Kabinetsformatie in Nederland
|
|
De kabinetsformatie in Nederland is het proces waarbij er een nieuw kabinet wordt gevormd. Dit duurt over het algemeen enkele weken tot een klein jaar. Een formatie hoeft niet te gebeuren volgens een vaste manier. Vaak zijn er wel drie fases.
Fase 1: de verkenning
Vaak zijn er verkiezingen geweest voor de eerste fase. Tijdens de verkiezingscampagne zeggen de politieke partijen vooral wat de verschillen zijn. Dat kan er hard aan toe gaan. Het lijkt daardoor soms een beetje alsof de partijen het helemaal niet met elkaar eens zijn. Na de verkiezingen komt er dan ook vaak verkenner. De verkenner wordt voorgedragen (voorgesteld, geopperd) door de grootste partij in de Tweede Kamer, de winnaar van de verkiezingen. De rest van de Kamer moet er dan bij meerderheid mee akkoord gaan, en dan wordt deze persoon officieel verkenner. Wat zo'n verkenner precies moet doen, hangt af van de opdracht die de Kamer aan de verkenner geeft. Vaak is die opdracht dat de verkenner met alle partijen in de Tweede Kamer moet gaan praten. Die partijen vertellen dan aan de verkenner met welke partijen zij graag willen samenwerken en waarom, en met welke partijen juist niet (en waarom). Ook geven ze vaak nog aan wat zij denken dat de regering moet/gaat worden aan de hand van de verkiezingsuitslag. Als de verkenner klaar is met de gesprekken schrijft hij of zij een rapport. Hierin staat beschreven welke partijen volgens de verkenner het beste met elkaar een regering kunnen gaan vormen. De verkenner levert dit rapport in bij de Tweede Kamer. Hierna debatteert de Kamer over dit rapport. Daarna komt de volgende fase.
Fase 2: de informatie
Na de verkenning komt de informatie. Dit is meestal de langste fase. De Tweede Kamer stelt dan een informateur aan. Deze informateur heeft over het algemeen de opdracht om gesprekken te voeren met de partijen die volgens de verkenner een coalitie kunnen gaan vormen. Uiteindelijk komt hier dan een concept-regeerakkoord uit. Vaak duurt dat tegenwoordig wel maanden. De partijen zijn het vaak niet met elkaar eens. Het komt dan ook regelmatig voor dat de informateur stopt voordat de informatie is afgelopen. Hij concludeert dan dat hij geen coalitie ziet ontstaan tussen de partijen. Vaak volgt er dan weer een debat. Dan wordt er een nieuwe informateur aangesteld met een nieuwe opdracht.
Uiteindelijk ligt er dan toch een concept-regeerakkoord. Dit akkoord wordt naar de Kamer gestuurd en er volgt weer een debat. Hierna begint de volgende fase.
Fase 3: de formatie
In deze fase wordt de daadwerkelijke formatie gedaan. Dat betekent dat er nu wordt gezocht naar goede bewindspersonen (ministers en staatssecretarissen) voor het nieuwe kabinet. Dit gebeurt onder leiding van de formateur. Vaak is dat de leider van de grootste partij (in de coalitie). Dan is de formateur vaak ook de, dan nog beoogd (zeer waarschijnlijk de nieuwe) minister-president van Nederland. De formateur voert gesprekken met de kandidaat-bewindslieden om te bepalen of zij bereid en in staat zijn om bewindspersoon te worden. Vaak is dit wel het geval. Ook worden de kandidaat-bewindslieden gescreend (onderzocht, doorgelicht) door de AIVD en de Belastingdienst. De bewindspersonen komen namelijk veel te weten over het land, en die geheimen moeten ze wel goed kunnen bewaren. Ook wil de Kamer liever geen bewindslersonen die belastingfraude hebben gepleegd. Deze fase duurt meestal enkele dagen tot weken.
Als de formatie zo goed als rond is, houdt het nieuwe kabinet het zogenoemde constituerend beraad. Je zou dat wel kunnen zien als de echte officiële oprichting van het nieuwe kabinet. De ministersposten worden officieel verdeeld, er wordt een vervangingsregeling gemaakt voor als een minister tijdelijk afwezig is en er wordt vastgesteld wat ongeveer de rode draad van het kabinetsbeleid zal zijn.
Hierna vertelt de formateur nog één keer wat er allemaal is gebeurd in de formatie aan de Tweede Kamer.
Afronding
Nu de nieuwe bewindspersonen er klaar voor zijn en er een regeerakkoord ligt, kan het nieuwe kabinet bijna aan de slag. De koning of koningin ondertekent de ontslagbrieven van de oude ministersploeg en ondertekent daarna de benoemingen van de nieuwe ministers. De nieuwe minister-president ondertekent deze ontslagen en benoemingen ook. Hierna legt de bewindspersoon de volgende eed af: