Echo (zwangerschap)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een echo wordt tijdens de zwangerschap (40 weken) gemaakt om te kijken of de foetus (ongeboren kind) zich goed ontwikkelt. De techniek die hierachter zit is echografie.

De medische namen voor een echo zijn echografie en echoscopie. Beide termen worden gebruikt. Grafie betekent 'weergeven' en scopie betekent 'zien'. In het Engels heet dit: ultrasonography.

Geschiedenis

Ian Donald deed in 1961 de eerste meting tijdens zwangerschap met behulp van echo. Daarna is de echo verbeterd, onder andere door Stuart Campbell in 1968.

Opvolging en afwijkingen

Echo's worden tijdens de zwangerschap gebruikt om de ontwikkeling van de embryo/foetus te volgen. We willen weten of alles wel goed gaat en of er geen afwijkingen of problemen (complicaties) optreden.

Soorten echo's

Er zijn een aantal standaard echo's en een paar extra echo's die gemaakt worden.

De standaard echo's zijn:

  • Termijnecho (8,5 tot 13 weken)
  • 20-wekenecho (18 tot 22 weken)
  • Liggingsecho (35 weken)

Extra echo's die gemaakt kunnen worden:

  • Vitaliteitecho (6 tot 8 weken)
  • Groeiecho (28 weken tot eind zwangerschap)

In de toekomst zal nog de 13 weken en de 30 weken echo worden toegevoegd. Deze echo's zijn om afwijkingen op te sporen en de groei van de foetus in de gaten te houden.

Vooral bij de 20-weken echo wordt er naar afwijkingen gezocht. Een afwijking die voor kan komen is bijvoorbeeld schisis, ook wel hazenlip genoemd. Het is belangrijk om deze afwijking van te voren op te sporen. Er kan dan ook gekeken worden of er sprake is van nog meer afwijkingen. Ook voor de toekomstige ouders is het fijn om zich erop voor te kunnen bereiden. Voor broers en zussen is het goed om iets meer van hun nieuwe broertje of zusje te weten.

Link

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Echo_(zwangerschap)&oldid=885786"