Wikikids:Tutorial/4

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Stap 8

Stap 9

Artikelen bewerken en aanmaken

• Een bestaand artikel bewerken

Als anonieme gebruiker typ je in de zoekbalk een onderwerp in, en als zo een artikel bestaat, dan kom je op een artikel terecht en kan je hem lezen! Maar je kan hem ook bewerken als je ingelogd bent, met bewerk. Je zult je wel afvragen hoe het met al die codes zit. Dat zie je hieronder.

• Een nieuw artikel aanmaken

Als je ingelogd bent en er bestaat over een onderwerp nog GEEN artikel, dan kan je er eentje over aanmaken (neem als voorbeeld, tentoonstelling, dat bestaat natuurlijk nu wel maar we doen alsof het niet bestaat). Je moet wel eerst informatie over het onderwerp gaan zoeken. Want als je een artikel maakt met Een tentoonstelling een show waarin dingen worden tentoongesteld is dat natuurlijk niet genoeg. Wat weet je over de geschiedenis (van de tentoonstelling), wat was de eerste (tentoonstelling). Vraag dat even in jezelf af en neem wat drinken en kijk wat je in je artikel kan zetten.

Vervolgens kan je ermee aan de slag. Als je een rode link ergens in een artikel ziet, betekent dat dat het artikel niet bestaat, dan kan je het aanmaken. Met een blauwe link zie je juist dat het artikel bestaat.

Let wel op deze dingen:

1. Als je iets wil zetten over een bepaald onderwerp (bv. de bloem) en je wilt iets specifieks daarover vertellen (bv. hoe de bloem blijft leven), dan maak je geen apart artikel Hoe overleeft de bloem, maar dan maak je een kopje in het artikel van de bloem. Dat doe je met: ==Hoe overleeft de bloem?==
2. Let op je spelling! Het maakt natuurlijk niet uit als je hier en daar een spelfout maakt, maar toch even wat tips.

1. Als je niet weet of d of dt achter een werkwoord moet (het hout brandt), dan vervang je het werkwoord door loopt of smurft (het hout loopt/smurft), waarmee je ziet of er een T achter het woord hoort of niet. Dan verander je loopt of smurft weer terug naar brandt.
2. Aan het begin van elke zin hoort een hoofdletter en aan het eind een punt, vraagteken of uitroepteken.
3. Gebruik niet teveel uitroeptekens (! en !! mag, maar niet !!!!!!!!!!!!!!!!!)
4. Hetzelfde met vraagtekens.
5. Ook plaatsnamen, merken, feestdagen en namen van mensen beginnen met een hoofdletter.
6. Als je niet zeker weet of een woord goed gespeld is, dan zoek je het op op deze website, www.vandale.nl.

Volgende: Leren om te samenwerken →