Søren Kierkegaard
Søren Kierkegaard | |
![]() | |
Een portret van Kierkegaard uit 1840 | |
Algemene informatie | |
Naam voluit | Søren Aabye Kierkegaard |
Geboren | 5 mei 1815 |
Geboorteplaats | Kopenhagen |
Overleden | 11 november 1855 |
Nationaliteit | ![]() |
Werk | |
Beroep | Theoloog, filosoof, schrijver, dichter, sociaal criticus |
Discipline | Epistemologie, ethiek, metafysica, christelijke filosofie, psychologie |
Stroming | Existentialisme |
Belangrijkste ideeën | Het absurde Existentialisme Oneindig kwalitatief onderscheid Geloofssprong Ridder van het geloof |
Handtekening | ![]() |
Portaal ![]() |
Søren Kierkegaard (Kopenhagen, 5 mei 1815 - Kopenhagen, 11 november 1855) was een Deense filosoof, dichter, schrijver en theoloog. Kierkegaard wordt soms gezien als de vader van het existentialisme. Dat is een filosofische stroming aan het begin van de 20e eeuw. De existentialisten hielden zich bezig met individuele vrijheid en verantwoordelijkheid. In tegenstelling tot andere existentialisten (zoals Jean-Paul Sartre) zag Kierkegaard het existentialisme door een christelijke bril. Anderen zien daarom Sartre of Martin Heidegger als de vader van het existentialisme.
In zijn werken speelt het christendom een belangrijke rol. Zo schreef hij onder christelijke ethiek, bewijs van het christendom en de relatie tussen de mens en Jezus Christus. In zijn bekendste boek (Vrees en beven, 1843) filosofeert hij over het Bijbelse verhaal van Abraham. In de Bijbel vraagt God aan Abraham om zijn enige en geliefde zoon, Isaac, op te offeren. Abraham besluit om Gods opdracht uit te voeren, hoewel dat volgens Kierkegaard geen logische beslissing is. Kierkegaard noemt Abraham desondanks een held en geeft hem de titel "ridder van het geloof".
Vrees en beven
In 1843 publiceerde Kierkegaard het werk Vrees en Beven (Frygt og Bæven). Hij geeft het boek uit onder een pseudoniem: Johannes de silentio (Latijn voor "Johannes de Stille"). In werk blikt Kierkegaard terug op het Bijbelse verhaal van Abraham. In Genesis 22 vraagt God aan Abraham om zijn enige zoon, Isaac, op te offeren. Eerder hebben zij zeer lang moeten wachten op een kind. Abraham en zijn vrouw, Sarah, krijgen Isaac daarom pas op hoge leeftijd. Het echtpaar houdt heel veel van hun zoon. Kierkegaard probeert daarom te begrijpen wat er door Abrahams hoofd heenging toen God hem vroeg om Isaac op te offeren. Ook vraagt hij zich af waarom Abraham dat toch besloot te doen. Zo schrijft hij vier versies van het verhaal die hem veel logischer lijken.
Kierkegaard bespreekt ook in het boek enkele tragische helden zoals Agamemnon en Brutus. Beide heren moesten een opoffering doen, maar desondanks is Abraham een veel grotere held. Hij noemt Abraham de "ridder van het geloof". Waarom? Abraham symboliseert een paradox in het geloof. Zijn daad om Isaac te doden is strikt genomen immoreel. Anderen zullen die daad dan ook niet begrijpen. Zij zouden Abraham voor gek verklaren. Enkel Abraham en God zelf begrijpen het plan. Abraham besluit dat toch te doen, omdat hij God wil dienen. Abrahams daad is daarom niet gebaseerd op logica of verstand, maar eerder zijn trouwheid aan God. Abraham verzwijgt zijn opdracht dan ook voor Isaac en Sarah. Volgens Kierkegaard is dat niet te rechtvaardigen vanuit een ethisch standpunt, maar wel vanuit een religieus standpunt. Zodra Abraham het plan namelijk zou uitspreken, zou hij beseffen hoe gek het klinkt en het niet hebben gedaan.
Overigens loopt het in de Bijbel wel goed af met Isaac. Net voordat Abraham Isaac wil opofferen, komt er een engel neer die hem een lam geeft op te offeren. De opdracht was namelijk een test van God om Abrahams trouwheid aan het geloof te checken.