Mythologie

Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.

Dit artikel is nog niet af.

Mythologie zijn verhalen, meestal Grieks, Latijn. de verhalen gaan meestal over goden en fabeldieren. Deze verhalen waren ontstaan omdat de mensen van toen niet snapten waar bijvoorbeeld de bliksem vandaan kwam. Dus gingen ze er verhalen over bedenken.

Betekenis

Mythe betekent gesproken woord, logos betekent kennis. Mythologie gaat dus eigenlijk over dingen waarvan we niet weten wat het is. Al sinds het bestaan van de mens zoekt de mens verklaringen naar alles wat we om (en in) ons heen waarnemen. Aan al die dingen geven we een naam zodat we ze aan elkaar kunnen duiden en erover kunnen vertellen. Daar komt ook het begrip aan-name vandaan.

Vroege mens

Voor de vroege mens was er veel waar te nemen, maar voor veel dingen hadden ze geen idee wat het betekende. De zon kwam en ging dagelijks, maar hoe dat kon ... geen idee. Toch had men in de gaten dat de zon een zekere kracht had. Het gaf licht, warmte en na verloop van tijd begreep men dat het iets met de groei van planten te maken had.

Nog altijd kennen we het gezegde "Al doende leert men". Dat was toen en dat is nog steeds zo. Voor een kind dat opgroeid is de wereld om hem heen een fascinerend iets, maar in het begin begrijpt het jonge kind er nog niet veel van. Het ervaart de wereld om hem of haar heen als iets magisch. Hier zie je de parallel tussen de ontwikkeling van de mensheid en de ontwikkeling van een kind.

Duiden

Duiden wil dus zeggen dat we (voorlopig) namen aan dingen en gebeurtenissen geven waarvan we (nog) niet precies weten wat het is. Eigenlijk doen we dat nog steeds. Denk aan nieuwe ziektes, zaken als zwarte gaten en ook de vraag "waarom bestaan we?" We doen dus aannames.

De aannames die de vroege volkeren deden veranderden in een soort godsdienst. Natuurverschijnselen werden gekoppeld aan (verzonnen) personen. De zon werd een zonnegod, de donder zou iets met een oorlogsgod te maken kunnen hebben en voor zoiets 'geks' als de liefde bedacht men ook een god. Allerlei goden dus.