Ridder: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 2: Regel 2:
   
 
{{Pabo}}
 
{{Pabo}}
Een '''ridder''' is een soort soldaat. De ridder is in dienst van een ander bijv. een koning zijn, een hertog of een andere ridder. De ridder heeft een eed van trouwe afgelegd aan zijn heer.
+
Een '''ridder''' is een soort soldaat in de middeleeuwen. De ridder is in dienst van een ander bijv. een koning, een hertog of een andere ridder. De ridder heeft een eed van trouw afgelegd aan zijn heer.
   
 
== Waar moesten ridders zich aanhouden? ==
 
== Waar moesten ridders zich aanhouden? ==
   
 
Een ridder moest zich aan een gedragscode houden. Deze bestond uit waarden, waaronder:
 
Een ridder moest zich aan een gedragscode houden. Deze bestond uit waarden, waaronder:
* Barmhartigheid
+
* Barmhartigheid (helpen van de medemens)
* Nederigheid
+
* Nederigheid (bescheiden opstellen)
 
* Eer
 
* Eer
 
* Opoffering
 
* Opoffering
* Godvrezendheid
+
* Godvrezendheid (geloven in God)
 
* Trouw
 
* Trouw
* Rechtschapenheid
+
* Rechtschapenheid (eerlijk zijn)
   
 
== Wat moesten ridders goed kunnen? ==
 
== Wat moesten ridders goed kunnen? ==
Je moest goed kunnen vechten, Verdedigen en nette manieren kennen. Ze moesten ook veel moed heb.
+
Je moest goed kunnen vechten, verdedigen en nette manieren kennen. Ze moesten ook veel moed hebben.
   
  +
== Wat deden de ridders? ==
  +
Ridders waren er vooral om oorlog te voeren. Ze voerde ook oorlog in de omgeving van Jeruzalem. De paus stuurde ridders om dit gebied te veroveren. Ridders moesten lange reizen maken om bij Jeruzalem te komen. Dit werden [[kruistochten]] genoemd. Als de ridders niet hoefden te vechten, deden ze mee aan toernooien. In het begin werden toernooien alleen gehouden om te trainen voor de oorlog. Later werd er een heel spektakel van gemaakt. Er waren verschillende soorten toernooien. Het bekendste soort is wel het steekspel. In zo'n steekspel reden ridders te paard op elkaar af met een lans. De ridder die de ander uit het zadel kreeg, haalde het hoogst aantal punten.
  +
Naast al het vechten, hadden ridders nog andere taken. Zo moesten ze ook het landgoed van hun familie beheren, bevelen geven aan de boeren die er werkten, belasting innen, de boeren beschermen en onderlinge ruzies oplossen. Daarnaast deden de ridders vaak mee met de jacht. Hierbij reden ze op een paard met een kruisboog of een handboog. Een pijl die werd afgevuurd door een handboog, kon wel 300 meter ver komen!
   
 
== Waar leefde een ridder? ==
 
== Waar leefde een ridder? ==
Ridders leefden in kastelen. In zo’n [[kasteel]] moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel. Het was voor de meeste bewoners geen pretje om er te wonen. Alleen de heer en zijn vrouw hadden een eigen kamer met open haard. Eten deed iedereen samen, maar het was heel weinig, vaak een stuk brood. Het hoorde bij de taak van de ridder om gasten te ontvangen en andere ridders, bedienden en werklui aan het werk te houden. Op de binnenplaats van het kasteel waren ridders, sergeanten en schildknapen vaak aan het oefenen voor hun strijd.
+
Ridders leefden in kastelen. In zo’n [[kasteel]] moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel. Het was voor de meeste bewoners geen pretje om er te wonen. Alleen de heer en zijn vrouw hadden een eigen kamer met open haard. Eten deed iedereen samen, maar het was heel weinig, vaak een stuk brood. De slotgrachten van kastelen werden gebruikt als verdediging tegen vijanden, maar er werd ook menselijk afval in gedumpt. Zo liepen menselijke uitwerpselen via een schacht naar een beerput of in de slotgracht. De beerput werd af en toe geleegd. De uitwerpselen werden dan gebruikt als mest op het platteland.
  +
Het hoorde bij de taak van de ridder om gasten te ontvangen en andere ridders, bedienden en werklui aan het werk te houden. Op de binnenplaats van het kasteel waren ridders, sergeanten en schildknapen vaak aan het oefenen voor hun strijd.
   
===Had je een opleiding nodig? Of hoe word je ridder?===
+
== Had je een opleiding nodig? Of hoe word je ridder? ==
  +
Je moest een jongen/man van adel zijn om ridder te worden. Ridder worden was namelijk heel duur. Je moest je eigen uitrusting betalen en een lange opleiding volgen.
Je moest een man van adel zijn om ridder te worden. Dit was zo omdat ridder zijn heel duur was. Je had veel spullen nodig en een opleiding. Vanaf je 7e werd je page. Dan ging je naar een ander kasteel en leerde je goede manieren en bediende zijn heer. De page kreeg onderwijs van de priester in het kasteel. Hij leerde er iets over geschiedenis, aardrijkskunde en godsdienst. Maar ook een beetje lezen en schrijven, zodat hij later zijn eigen naam kon herkennen en schrijven. Als je 14 jaar oud was werd je schildknaap. Als je schildknaap was moest je een ridder dienen en die overal mee helpen. Na nog vier jaar werd je tot ridder geslagen. De nacht daarvoor moest je de hele nacht bidden maar je mocht niet slapen. Daarna werd je met de platte kant van een zwaard tot ridder geslagen.
+
Vanaf je 7e werd je als page meegenomen naar een ander kasteel. Je leerde goede manieren en bediende je heer. De page kreeg onderwijs van de priester in het kasteel. Hij leerde er iets over geschiedenis, aardrijkskunde en godsdienst. Maar ook een beetje lezen en schrijven, zodat hij later zijn eigen naam kon herkennen en schrijven. Daarnaast moest hij huishoudelijke taken uitvoeren, werd gebruikt als loopjongen of deed schoonmaakwerk.
De opleiding begon zo vroeg omdat ze een ridderlijk karakter van de toekomstige ridders verwachten. Dit was namelijk dapper en eervol in de strijd, trouw aan God en zijn heer, aardig tegenover zwakke mensen en hen ook helpen en een vrouw met respect behandelen.
 
  +
Als je 14 jaar oud was werd je schildknaap. Als je schildknaap was moest je een ridder dienen en die overal mee helpen. Zo moest je helpen het harnas aan te trekken en de wapens schoonmaken.
  +
Op je twintigste kon je tot ridder geslagen worden. De nacht daarvoor moest je de hele nacht bidden maar je mocht niet slapen. Daarna werd je met de platte kant van een zwaard tot ridder geslagen.
  +
 
De opleiding begon vroeg omdat men een ridderlijk karakter van de toekomstige ridders verwachten. Dit was namelijk: dapper en eervol zijn in de strijd, trouw aan God en zijn heer zijn, aardig tegenover zwakke mensen zijn, hen helpen en een vrouw met respect behandelen.
  +
 
Vroeger noemde ze ridders gewoon ruiters. Ridders waren toen soldaten die erg trouw waren aan hun heer of vorst. Ze moesten hem beloven altijd klaar te staan en hun meester te helpen in de strijd. Pas vanaf de twaalfde eeuw moesten de ridders zich aan strenge wetten houden, dat noemde ze erecodes. Deze codes werden gebruikt bij de jacht, gevechten en aan tafel. Als je ridders was, was het erg belangrijk dat je die codes serieus nam en gehoorzaamde.
 
Vroeger noemde ze ridders gewoon ruiters. Ridders waren toen soldaten die erg trouw waren aan hun heer of vorst. Ze moesten hem beloven altijd klaar te staan en hun meester te helpen in de strijd. Pas vanaf de twaalfde eeuw moesten de ridders zich aan strenge wetten houden, dat noemde ze erecodes. Deze codes werden gebruikt bij de jacht, gevechten en aan tafel. Als je ridders was, was het erg belangrijk dat je die codes serieus nam en gehoorzaamde.
  +
De eerste ridders waren in de tijd van de Middeleeuwen. Ze waren bijna altijd te paard.
De eerste ridders waren in de tijd van de Middeleeuwen. Ze waren bijna altijd te paard. Pas vanaf de 12e eeuw moesten de ridders zich aan strenge regels een voorschriften houden. De afspraken die daar over gemaakt werden noemden ze erecode. Voor aan tafel waren er speciale regels voor de jacht en voor tijdens een gevecht. Van de ridders werden een aantal dingen verwacht ze moesten zich netjes gedragen en manieren hebben. Als je een ridder wilden worden dan moest je plechtig beloven dat je de erecode altijd zal blijven volgen en dat je daar trouw aan bleef.
 
   
 
== Maakte het uit of je een jongen of meisje was? ==
 
== Maakte het uit of je een jongen of meisje was? ==
   
Als je ridder wilde worden moest je een jongen zijn. Ze wilden alleen jongens. De vrouwen worden jonkvrouw als ze van adellijk bloed waren.
+
Als je ridder wilde worden moest je een jongen zijn. De vrouwen werden jonkvrouw als ze van adellijk bloed waren.
   
   
 
== Hoe zag een ridder eruit? ==
 
== Hoe zag een ridder eruit? ==
 
[[Bestand:Wiki_Loves_Art_-_Bruxelles_-_Porte_de_Hal_-_Cotte_de_mailles_(Q26299758).jpg|thumb|right|Maliënkolder en een plaatharnas]]
 
[[Bestand:Wiki_Loves_Art_-_Bruxelles_-_Porte_de_Hal_-_Cotte_de_mailles_(Q26299758).jpg|thumb|right|Maliënkolder en een plaatharnas]]
Als een ridder in een strijd was, droeg die een wapenuitrusting van staal, soms woog deze wel 25 kg! De eerste middeleeuwse ridders vochten in maliënkolders, die waren gemaakt van een heleboel ijzeren ringetjes. Die waren heel soepel, de ridders konden er makkelijk in bewegen.
+
Als een ridder in een strijd was, droeg die een wapenuitrusting van staal, soms woog deze wel 25 kg!
  +
De eerste middeleeuwse ridders vochten in maliënkolders, die waren gemaakt van een heleboel ijzeren ringetjes. Die waren heel soepel, de ridders konden er makkelijk in bewegen. Onder een maliënkolder droegen ze een wambuis. Dit was een soort vest wat de meeste klappen van slagwapens opving. Het maliënkolder werd gebruikt als bescherming tegen pijlen en lansen.
Vanaf de 13e eeuw werden er steeds meer stalen platen toegevoegd, die met gespen en riemen aan elkaar vast zaten. Aan het einde van de 15e eeuw werd het plaatsharnas over het hele lichaam gedragen. Dit was een goede bescherming tegen pijlen.
+
Vanaf de 13e eeuw werden er steeds meer stalen platen toegevoegd, die met gespen en riemen aan elkaar vast zaten. Aan het einde van de 15e eeuw werd het plaatsharnas over het hele lichaam gedragen. Dit was een goede bescherming tegen pijlen. Doordat de verschillende platen over elkaar heen bevestigd werden, konden de ridders nog wel het paard bestijgen.
 
Ook had iedere ridder op zijn schild een familiewapen staan, dat wordt ook wel [[heraldiek]] genoemd. Zo kon een ridder in een strijd herkennen wie bij wie hoorde. Een ridder gaf zijn heraldiek door aan zijn oudste zoon, daarom werd het een familiewapen. Die familiewapens verschenen op zegels van documenten en zijn zelfs nu nog te zien in zalen van kastelen en op middeleeuwse graven.
 
Ook had iedere ridder op zijn schild een familiewapen staan, dat wordt ook wel [[heraldiek]] genoemd. Zo kon een ridder in een strijd herkennen wie bij wie hoorde. Een ridder gaf zijn heraldiek door aan zijn oudste zoon, daarom werd het een familiewapen. Die familiewapens verschenen op zegels van documenten en zijn zelfs nu nog te zien in zalen van kastelen en op middeleeuwse graven.
   

Versie van 6 nov 2016 13:47

Adel
Rangkroon keizer.svg
Keizer
Rangkroon Koning.svg
Koning
Rangkroon Prins.svg
Prins
Rangkroon Hertog.svg
Hertog
Rangkroon Markies.svg
Markies
Rangkroon Graaf.svg
Graaf
Rangkroon Burggraaf.svg
Burggraaf
Rangkroon Baron.svg
Baron
Rangkroon Ridder.svg
Ridder
Rangkroon Ridder.svg
Jonkheer

Een ridder is een soort soldaat in de middeleeuwen. De ridder is in dienst van een ander bijv. een koning, een hertog of een andere ridder. De ridder heeft een eed van trouw afgelegd aan zijn heer.

Waar moesten ridders zich aanhouden?

Een ridder moest zich aan een gedragscode houden. Deze bestond uit waarden, waaronder:

  • Barmhartigheid (helpen van de medemens)
  • Nederigheid (bescheiden opstellen)
  • Eer
  • Opoffering
  • Godvrezendheid (geloven in God)
  • Trouw
  • Rechtschapenheid (eerlijk zijn)

Wat moesten ridders goed kunnen?

Je moest goed kunnen vechten, verdedigen en nette manieren kennen. Ze moesten ook veel moed hebben.

Wat deden de ridders?

Ridders waren er vooral om oorlog te voeren. Ze voerde ook oorlog in de omgeving van Jeruzalem. De paus stuurde ridders om dit gebied te veroveren. Ridders moesten lange reizen maken om bij Jeruzalem te komen. Dit werden kruistochten genoemd. Als de ridders niet hoefden te vechten, deden ze mee aan toernooien. In het begin werden toernooien alleen gehouden om te trainen voor de oorlog. Later werd er een heel spektakel van gemaakt. Er waren verschillende soorten toernooien. Het bekendste soort is wel het steekspel. In zo'n steekspel reden ridders te paard op elkaar af met een lans. De ridder die de ander uit het zadel kreeg, haalde het hoogst aantal punten. Naast al het vechten, hadden ridders nog andere taken. Zo moesten ze ook het landgoed van hun familie beheren, bevelen geven aan de boeren die er werkten, belasting innen, de boeren beschermen en onderlinge ruzies oplossen. Daarnaast deden de ridders vaak mee met de jacht. Hierbij reden ze op een paard met een kruisboog of een handboog. Een pijl die werd afgevuurd door een handboog, kon wel 300 meter ver komen!

Waar leefde een ridder?

Ridders leefden in kastelen. In zo’n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel. Het was voor de meeste bewoners geen pretje om er te wonen. Alleen de heer en zijn vrouw hadden een eigen kamer met open haard. Eten deed iedereen samen, maar het was heel weinig, vaak een stuk brood. De slotgrachten van kastelen werden gebruikt als verdediging tegen vijanden, maar er werd ook menselijk afval in gedumpt. Zo liepen menselijke uitwerpselen via een schacht naar een beerput of in de slotgracht. De beerput werd af en toe geleegd. De uitwerpselen werden dan gebruikt als mest op het platteland. Het hoorde bij de taak van de ridder om gasten te ontvangen en andere ridders, bedienden en werklui aan het werk te houden. Op de binnenplaats van het kasteel waren ridders, sergeanten en schildknapen vaak aan het oefenen voor hun strijd.

Had je een opleiding nodig? Of hoe word je ridder?

Je moest een jongen/man van adel zijn om ridder te worden. Ridder worden was namelijk heel duur. Je moest je eigen uitrusting betalen en een lange opleiding volgen. Vanaf je 7e werd je als page meegenomen naar een ander kasteel. Je leerde goede manieren en bediende je heer. De page kreeg onderwijs van de priester in het kasteel. Hij leerde er iets over geschiedenis, aardrijkskunde en godsdienst. Maar ook een beetje lezen en schrijven, zodat hij later zijn eigen naam kon herkennen en schrijven. Daarnaast moest hij huishoudelijke taken uitvoeren, werd gebruikt als loopjongen of deed schoonmaakwerk. Als je 14 jaar oud was werd je schildknaap. Als je schildknaap was moest je een ridder dienen en die overal mee helpen. Zo moest je helpen het harnas aan te trekken en de wapens schoonmaken. Op je twintigste kon je tot ridder geslagen worden. De nacht daarvoor moest je de hele nacht bidden maar je mocht niet slapen. Daarna werd je met de platte kant van een zwaard tot ridder geslagen.

De opleiding begon vroeg omdat men een ridderlijk karakter van de toekomstige ridders verwachten. Dit was namelijk: dapper en eervol zijn in de strijd, trouw aan God en zijn heer zijn, aardig tegenover zwakke mensen zijn, hen helpen en een vrouw met respect behandelen.

Vroeger noemde ze ridders gewoon ruiters. Ridders waren toen soldaten die erg trouw waren aan hun heer of vorst. Ze moesten hem beloven altijd klaar te staan en hun meester te helpen in de strijd. Pas vanaf de twaalfde eeuw moesten de ridders zich aan strenge wetten houden, dat noemde ze erecodes. Deze codes werden gebruikt bij de jacht, gevechten en aan tafel. Als je ridders was, was het erg belangrijk dat je die codes serieus nam en gehoorzaamde. De eerste ridders waren in de tijd van de Middeleeuwen. Ze waren bijna altijd te paard.

Maakte het uit of je een jongen of meisje was?

Als je ridder wilde worden moest je een jongen zijn. De vrouwen werden jonkvrouw als ze van adellijk bloed waren.


Hoe zag een ridder eruit?

Maliënkolder en een plaatharnas

Als een ridder in een strijd was, droeg die een wapenuitrusting van staal, soms woog deze wel 25 kg! De eerste middeleeuwse ridders vochten in maliënkolders, die waren gemaakt van een heleboel ijzeren ringetjes. Die waren heel soepel, de ridders konden er makkelijk in bewegen. Onder een maliënkolder droegen ze een wambuis. Dit was een soort vest wat de meeste klappen van slagwapens opving. Het maliënkolder werd gebruikt als bescherming tegen pijlen en lansen. Vanaf de 13e eeuw werden er steeds meer stalen platen toegevoegd, die met gespen en riemen aan elkaar vast zaten. Aan het einde van de 15e eeuw werd het plaatsharnas over het hele lichaam gedragen. Dit was een goede bescherming tegen pijlen. Doordat de verschillende platen over elkaar heen bevestigd werden, konden de ridders nog wel het paard bestijgen. Ook had iedere ridder op zijn schild een familiewapen staan, dat wordt ook wel heraldiek genoemd. Zo kon een ridder in een strijd herkennen wie bij wie hoorde. Een ridder gaf zijn heraldiek door aan zijn oudste zoon, daarom werd het een familiewapen. Die familiewapens verschenen op zegels van documenten en zijn zelfs nu nog te zien in zalen van kastelen en op middeleeuwse graven.


Weetjes

Wist je dat:

  • een kemenade een van de belangrijkste plekken in het kasteel was?
  • een donjon een middeleeuwse verdedigbare woontoren is?

Externe links

Spelletje

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Ridder&oldid=463060"