Onderduiken

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Standbeeld van Anne Frank, een bekende onderduikster

Onderduiken is het zich verstoppen voor de vijand. We kennen het vooral uit de Tweede Wereldoorlog.

Tweede Wereldoorlog

Veel mensen, vooral Joden, moesten onderduiken, omdat ze anders opgepakt konden worden. Ook NSB'ers probeerden de onderduikers te zoeken. Ze kregen hier namelijk vaak een beloning voor, bijvoorbeeld geld of een goede baan. Wanneer er mensen gevonden werden in een huis, werden de onderduikers en de mensen die de onderduikers binnen hebben gehaald op gepakt en meegenomen Veel mensen waren bang dat de NSB’ers hen gingen verraden. Later kwam de Gestapo, dat was de Duitse geheime politie. Zij hielden de onderduikers en ook de bewoners gevangen. De gevangenen moesten dan meestal naar een concentratiekamp.

In de Tweede Wereldoorlog moesten vooral Joodse mensen onderduiken. Naast Joodse mensen moesten ook Zigeuners, Katholieken, verzetsstrijders, Jehova getuigen, homoseksuelen en andere mensen die het niet eens waren met Hitler erg goed uitkijken. Soms moesten zij ook onderduiken. Ook jongens en jonge mannen gingen soms onderduiken. Dat deden ze omdat ze anders moesten werken in Duitsland, bijvoorbeeld in wapenfabrieken. Daar werden ze toe gedwongen. Dit was reden voor sommige mannen om te vluchten en onder te duiken.

In het jaar 1943 zaten er ongeveer 25.000 Joden ondergedoken. In Enschede overleefde de helft van de 1300 Joden de oorlog. In Amsterdam leefde voor de oorlog ongeveer 80.000 Joden. Daarvan heeft maar een kwart het overleefd. Onderduiken lukte het beste op het platteland. Ze leefde in schuren, kelders, achterkamers, zolders en andere plekken waar ze zich konden verstoppen. Soms leefden ze in dezelfde ruimtes als de familie die er woonde en moesten ze zicht onder de vloer, in een verborgen kast of op een andere schuilplaats verstoppen als er aangeklopt werd.

Toen de Tweede Wereldoorlog voorbij was moesten NSB'ers onderduiken, omdat zij bang waren vermoord te worden voor wat ze in de oorlog hadden gedaan.

Onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog

Bekende onderduikers: de familie Frank

Anne Frank werd op 12 juni 1929 geboren in Frankfurt in Duitsland. Haar vader heette Otto Frank en haar moeder heette Edith Frank. Anne Frank had ook een zus, die heette Margot Frank. Anne en haar familie zijn hele bekende onderduikers. Samen met haar familie en een paar andere mensen werden ze verraden en opgepakt. Edith Frank overleed op 6 januari 1945 in een concentratiekamp in Auschwitz. Margot- en Anne Frank zijn gestorven in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Margot in maart 1945 en Anne begin juni 1945. Otto Frank overleefde het als enige van de familie. Hij overleed op 19 augustus 1980 in Zwitserland. Otto is 91 jaar geworden.

Hoe leefden onderduikers?

Onderduikers die op het platte land bij boerderijen zaten ondergedoken moesten vaak hard meewerken op de boerderij en op het land. Hierdoor mochten ze in de boerderij wonen en kregen ze te eten van de boer. Het was hard werken van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds als het ging schemeren, zei een voormalig onderduiker uit Texel. Hij was gevlucht als zeventien jarige om niet te hoeven werken in Duitsland. Hij heeft de oorlog overleefd, net als zijn broer die op een andere boerderij op Texel zat ondergedoken.

Schuilplaats

Kinderen mochten vaak niet op straat spelen en als er Duitse soldaten langskwamen moesten kinderen vaak zich verstoppen. Salo Muller moest zich tussen de kippen in het kippenhok verstoppen als de Duitsers langskwamen. Hij moest urenlang heel stil zitten en is daardoor heel bang geworden. Ook was het veel te gevaarlijk om lang op een adres te verblijven omdat mensen dat zouden merken. Kinderen die zonder hun ouders opgesloten zaten misten hun ouders enorm.

Onderduikers waren vaak afhankelijk van de mensen waarbij ze onderdoken als het ging om eten. Bij een onderduik adres in Zeist was een echtpaar ondergedoken die alleen een koud water kraan hadden om zich te wassen.

In het achterhuis van Anne Frank deelde de onderduikers een badkamer en een kleine keuken. Het voedsel werd gebracht door mensen die de onderduikers hielpen. Ze riskeerden daarmee hun leven. Toen het voedsel schaars werd had je voedselbonnen nodig om voedsel te kunnen krijgen, die werden opgespaard of werden gestolen door mensen van het verzet. Lang niet alle onderduikers hadden zulke voorzieningen.

Hoe voelde onderduikers zich?

Onderduikers hadden het idee dat ze niet mochten bestaan, dat ze er niet mochten zijn, dat ze een geheim leven moesten leven. Kinderen werden vaak gescheiden van hun ouders. Ze waren bang. Bang om opgepakt en weggevoerd te worden. Voor veel Joden voelde het alsof ze gevangen zaten, ze hadden geen vrijheid meer. Veel mensen worden nog heel emotioneel als ze terugdenken aan of teruggaan naar de plek waar ze ondergedoken zaten tijdens de oorlog.

Proberen een normaal leven te leiden

Normaal leven zoals wij dat doen was onmogelijk door de kans om opgepakt te worden. Kinderen moesten vaak zichzelf vermaken. Als ze geluk hadden konden ze spelen met andere kinderen of hadden ze boeken om zich te vermaken.

Niet alle ondergedoken kinderen konden samen met hun ouders leven. Heel veel kinderen waren alleen en bang. Ze leefden voornamelijk binnen. Op het platteland hielpen ze mee op de boerderijen. In de steden, zoals bij Anne Frank, kwamen ze amper tot nooit buiten. De gordijnen bleven vaak dicht of de ramen waren dichtgetimmerd. 

Zie ook

  • NSDAP - Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij
  • NSB - Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland

Externe link

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Onderduiken&oldid=653152"