Reconquista (Iberië)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Taalkundige kaart van de reconquista.

De reconquista gaat over de terugverovering van het Iberisch schiereiland door de Christenen op de Moren (Moslims).

De Moren of Omajjaden hadden ongeveer van 710 tot 780 n.Chr. het huidige Portugal en Spanje veroverd. Toen heette dat het Visigotische Rijk dat bestond van 418 tot 721 na Chr. De islamitische Omajjaden staken in 711 de de Straat van Gibraltar over en behaalden een grote zege op de Visigoten in de Slag bij Xeres de la Frontera. Een deel van de Visigotische adel had het voor elkaar gekregen om uit handen van de aanvallers te blijven. In het noorden van Spanje (gebieden Galicië, Asturië, Cantabrië en Baskenland) hielden ze stand tegen de Omajjaden en waar op den duur in Asturië het koninkrijk Asturië werd gesticht, en van waaruit de Reconquista zou beginnen.

De Omajjaden had ook een deel van Frankrijk veroverd. Aan die invasie werd een einde gemaakt door Karel Martel in de Slag bij Poitiers in 732.

Tussen 711 en 750 was Al-Andalus (het islamitische Spanje en Portugal) een deel van het kalifaat van de Omajjaden, met als hoofdstad Damascus. Tussen 1002 en 1031 viel dat kalifaat uiteen in de zogenoemde taifa-rijkjes en er ontstond verdeeldheid. In 1063 gaf paus Alexander II zijn zegen aan de kruistochten van de reconquista. Vanuit het noorden werden jaar na jaar en stukje voor stukje de Moslims naar het zuiden verdreven. Pas op 2 januari 1492 was met de Oorlog van Granada de reconquista voltooid.

Er werd aanvankelijk een verdrag gesloten door het katholieke koningspaar, Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië waarin stond dat Joden en Moslims verder met rust gelaten zouden worden. Dit verdrag werd kort daarna al geschonden en op 31 maart 1492 tekenden Ferdinand en Isabella het Edict van Granada. Hierin werd aangekondigd dat de joden op straffe van de dood werden gedwongen zich te laten dopen tot het Christendom. Veel Joden weigerden dit en zo'n 160.000 tot 400.000 Joden verlieten Spanje, waarvan sommigen uitweken naar de Lage Landen. Het grootste deel ging echter naar Noord-Afrika en het Ottomaanse Rijk. De verspreiding van deze Sefardische Joden over heel Europa is tot op de dag van vandaag te zien en ze vormden vaak hun eigen gemeenschappen.

Onder Filips II werden de joden, die als scheldnaam marranos ('zwijnen') kregen en de Moren (Spaans: moriscos) met harde hand vervolgd. De Inquisitie liet 13.000 bekeerde joden ombrengen, omdat zij in het geheim het joodse geloof waren blijven uitoefenen. De uitvoering van door de kerkelijke rechtbanken uitgesproken doodstraffen gebeurde door de wereldlijke macht.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Reconquista_(Iberië)&oldid=965492"