwerk schrijven. Nu moet je ook nog wel eens strafwerk schrijven of de juf gaat met je praten na schooltijd. Een tik met een liniaal dat mag jouw juf of meester nu echt niet meer doen.






2 Soorten scholen Vroeger had je 2 soorten scholen. Je had een armenschool en een burgerschool. Kinderen van rijke ouders gingen naar de burgerschool en de arme kinderen gingen naar de armenschool. De armenschool was gratis. Voor de burgerschool moest je schoolgeld betalen.

Nu zijn er veel verschillende soorten scholen in Nederland. Je hebt bijvoorbeeld Daltononderwijs, Ervaringsgericht onderwijs, Freinetonderwijs, Jenaplanonderwijs, Iederwijsonderwijs, Leonardoschool, Montessori-onderwijs, Nutsonderwijs, Ontwikkelingsgericht onderwijs, Sudbury-onderwijs en Vrijeschool. Veel he! Misschien dat jij wel op één van deze scholen zit?

School in Nederland

Basisschool

In Nederland gaan kinderen eerst naar de basisschool. Dit gebeurt tussen hun 4e en 12e jaar. Rond hun vierde verjaardag gaan kinderen naar groep 1. Afhankelijk wanneer hun verjaardag is, doen ze één of twee keer groep 2. In groep 1 en 2 ligt de nadruk vooral op samenspelen, maar vanaf groep 3 zitten de leerlingen achter tafeltjes en hebben normalere lessen.

De groepen zijn als volgt:

  • Groep 1: 4-5 jaar
  • Groep 2: 5-6 jaar
  • Groep 3: 6-7 jaar
  • Groep 4: 7-8 jaar
  • Groep 5: 8-9 jaar
  • Groep 6: 9-10 jaar
  • Groep 7: 10-11 jaar
  • Groep 8: 11-12 jaar

In tegenstelling tot Vlaanderen heeft Nederland geen kleuterschool. Tot 1985 had Nederland wél een kleuterschool. In plaatsen van groepen waren er toen klassen. Groep 3 was 1e klas en groep 8 de 6e klas. In 1985 zijn de kleuter- en basisschool samengevoegd.

Hoewel men in Nederland vanaf 4 jaar leerplichtig is, kiezen sommige ouders ervoor om hun kinderen enkele dagen per week naar de peuterspeelzaal te sturen. Dit is voor kinderen vanaf 2 jaar. De peuterspeelzaal is nicht verplicht, maar wordt gedaan om kinderen met andere kinderen leren om te gaan. Ook is de peuterspeelzaal goed om de Nederlandse taal te leren.

De nadruk van de basisschool ligt voornamelijk op rekenen en taal (spelling en grammatica), maar ook op wereldoriëntatie (natuur, geschiedenis en aardrijkskunde), godsdienst (of levensbeschouwing), Engels, handvaardigheid (bijvoorbeeld knutselen) en sport (gym). De invulling van godsdienst is afhankelijk per school. In Nederland wordt religieus onderwijs door de overheid aangeboden. Op een christelijke school leert men vaak alleen of grotendeels over het christendom, terwijl men op een openbare school vaak over alle grote religies leert.

Voortgezet onderwijs

Het voortgezet onderwijs (of middelbaar onderwijs) in Nederland is vanaf het 12e jaar. In groep 8 maken leerlingen een bepaalde test, de CITO Test, en krijgen ook advies van de juf of meester. Dit bepaald welk niveau zij doen op de middelbare school. Een leerling mag besluiten om een lager niveau te doen dan het advies, maar een hoger niveau is niet mogelijk. Mocht een leerling toch een hoger niveau aankunnen, kan de leerling tijdens of aan het einde van de brugklas (eerste klas) overstappen. Gedurende de middelbare school zijn er diverse manieren om over te stappen qua niveau.

Van hoog naar laag zijn de niveaus:

  • Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (Vwo): Dit niveau duurt zes jaar (12-18 jaar) en bereidt je voor op de universiteit. Leerlingen zitten in de onderbouw tot en met het derde leerjaar. Voor het vierde leerjaar kiezen ze een vakkenpakket. Vwo is weer onder te verdelen in:
    • Gymnasium: Met Grieks en Latijn. Leerlingen kiezen voor het vierde leerjaar één van de twee, maar afhankelijk van de school is het mogelijk om beide te hebben.
    • Atheneum: Zonder Grieks en Latijn. Het niveau qua lesgeven is voor de rest gelijk aan het gymnasium. In plaats van een klassieke taal moeten leerling een moderne vreemde taal (vaak Duits of Frans) kiezen.
  • Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (Havo): Dit niveau duurt vijf jaar (12-17 jaar) en bereidt je voor op de hogeschool (HBO). Leerlingen zitten in de onderbouw tot en met het derde leerjaar. Voor het vierde leerjaar kiezen ze een vakkenpakket. In vergelijking met Vwo ligt het niveau iets lager en moet men examen doen in één vak minder. Ook is wiskunde en een moderne vreemde taal niet in elk vakkenpakket verplicht.
  • Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (Vmbo): Dit niveau duurt vier jaar (12-16 jaar) en bereidt je voor op het MBO. De leerlingen zitten in de onderbouw tot en met het twee leerjaar. Voor het derde leerjaar moet men een vakkenpakket/richting kiezen. In vergelijking met Havo ligt het niveau nog iets lager. Het Vmbo is weer onder te verdelen in:
    • VMBO-Theoretische leerweg (TL): Leerlingen hebben hierbij geen praktijklessen. Leerlingen worden voorbereid om over te stappen naar Havo of voor opleidingen voor het MBO niveau 4. Men doet examen in minstens 6 vakken.
    • VMBO-(Kader) Gemengd Theoretisch ((K)GT): Leerlingen hebben hierbij wel praktijklessen, maar doen hun algemene vakken op het theoretische niveau. Men doet examen in minstens 5 vakken en één praktijkvak.
    • VMBO-Kader (K): Leerlingen hebben hierbij wel praktijklessen en doen hun algemene vakken op iets lager niveau dan de theoretisch leerweg. Men doet examen in minstens 5 vakken en één praktijkvak.
    • VMBO-Basis (B): Leerlingen hebben hierbij wel praktijklessen en doen hun algemene vakken op een iets lager niveau dan Vmbo-Kader. Men doet examen in minstens 5 vakken en één praktijkvak.
      • Leerweg Ondersteunend Onderwijs (Lwoo): Dit is voor leerlingen die moeite hebben met leren en is bedoeld als ondersteuning voor deze leerlingen. Leerlingen krijgen op hetzelfde niveau les als Vmbo-Basis, maar krijgen extra hulp bij hun vakken.

Hoger onderwijs

School in Vlaanderen

Kleuterschool

In Vlaanderen is ieder kind verplicht om als eerste het Kleuter en/of peuteronderwijs te volgen onder de klasafspraken. Vroeger was er in Nederland ook een kleuterschool. Nu zijn dat groep 1 en 2.

  • Instapklas: Vanaf 2,5 jaar.
  • Eerste kleuterklas: kleuters die dat kalenderjaar 3 jaar worden.
  • Tweede kleuterklas: idem 4 jaar.
  • Derde kleuterklas: idem 5 jaar.

           Er is geen leerplicht voor de kleuters, het is volkomen vrij. De meeste kindjes gaan wel naar de peuterschool. Het is bewezen dat als de kleuter naar school ging voor hij naar het 1ste leerjaar ging, veel verstandiger en rijper is.

In de derde kleuterklas wordt het kind geëvalueerd om te zien of het in staat is naar het eerste leerjaar van de lagere school te gaan. Bij twijfel overleggen school en CLB dan met de ouders over eventuele andere mogelijkheden: kleuterklas overzitten, speelleerklas, overstap naar buitengewoon basisonderwijs, of huisonderwijs.

Meestal is de kleuterschool een deel van de lagere school en zijn deze aan elkaar en de zelfde directeur. Er komt ook veel voorbereiding aan te pas voor de leraars die de "les" moeten voorbereiden. Ze moeten ook schema's en een soort dagboek maken en ingeven op het begin van het nieuwe schooljaar.

In het lager onderwijs is er wel leerplicht.

Basisschool

  • Eerste kleuterklas: 3-4 jaar
  • Tweede kleuterklas: 4-5 jaar
  • Derde kleuterklas: 5-6 jaar
  • Eerste leerjaar: 6-7 jaar
  • Tweede leerjaar: 7-8 jaar
  • Derde leerjaar: 8-9 jaar
  • Vierde leerjaar: 9-10 jaar
  • Vijfde leerjaar: 10-11 jaar
  • Zesde leerjaar: 11-12 jaar

De zesde klas/8e groep eindigt met een schooladvies voor het voortgezet onderwijs, afgegeven door de leraar, meestal ondersteund door het resultaat van de CITO Eindtoets Basisonderwijs, die afgenomen wordt in de laatste maanden van het schooljaar.

Middelbare school

In het middelbaaronderwijs heb je 4 grote takken

  • ASO = De jong volwassenen die naar de universiteit willen gaan (indien ze niet verder studeren hebben ze een laag diploma)
  • TSO = De jong volwassenen die meer technisch zijn aangelegd maar kunnen ook verder studeren.
  • KSO = de jong volwassenen die meer artistiek en van kunst houden (kunnen ook verder studeren)
  • BSO = De jong volwassenen die worden voorbereid op een bepaald beroep. (Het is vooral een praktische onderwijsvorm. Na het BSO kun je direct gaan werken)(voor deze jongeren hebben ze nu ook een 7de jaar dat hun bijna gelijk stelt met TSO, Het BSO heeft ook geen examens)

Hoger onderwijs

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=School&oldid=620335"