Investituurstrijd
De Investituurstrijd was een strijd tussen de paus en de keizer van het Heilige Roomse Rijk in de 12e eeuw.
Naam
De naam Investituurstrijd komt van Investituur. Dat was het recht van koningen en keizers om bisschoppen in hun gebied te benoemen. Naarmate de Middeleeuwen verstreken en de Kerk machtiger werd wilde de Kerk dit zelf doen. Het was bijna alleen nog maar in het Heilige Roomse Rijk de keizer die de bisschoppen benoemde...
Verloop
Na de voor de Kerk donkere middeleeuwen brak de Investituurstrijd aan. De officiële reden was een ruzie over de benoeming van bisschoppen in het Heilige Roomse Rijk. De Roomse keizer vond dat hij de bisschoppen in zijn gebied mocht benoemen. De paus vond dat hij dat, als leider van de christenen, mocht doen. In werkelijkheid ging het over wie de machtigste van Europa was. De keizer vond dat hij, als zogenaamde opvolger van de Romeinse keizer, de macht had. De paus vond dat hij, als plaatsbekleder van Jezus, de macht had. De ruzies hierover liepen hoog op. Meerdere keizers werden geëxcommuniceerd (uit de Kerk gestoten) en meerdere pausen zijn gevangengenomen door keizers die schoon genoeg hadden van de hoge geestelijke. Toen keizer Hendrik IV inzag dat hij te ver was gegaan toen een aantal Duitse heren en bisschoppen zich tegen hem keerden, en er een opstand aankwam, ging hij op boetetocht naar Canossa en daar liet de paus hem drie dagen wachten. Alsof dat nog niet genoeg was, moest hij drie rondjes om een kasteel lopen – uiteraard door de sneeuw. De strijd was voor even gestopt maar toen ging de strijd weer verder. Hendrik benoemde een tegenpaus en verschillende legers streden om de macht in Noord-Italië. Paus Urbanus II had geen tijd voor gedoe met de keizer want hij was druk bezig met de Eerste Kruistocht. De Investituurstrijd was het hoogtepunt van rivaliteit tussen de keizer en de paus. Toen uiteindelijk de paus en daarmee de complete Kerk als overwinnaar uit de strijd kwam, brak een nieuwe periode aan. De tijd van de beroemde kathedralen begon; niet alleen de Notre-Dame van Parijs maar ook in Amiens, Utrecht, ’s Hertogenbosch, Chartres en veel andere steden in heel Europa begon de bouw van gigantische kathedralen die nog steeds erg indrukwekkend zijn. Ook begon toen langzaam maar zeker de neergang van het Heilige Roomse Rijk. Ook al zou het nog tot 1806 duren voordat het definitief werd verslagen door Napoleon.