Printer
Een printer is een elektrisch apparaat waar je drukwerk mee kunt maken.
Een printer behoort tot de randapparatuur. Hiermee kun je iets wat op het beeldscherm staat op papier afdrukken.
Vanaf de computer geef je een printopdracht. De gewenste pagina, geselecteerde tekst of afbeelding wordt naar de aangesloten printer gestuurd.
Soms staat er bij een computerspelletje van internet een tekentje van een printer. Dan kun je bijvoorbeeld de spelresultaten uitprinten.
Elk type printer heeft z'n eigen driver die een aanvulling is op het besturingssysteem van de computer. De software wordt bij elke printer meegeleverd op een CD-ROM of moet je vanaf de website van de leverancier downloaden en installeren. Zo kan de computer op de juiste manier communiceren met de printer. Vaak worden er ook extra hulpprogramma's meegeleverd, zoals een eenvoudige fotosorteerder of fotobewerking programma.
Inkjetprinter
Thuisprinters zijn meestal kleuren inkjetprinters. Hierbij heb je 4 of 5 inktpatronen die je telkens kunt vervangen als ze leeg zijn. Je hebt cyaan (soort blauw), magenta (soort rose), geel en zwart (CMYK). Soms is er een extra groot zwart inktpatroon bij, omdat je vaker zwarte tekst print.
De tekst en de afbeelding wordt regel voor regel afgedrukt, meestal op wit A4 papier dat in de lade kan worden gedaan. Afdrukken kan ook op glanzend fotopapier, andere kleuren papier en zelfs enveloppen.
In de heen en weer gaande printerkop zit een raster van gaatjes van waaruit de vier kleuren in het juiste patroon op het papier wordt gespoten. Hierbij komen dus in feite hele kleine druppeltjes/vlekjes op het papier. Bekijk je een afgedrukte letter onder een loep, dan zie je dat die uit meerdere vlekjes bestaat.
Op de wereldwijde consumentenmarkt zijn vier fabrikanten goed voor het grootste deel van de verkoop van inkjetprinters: Canon, HP, Epson en Brother.
Soms is de printer ook voorzien van een (flatbed) scanner, zodat je teksten kan scannen en kopiëren.
Laserprinter
Een ingewikkelder printer is de laserprinter of xerox-printer. Het drukt tekst en afbeeldingen van hoge kwaliteit af (en foto's van matige kwaliteit) door herhaaldelijk een laserstraal heen en weer te laten gaan over een negatief geladen cilinder die een "drum" wordt genoemd. Hierbij ontstaat er een in spiegelbeeld geladen afbeelding op de cilinder. De cilinder gaat vervolgens langs de bak met inktpoeder (toner) en trekt op de geladen plekjes als een magneet de inktpoeder (toner) aan en brengt vervolgens die inktpoederdeeltjes als afbeelding of tekst over op het papier, dat vervolgens wordt verwarmd om de tekst, afbeeldingen of beide permanent op het papier te laten vastsmelten. Net als bij digitale fotokopieerapparaten, gebruiken laserprinters een zogeheten xerografie-afdrukproces. Bij een vierkleuren laserprinter gebeurt dit als het ware vier keer achter elkaar, waarbij voor elke kleur (CMYK) een eigen geladen afbeelding op een eigen cilinder wordt gezet en elk zijn eigen kleur aantrekt. Er zijn dus vier bakken (cartridges) met een eigen kleur. Het vel papier gaat dus langs vier drukrollen. In principe is dit vergelijkbaar met een vierkleuren drukpers in een drukkerij.
Vaak worden deze duurdere printers in een bedrijf of school gebruikt als netwerkprinter, waar meerdere medewerkers gebruik van maken. Vaak heeft deze machine ook de functie van een kopieerapparaat. Hierin is ook een scanner gemonteerd.