De tondeldoos
_cropped.jpg)
De tondeldoos is een sprookje van Hans Christian Andersen. Hij schreef het sprookje in 1835 in het Deens. Het verhaal gaat over een soldaat die een oude heks ontmoette. Zij vraagt hem om een tondeldoos uit een holle boomstam naar haar te brengen. Het object wordt echter bewaakt door drie honden met grote ogen.
Een tondeldoos was een klein object om vuur mee te maken. Het is een voorloper van de lucifer.
Verhaal
 |
Het verhaal dat hieronder staat is een sprookje en dus niet in het echt gebeurd. Van sprookjes bestaan verschillende versies, dus dit verhaal kan afwijken van andere versies. |
 |
Er was eens een soldaat die onderweg een oude heks bij een holle boomstam ontmoette. De heks vertelde de soldaat dat er onder de holle boomstam een lange gang ligt met drie deuren. Achter de eerste deur ligt een schat van koperen munten. Die deur wordt bewaakt door een hond met ogen zo groot als schoteltjes. Achter de tweede deur ligt een schat van zilveren munten. Die deur wordt bewaakt door een hond met ogen zo groot als molenstenen. Achter de laatste deur ligt een schat van gouden munten. Die deur wordt bewaakt door een hond met ogen zo groot als de Ronde Toren van Kopenhagen. De heks geeft de soldaat een schort mee. Als hij daarop een hond zet, doen ze hem geen kwaad. De heks zegt dat hij zoveel munten kan meenemen als hij wil. In ruil hiervoor moet hij voor haar een tondeldoos halen.
De soldaat gaat naar beneden en haalt zoveel munten als hij kan. Hij vergeet de tondeldoos, waardoor hij weer teruggaat. De soldaat is benieuwd wat de heks met de tondeldoos wil doen. Zij weigert het hem te vertellen. De soldaat dreigt het hoofd van de heks af te hakken, maar de heks doet het alsnog niet. Uiteindelijk hakt de soldaat daarom haar hoofd af. Hij houdt de tondeldoos voor hemzelf.
Vervolgens trekt de soldaat naar de stad. Hier gaat hij wonen in een herberg en leidt een luxe leventje. Op een dag is echter zijn geld op. Hierdoor leeft hij in armoede en heeft enkel nog de tondeldoos. Om zich te verwarmen maakt het vuur met de tondeldoos. Zodra hij dat doet, verschijnt de hond met de ogen zo groot als schoteltjes. Bij de tweede keer verschijnt de hond met ogen zo groot als molenstenen. Bij de derde keer verschijnt de hond met ogen zo groot als de Ronde Toren. De soldaat begrijpt dat de tondeldoos bedoeld is om de honden op te roepen.
In dezelfde stad woont een mooie prinses. Zij wordt door haar vader opgesloten in een kasteel. Er is namelijk een voorspelling dat een gewone soldaat met haar zal trouwen. De soldaat vraagt aan de hond om hem 's nachts naar haar toe te brengen. Hij kust de prinses op haar voorhoofd. De prinses vertelt de volgende ochtend aan haar ouders dat zij over de soldaat en de hond gedroomd heeft. De volgende nacht besluit de soldaat haar opnieuw op te zoeken. Hij wordt echter weggejaagd door een hofdame. De hofdame kerft een kruis in zijn rug, zodat ze hem kan herkennen. De volgende nacht gaat de soldaat opnieuw naar de prinses. De koningin maakt nu een zakje aan de soldaat vast, waar om de paar meter een steentje uitvalt. De soldaat en de hond merken hier niets van.
Door het spoor van steentjes wordt de soldaat gevonden en in de gevangenis gegooid. Hij wordt ter dood veroordeeld. De soldaat weet een jongen te overtuigen de tondeldoos te halen. De soldaat roept vervolgens de drie honden op. Zij smijten de rechters, de koning en de koningin de lucht, waarna zij in stukken uiteenvallen. De soldaat wordt vervolgens tot koning gekroond. De prinses wordt bevrijd uit het kasteel, waarna zij met de soldaat trouwt en koningin wordt.