Existentiële kunst

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Jardin d'émail van Jean Dubuffet in het Kröller-Müller museum

De filosofie (gedachtegoed) van de existentiële kunst of het existentialisme was een invloedrijke stroming in de kunst die tot doel had de rol van zintuiglijke waarneming, in het bijzonder dat wat je ziet, in de denkprocessen te onderzoeken.

Existentialisme is het filosofische geloof dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor het maken van een doel of betekenis in ons eigen leven. Ons individuele doel en betekenis wordt ons niet gegeven door Goden, regeringen, leraren of andere autoriteiten, maar komt van jezelf. Je krijgt natuurlijk van alles mee in je opvoeding, maar uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen doen en laten.

Inleiding

Het existentialisme benadrukte het bijzondere karakter van de persoonlijke, subjectieve ervaring en drong aan op de vrijheid en autonomie (zelfstandigheid) van ieder persoon. Jean-Paul Sartre was de meest belangrijke verkondiger van het existentialisme in de periode na de Tweede wereldoorlog. Hij verbleef veel in de kringen van mensen met gelijke gedachten terwijl hij in Parijs was. Deze los-vaste vriendenkring omvatte veel kunstenaars. Zo kwamen figuren als Alberto Giacometti, Jean Dubuffet, Jean Fautrier en Wols in contact met de existentialistische filosofie. Het had ook enige invloed in de Verenigde Staten, met name door het schrijven van kunstcriticus Harold Rosenberg. De filosofie werd vaak slecht begrepen, zelfs door degenen die zich existentialisten noemden. Vaak vormde het de discussie over thema's als trauma, angst en vervreemding; ideeën die veel voorkwamen in de naoorlogse kunst.

Herkomst

Het existentialisme kwam voor het eerst op in de late 19e eeuw. De Deense filosoof Soren Kierkegaard, noemde het voor het eerst in een schrijven. Hij reageerde tegen de systematische en rationele gedachtegang van Georg Wilhelm Friedrich Hegel, en in plaats daarvan drong Kierkegaard aan op het onderscheidend vermogen van persoonlijke ervaring. In de jaren die volgden groeide het existentialisme uit tot een filosofie die de nadruk legde op de individuele ethiek en op de authentieke ervaring van het zelf, op vrijheid en keuze.

Abstracte kunst

Beschilderde paal door Jackson Pollock

Het zich richten van het existentialisme op individuele ervaring maakte het een perfect instrument om veel naoorlogse abstracte kunst te interpreteren (bekijken en erover nadenken en bespreken). Het bleek bijzonder nuttig om deze kunstuitingen te bespreken, vooral de zeer expressieve en individualistische abstracte kunst die na het einde van de jaren veertig in Europa opbloeide. Een deel van dit werk, van schilders als Dubuffet en Wols, ging over het ongemakkelijke samenleven van geest en lichaam waarop mensen vertrouwen (doet het lichaam werkelijk wat de persoon wil). De belangstelling van het existentialisme voor zintuiglijke waarneming bood een middel om deze soms moeilijke kloof te overbruggen.

Het existentialisme kreeg nooit dezelfde populariteit onder Amerikaanse kunstenaars als onder Europeanen. Maar het kwam wel in de discussies van abstracte expressionisten terecht, vooral door Harold Rosenbergs beschrijving van 'Action Painting' (zoals dat van Jackson Pollock): "Dit is het creatieve proces van wat de schilder ziet als een daad van noodzakelijke zelfbevestiging, een uitdrukking van vrijheid en authenticiteit."

Het existentialisme droeg ook bij aan discussies over figuratieve kunst (kunst met herkenbare figuren) in de naoorlogse periode, en vormde reacties op met name het werk van Alberto Giacometti en Francis Bacon. Dit is typerend voor de popularisering van de filosofie, die algemeen werd begrepen als de intellectuele uitdrukking van bezorgdheid over het lot van de mensheid in het atoomtijdperk. Je zou kunnen zeggen dat de beschijving van deze kunststroom net zo vaag is als de kunststroom zelf. Het is maar hoe je het zelf bekijkt en invult.

Kinderlijk?

Veel kunstenaars van de existentiële kunst keken naar het speel- en teken- en knutselgedrag van kinderen. Dubuffet was er daar een van. Behalve het werk van kinderen bestudeerde hij het werk van verstandelijk gehandicapten en de naïve schilderkunst. Hij noemde het Art brut (rouwe kunst). In zijn eigen werk ging hij ook ontdekkend te werk en liet zich deels leiden door het materiaal. Bij kinderen gebeurt iets vergelijkbaars. Als je kinderen (binnen de veilige kaders) hun gang laat gaan, ontstaan de fraaiste dingen. Kinderen zijn van nature nog ongeremd en onderzoeken en proberen alles. Bij kinderen kán ook nog alles. Pas als ze van alles opgelegd krijgen door volwassenen, verdwijnt die spontaniteit. Dat laatste is de spreekwoordelijke doodsteek voor de kreativiteit! Kunstenaars zagen dat dit aanrommelen (met een deftig woord exploreren) de basis is voor de eigen expressie. Al die voorgeprogrammeerde knutselwerkjes in het huidige onderwijs zijn daarom helemaal niet goed voor de ontwikkeling van de kreativiteit. Kinderen leren met het aanrommelen de eigen grensen kennen en van wat wel en niet mogelijk is met een bepaald materiaal. Daarom is het ook goed om met constructiemateriaal als LEGO en K'NEX ze zelf hun gang te laten gaan. Het is voor de kreativiteit beter om de bouwvoorbeelden regelmatig achterwege te laten. Ze zoeken dan beter naar eigen oplossingen om datgene te maken wat ze zelf willen. Bij kunstenaars werkt dat precies zo. Natuurlijk is het handig als je enkele basisvaardigheden en technieken kent. Maar daarna zelf op zoek gaan en proberen, brengt je naar nieuwe mogelijkheden. Vaak helpt het toeval je dan een handje.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Existentiële_kunst&oldid=835214"