Wilg
| Wilg Salix | |
|---|---|
|
| |
| Leefgebied | koude en gematigde streken |
| Leefomgeving | vochtige gronden |
| Behoort tot de | wilgenfamilie, Malpighiales |
Portaal  Biologie
| |
De wilg (Salix) is een geslacht van loofbomen uit de wilgenfamilie (Salicaceae) Wilgen hebben zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen. Wilgen zijn pioniersplanten die houden van natte plaatsen zoals langs rivieren. De bladeren van de wilg zijn langgerekt en ovaal van vorm. Wilgen zijn licht behoevend en kunnen niet goed tegen schaduw. Er zijn meer dan 300 soorten wilgen waarvan 10 tot 20 soorten inheems zijn binnen Nederland en België.
Gebruik
Wilgentenen worden gebruikt om manden van te vlechten. Voorheen werden er ook matten van gevlochten ten boehoeve van de dijkenbouw. Door de twijgen in water te weken worden ze soepel en zijn ze goed te verwerken. Na drogen worden ze weer taai. Vroeger werd het vlechtwerk ook gebruikt voor huizenbouw. De muren werden gevlochten en ingesmeerd met leem.
Wilgenhout wordt ook gebruikt bij de vervaardiging van manden en als geraamte van eenvoudige bootjes, bezems, cricketbats, wiegplanken, krukjes en ander meubilair, poppen, wilgenfluiten, palen, zweethutten, speelgoed, draaiwerk, gereedschapshandvatten, houtfineer, toverstokken en fluitjes. Daarnaast kunnen uit het hout tannine, vezels , papier, touw en touw worden geproduceerd. Dergelijk hout wordt geriefhout genoemd.
Het hout wordt ook in de contrabas gebruikt.
Eeuwenlang werd het sap gebruikt als geneesmiddel. Later is ontdekt dat de stof die erin zit, hetzelfde is als in aspirine.
Soorten
Het geslacht omvat ongeveer driehonderd soorten, waarvan er twaalf in Nederland en België voorkomen
- Treurwilg (Salix alba Tristis)
- Amandelwilg (Salix triandra)
- Bandwilg (Salix 'Sekka', synoniem: Salix sacchalinensis 'Sekka' - verwilderd)
- Berijpte wilg (Salix daphnoides - verwilderd)
- Bindwilg (Salix alba var. vitellina - variëteit Schietwilg)
- Bittere wilg (Salix purpurea)
- Boswilg (Salix caprea)
- Duitse dot (Salix dasyclados)
- Geoorde wilg (Salix aurita)
- Grauwe wilg (Salix cinerea)
- Katwilg (Salix viminalis)
- Kraakwilg (Salix fragilis)
- Kruipwilg (Salix repens)
- Laurierwilg (Salix pentandra)
- Rossige wilg (Salix cinerea subsp. oleifolia)
- Schietwilg (Salix alba)