Egyptische leven na de dood

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het oordeel, waarbij het hart van de mens wordt gewogen. De god Ammoet staat al te wachten

De Egyptenaren waren heel erg bezig met het leven na de dood. Alles wat ze op aarde deden, deden ze voor een beter hiernamaals. Aan de begintijd werden er piramides gebouwd voor de farao's, maar later waren er meer eenvoudigere koningsgraven. De graven lagen vol met goud en andere dure spullen die waren bedoeld voor het hiernamaals. De graven werden vaak geroofd. Omdat het graf van Toetanchamon is ongeschonden teruggevonden omdat het zo moeilijk te vinden was. Omdat Toetanchamon een onbeduidende farao was, ligt het voor de hand om te zeggen dat bij andere farao's vele malen meer goud en dure spullen moeten hebben gelegen. Vooral in de begintijd moesten de Egyptenaren hard werken voor een goed leven na de dood van de farao's. In latere tijden werd papyrus goedkoper. Daardoor konden ook meer vooral rijkere mensen een rol met magische spreuken laten maken die hen konden helpen tijdens het leven na de dood.

Het Egyptisch dodenboek

Rijkere mensen in de latere periode van het Egyptische Rijk lieten een boek maken met allerlei spreuken voor het hiernamaals. In die kenden ze nog geen boeken zoals we die nu hebben, dus sommige spreuken stonden op de muren van de grafkamers, of stonden op rollen. Met die spreuken uit het boek zouden ze dan monsters kunnen weerstaan. Bovendien zouden ze met die spreuken een grotere kans hebben op een positief oordeel op het moment dat hun hart wordt gewogen. In feite geloofden de Egyptenaren ook in een soort hemel en hel. In de hel bestond je echter niet meer, want je hart werd dan opgegeten door de god Ammoet.

Isis, Osirus en Horus

Osiris was de god van het dodenrijk. Isis was zijn vrouw. In de begintijd van het Egyptische Rijk geloofden ze dat hun kind, Horus de farao was. Later niet meer.

4 zonen van horus

De vier zonen van Horus waren de beschermers van de delen van het lichaam van Osiris, en vanuit dit, werd beschermers van de overledene. Hun namen waren: Amset, Hapi, Duamutef en Qebhseneuf. Ze werden beschermd op hun beurt door de godinnen: Isis, Nephthys, Neith en Selket.

Qebhsenneuf: Was de beschermer van de ingewanden van de overledene,werd beschermd door de godin Selket. Hij werd voorgesteld als een gemummificeerde man met het hoofd van een valk.

Hapi: Was de beschermer van de longen van de overledene, werd beschermd door de godin Nephthys. Hij werd voorgesteld als een gemummificeerde man met het hoofd van een baviaan.

Amset: Was de beschermer van de lever van de overledene, werd beschermd door de godin Isis. Hij werd voorgesteld als een gemummificeerde man.

Duamutef: Was de beschermer van de maag van de overledene, werd beschermd door de godin Neith. Hij werd voorgesteld als een gemummificeerde man met het hoofd van een jakhals

Goden

Horus: Is de koning van de levende, en een van de belangrijkste goden van Egypte. Hij is de zoon van Osiris en Isis. Bij het bereiken van volwassenheid, wreekte hij zijn vader 's dood, door het verslaan van en castreren van zijn slechte oom Seth.

Osiris: Is de god van de doden en de god van de opstanding in het eeuwige leven, hij is heerser, beschermer en rechter van de overledene.

Videoclips

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Egyptische_leven_na_de_dood&oldid=687437"