Zeelt
| Zeelt Tinca tinca | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Europa en West-Azië | ||
| Leefomgeving | stilstaande en langzaam stromende wateren met een vrij zachte bodem | ||
| Behoort tot de | Karperachtigen (Cypriniformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
| |||
De zeelt of doktersvis (Tinca tinca) is een zoetwatervis en brakwatervis van de orde Karperachtigen (Cypriniformes) die overal in Eurazië wordt gevonden, van West-Europa, inclusief de Britse eilanden, oostwaarts naar Azië tot aan de rivieren Ob en Yenisei. Het wordt ook gevonden in het Baikalmeer. De zeelt is ook een vrij algemene soort in Nederland. Het leeft normaal gesproken in langzaam bewegende zoetwater leeromgevingen, met name meren en laaglandrivieren. De zeelt wordt het vaakst aangetroffen in stilstaand water met een klei- of modderige ondergrond en overvloedige beplanting. Deze soort is zeldzaam in helder water op steenachtig bodem en komt helemaal niet voor in snelstromende beekjes. Hij verdraagt water met een lage zuurstof gehalte en komt voor in wateren waar zelfs de karper niet kan overleven.
Zeelt voedt zich meestal 's nachts met muggen of meervliegen. Verder kreeftachtigen, plantendelen en dood organisch materiaal
Zeelten hebben een gedrongen, karperachtige vorm en een olijfgroene huid, donkerder van boven en bijna goudkleurig van onderen. De staartvin is vierkant van vorm. De andere vinnen zijn duidelijk afgerond van vorm. De bek is vrij smal en op elke hoek voorzien van een heel klein weerhaakje. De maximale grootte is 70 cm, hoewel de meeste exemplaren veel kleiner zijn. De ogen zijn klein en roodoranje van kleur.
Een kunstmatig gekweekte variëteit van zeelt, de gouden zeelt, is een populaire siervis voor vijvers.