Ode on a Grecian Urn

Uit Wikikids
Versie door Mike1023 (overleg | bijdragen) op 10 mrt 2025 om 18:23 (Categorie:Gedicht toegevoegd met HotCat)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het gedicht in Keats eigen handschrift.

Ode on a Grecian Urn (Engels voor Ode aan een Griekse urn) is een gedicht van de Engelse dichter John Keats. In 1819 schreef Keats vijf odes. Een ode is een lovend gedicht dat gedicht is aan iemand of een bepaald object. Ode on a Grecian Urn was een van die vijf odes. De andere vier odes zijn Ode on Indolence, Ode on Melancholy, Ode to a Nightingale en Ode to Psyche.

In het gedicht is gericht aan een Griekse urn (een amfora). Keats haalde zijn inspiratie uit twee artikelen van de Engelsman Benjamin Haydon. Ook bezocht hij de Elgin Marbles (een collectie van Griekse vondsten) in het British Museum in 1817. In Keats gedicht speelt de idealisering en representatie van de Griekse oudheid in de kunst een belangrijke rol. De dichter vertelt over de scènes op de vaas die als het ware bevroren in de tijd staan.

Het gedicht staat vooral bekend om de zin Truth is Beauty, Beauty Truth (Waarheid is schoonheid, schoonheid waarheid). Over de precieze betekenis van deze zin bestaat nog steeds discussie.

Gedicht

In de eerste strofe noemt Keats de amfora een "bride of quietness" (bruid van de rust). De amfora is een object uit een vroeger tijdperk; een overblijfsel van vroeger. Hierdoor draagt de vaas verhalen uit die tijd met zich mee. De dichter probeert zich in te beelden welke verhalen die vaas met zich meedraagt.

In de tweede strofe begint de dichter de scènes op de amfora te bekijken. Hij ziet muzikanten spelen, maar hun liederen zal hij nooit kunnen horen. De muzikanten staan onder bomen die voor altijd hun blad zullen blijven behouden. Twee geliefden benaderen elkaar, zullen elkaar nooit kunnen omarmen. Het is duidelijk dat ze een scène later elkaar zouden omarmen, maar de scène staat stil in de tijd.

In de derde strofe gaat de dichter dieper in op de blijdschap van de scène. Hij herhaalt steeds het woord "happy" (blij). Hij beeldt zich in dat de geliefden voor eeuwig blij zullen zijn. Ze zullen voor eeuwig jong blijven en hun liefde zal voor eeuwig vers blijven. De dichter komt tot de conclusie dat hun situatie eigenlijk erg tragisch is. Zij leven als het waren een "levende dood" (bevroren in de tijd) en herleven steeds hetzelfde moment.

In de vierde strofe gaat de dichter naar een nieuwe scène op de vaas: de opoffering van een koe in een tempel. Toch ziet de dichter alleen het voorbijgaan van een horde mensen. Hij beeldt zich in dat er een altaar en een stad is, maar die bestaat enkel in zijn verbeelding. Hij zet daarom vraagtekens bij grenzen van de kunst en of het stadje en het altaar wel echt zijn. Niemand kan dat weten, waardoor de vragen onbeantwoord blijven.

In de vijfde strofe herinnert de dichter de lezer dat de Griekse vaas een kunstwerk is dat voor eeuwig blijft bestaan. Het publiek kan niet volledig begrijpen wat er op de Griekse vaas aan de gang is, maar de Griekse vaas spreekt nog steeds tegen hen. De vaas vertelt een verhaal dat zowel onhartelijk als hartstochtelijk is. De dichter sluit af met de boodschap van de vaas:

Aanhalingsteken openen Beauty is truth, truth beauty,— that is all
Ye know on earth, and all ye need to know.
Schoonheid is waarheid, waarheid schoonheid - al
Wat je op aarde weet en weten moet.
Ode to a Grecian urn, John Keats (vertaling W. Hogendoorn, 1980)
Aanhalingsteken sluiten

Links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Ode_on_a_Grecian_Urn&oldid=924817"