De rode schoentjes
|
|
De rode schoentjes of de dansende schoentjes is een sprookje van Hans Christian Andersen. Hij schreef het verhaal op in 1845 als De dansende schoentjes, maar vaak wordt ook de naam de de rode schoentjes genoemd. Het sprookje gaat over een arme vrouw genaamd Karen die rode schoentjes krijgt. Wanneer ze deze overal naartoe gaat dragen, wordt ze vervloekt en kan ze niet meer stoppen met dansen.
Hoewel Andersen het sprookje zelf bedacht, wordt wordt zijn versie van het verhaal doorgaans aangepast. Voor kinderen vandaag de dag heeft het verhaal hierdoor een ander einde. In Andersens versie speelt het christendom een belangrijke rol, maar in moderne versies is dit minder het geval.
Oorspronkelijke verhaal
Opmerking: Onderstaande versie van het verhaal is zoals Hans Christian Andersen het verhaal schreef. Dit kan verschillen met modernere versies.
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal. Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt! |
Er was eens een arm meisje genaamd Karen. Op een dag wordt ze geadopteerd door een rijke vrouw. Hierdoor groeit ze op in rijkdom en raakt verwend. Ze krijgt naar deze vrouw een paar rode schoenen. De schoenen zijn erg mooi en zien eruit of ze voor een prinses gemaakt zijn. Karen is dan ook dol op de schoenen en draagt ze overal naartoe. Op een zondag draagt ze de schoenen als ze naar de kerk gaat. Een oude vrouw komt naar haar toe en verteld haar dat dit niet kan. In de kerk kan men namelijk alleen zwarte schoenen dragen. Volgens de vrouw is Karen erg niet respectvol.
Toch besluit Karen de volgende dag om de schoenen opnieuw te dragen als ze naar de kerk gaat. In de kerk merkt een soldaat de schoenen op en vraagt of ze nooit loskomen wanneer ze danst. Na de kerkdienst besluit Karen een paar danspassen te doen. De schoenen zijn goed om op te dansen en komen niet los. Maar na een paar pasjes, kan Karen niet meer stoppen met dansen. Toch weet ze de schoenen na enkele minuten te laten stoppen.
Wanneer de rijke vrouw overlijdt, gaat Karen niet naar de begrafenis. In plaats daarvan kiest ze ervoor om te dansen. Een engel komt naar beneden en keurt Karens keuze af. Ze had naar de begrafenis moeten gaan in plaats van te dansen. Ook de engel vindt Karen niet respectvol. De schoenen beginnen vervolgens te dansen en Karen kan ze niet stoppen. Aangezien Karen de schoenen nog aan had, moet zij ook meedansen. Hoe hard ze ook probeert de schoenen stoppen niet.
Na een tijdje is Karen zo moe dat ze aan bul vraagt om haar voeten met de schoenen eraan af te hakken. De bul doet dit en nog altijd dansenden de schoenen door. Karel krijgt een paar houten voeten en krukken om te lopen. Nog altijd dansen de schoenen voor haar uit. Karen besluit naar de kerk te gaan, maar de schoenen blokkeren de ingang. Hierdoor besluit Karen naar huis te gaan en te bidden tot god om vergiffenis. Opnieuw komt een engel naar beneden die haar vergeeft. Karens hart raakt vervolgens zo vol met vreugde en vrede dat het breekt. Karen overlijd en haar ziel gaat naar de hemel. Hier zijn namelijk geen rode schoenen te vinden.