Hongerwinter
De Hongerwinter was de laatste oorlogswinter (1944/45), toen in het nog niet bevrijde westen van Nederland honger en gebrek werd geleden.
Extreme kou
Alsof dat nog niet erg genoeg was, was er ook een groot tekort aan brandstof. En dat, terwijl de temperatuur ver onder nul daalde! De kolen moesten uit Limburg komen en dat lag achter de frontlijn (de grens tussen bevrijd en bezet gebied). Aanvoer van brandstof was dus onmogelijk. Daarom gingen de mensen alles slopen, wat maar wilde branden. Schuttingen, spoorbielzen, huizen die leegstonden. Dat mocht wel niet, maar nood breekt wet, nietwaar?
Hulp op komst
In februari 1945 werd door bemiddeling van het Rode Kruis Zweeds wittebrood aan de hongerende bevolking uitgedeeld. Later gaven de Duitsers de geallieerden toestemming om voedsel te droppen. Maar voor zo'n 20.000 Nederlanders is die hulp te laat gekomen.