Protectionisme

Protectionisme betekend dat een land zijn eigen economie beschermt tegen goedkopere handel van andere landen. Deze landen hebben een angst dat landen die goedkopere producten produceren hun producten in dat land verkopen. Op deze manier worden de eigen producten niet meer verkocht, daalt de productie en ontstaat werkloosheid.

Er zijn verschillende protectionistische maatregelen die een land kan nemen. Er zijn maatregelen die te maken hebben met geld, zoals importheffingen en subsidies voor de export naar andere landen. Op deze manier worden producten van buitenaf duurder en verkoopt een land meer producten in het buitenland. Hiermee beschermt het de eigen economie. Andere maatregelen hebben niet met geld te maken. Een land kan bijvoorbeeld strenge eisen stellen aan de producten of een importquotum invoeren. Dit laatste betekent dat er slechts een beperkt aantal producten mogen worden ingevoerd.

Protectionisme is vooral een probleem voor ontwikkelingslanden. Door de goedkope westerse producten gaat de eigen productie eraan en door de importheffingen kunnen de landen producten moeilijk verkopen. Protectionisme komt bijna tussen alle landen voor. Het omgekeerde van protectionisme is vrijhandel. Vrijhandel komt voor in de Europese Unie. De EU voert met landen buiten de EU echter protectionisme.