Schimmels

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Schimmels of zwammen zijn organismen die eencellig of meercellig kunnen zijn, een voorbeeld van een eencellige schimmel is gist en een voorbeeld van een meercellige schimmel is een champignon, champignon is een paddenstoel en die zijn altijd meercellig. Schimmels hebben onder andere een celwand en een celkern. Schimmels planten zich voort door middel van deling of sporen.

Schimmels worden vaak ook gebruikt in de voedselindustrie, sommige schimmels zijn uiteraard gevaarlijk maar sommige zijn wel degelijk te eten, zoals gist dat wordt gebruikt voor brood en alcohol en sommige paddenstoelen zijn eetbaar.

Wat zijn schimmels?

In de natuur kennen we verschillende rijken. We hebben het plantenrijk, het dierenrijk, het bacteriënrijk en tot slot het schimmelrijk. Dat schimmels een eigen rijk hebben, zegt eigenlijk al genoeg. Schimmels zijn heel belangrijk. Schimmels kunnen eencellig zijn (gisten) en meercellig zijn (lange draden, meestal onder de grond). Een voorbeeld van een meercellige schimmel is de paddenstoel. De paddenstoel zelf is de vrucht en onder de grond vind je dat netwerk van lange, vertakte draden.

Schimmels planten zich voort met sporen. In het begin zijn de sporen zo klein dat je ze alleen onder de microscoop kunt zien. Deze sporen zweven overal om je heen in de lucht. Als ze op een fijn plekje komen waar ze kunnen groeien dan blijven ze op die plek zitten. Voor schimmels is een juiste plek een plek die vochtig is en een hoge temperatuur heeft. Het spoor groeit dan uit tot een heel netwerk van schimmeldraden. Dit noem je een mycelium. Aan het uiteinde van elke schimmeldraad komt een klein knopje te zitten. In dat knopje zitten allemaal nieuwe sporen die weer in de lucht zullen komen op zoek naar een fijne plek.

Een schimmel heeft eten nodig om in leven te kunnen blijven. Sommige schimmels halen hun eten uit levende organismen. Die schimmels noem je parasieten. Ze kunnen bijvoorbeeld in een boom gaan zitten waardoor de hele boom wegrot. Er zijn ook schimmels die hun eten uit dode organismen halen. Die schimmels noem je saprofyten. Deze schimmels zijn heel nuttig! Het zijn echte opruimers. Ze eten bijvoorbeeld de dode blaadjes op die op de grond liggen. Zonder die schimmels zouden er bergen troep op de grond liggen!

Gifstoffen

Sommige schimmels maken gifstoffen aan. Die worden mycotoxines genoemd. Als je die gifstoffen eet dan kun je een voedselvergiftiging krijgen. Soms zijn de gifstoffen zo giftig dat ze zelfs kanker kunnen veroorzaken. Een schimmel maakt de gifstoffen aan om zichzelf te beschermen. Vooral bij stress zal hij meer gifstoffen aanmaken.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Schimmels&oldid=461153"