Juni: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 4: Regel 4:
   
 
==Weerspreuken==
 
==Weerspreuken==
* Juniregen is Gods zegen. Komt zonneschijn daarbij, dan maakt hij boer en stadslui blij.
+
* ''Juniregen is Gods zegen. Komt zonneschijn daarbij, dan maakt hij boer en stadslui blij.''
* Een boon in juni geplant, geeft vijftig in een hand.
+
* ''Een boon in juni geplant, geeft vijftig in een hand.''
* De eerste juni kil en wak, brengt veel koren in de zak.
+
* ''De eerste juni kil en wak, brengt veel koren in de zak.''
* Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder.
+
* ''Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder.''
* Waait in juni de noordenwind over het land, dan krijgt de boer veel koren in z`n hand.
+
* ''Waait in juni de noordenwind over het land, dan krijgt de boer veel koren in z`n hand.''
* Is de juniavond mistig, dan het weer met gaven kwistig.
+
* ''Is de juniavond mistig, dan het weer met gaven kwistig.''
* Juni vochtig en warm, dan maakt ze de boeren niet arm.
+
* ''Juni vochtig en warm, dan maakt ze de boeren niet arm.''
* Is er in juni pas zonneschijn, dan wordt de zomer klein maar fijn.
+
* ''Is er in juni pas zonneschijn, dan wordt de zomer klein maar fijn. ''
* Niet te koel, niet zwoel, niet te nat, en niet te droog, juni vult de schuren hoog.
+
* ''Niet te koel, niet zwoel, niet te nat, en niet te droog, juni vult de schuren hoog.''
   
 
{{Maanden}}
 
{{Maanden}}

Versie van 24 dec 2013 15:51

Juni is de zesde maand van het jaar en heeft 30 dagen.

Juni word ook wel de zomermaand genoemd. Een koude periode in juni word Schaapscheerderskou genoemd. Juni is vernoemd naar de Romeinse godin Juno, de vrouw van Jupiter. De Joodse benaming voor juni is Tammus, de Romeinse naam is Junius. De sterrenbeelden van juni zijn Tweelingen en Kreeft.

Weerspreuken

  • Juniregen is Gods zegen. Komt zonneschijn daarbij, dan maakt hij boer en stadslui blij.
  • Een boon in juni geplant, geeft vijftig in een hand.
  • De eerste juni kil en wak, brengt veel koren in de zak.
  • Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder.
  • Waait in juni de noordenwind over het land, dan krijgt de boer veel koren in z`n hand.
  • Is de juniavond mistig, dan het weer met gaven kwistig.
  • Juni vochtig en warm, dan maakt ze de boeren niet arm.
  • Is er in juni pas zonneschijn, dan wordt de zomer klein maar fijn.
  • Niet te koel, niet zwoel, niet te nat, en niet te droog, juni vult de schuren hoog.
 
Maanden van het jaar

Januari | Februari | Maart | April | Mei | Juni | Juli | Augustus | September | Oktober | November | December

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Juni&oldid=296886"