Droogmakerij
Een droogmakerij is een meer dat is leeggepompt, met als doel er landbouwgrond van te maken.
Waarom doen ze het?
In Noord-Holland waren in 1600 te veel van die meren die vaak ook overstromingen gaven bij harde wind. Daarom verzonnen ingenieurs als Jan Adriaanszoon Leeghwater een plan om het meer de Beemster droog te maken.
Hoe doen ze het?
Als eerste maakten ze ringdijk om het meer heen. Rond de dijk groeven ze een ringvaart. Met pompen pompte ze het water de ringvaart in. Eerst met watermolens, later met stoommachines en tegenwoordig met een gemaal. En klaar is kees: Het meer is droog! Het droge stuk land noem je nu een polder. Hier wordt vaak de waterstand geregeld. Bij grote regenval moet de polder bemaalt worden.
Lijst van droogmakerijen in Nederland
De eerste droogmakerijen waren klein; pas bij de Beemster in 1612 werd een groot meer drooggelegd. Belangrijkste en bekendste Nederlandse droogmakerijen, met het jaar van drooglegging, zijn:
- 1533 Achtermeer, gelegen ten zuiden van de Alkmaarse binnenstad
- 1564 Bergermeer en Egmondermeer
- 1580 Boekelermeer
- 1555/1570/1597 Zijpe- en Hazepolder (eigenlijk een zeekleipolder)
- 1608 Wogmeer
- 1612 Beemster
- 1614 Zoetermeersche Meerpolder
- 1620 Staverse Meren
- 1622 Purmer
- 1626 Wijdewormer
- 1627 Bijlmermeer
- 1629 Watergraafsmeer
- 1631 Heerhugowaard
- 1635 Schermer
- 1635 Berkmeer
- 1636 Huningameer (opnieuw ca. 1840)
- 1643 Starnmeer
- 1840 Zuidplaspolder
- 1852 Haarlemmermeer
- 1872 IJpolders
- 1874 Prins Alexanderpolder
- 1930 Wieringermeer
- 1942 Noordoostpolder
- 1957 Oostelijk Flevoland
- 1968 Zuidelijk Flevoland