Riviergrondel
| Riviergrondel Gobio gobio | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Benelux | ||
| Leefomgeving | stromend water met een zanderige bodem zoals beken en rivieren | ||
| Behoort tot de | Karperachtigen (Cypriniformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
| |||
De riviergrondel (Gobio gobio) is een vissoort die behoort tot de Karperachtigen (Cypriniformes). Deze kleine vis wordt wijd verspreid in zoetwaterstromen en meren in centraal en gematigd Eurazië gevonden. Komt daarmee ook veel voor in de Benelux.
De riviergrondel leeft in verschillende zoetwateromgevingen met zandbodems. Het is een sociale soort die leeft in scholen en voedt zich met ongewervelde dieren. De levensduur is maximaal vijf jaar. Grondels zijn meestal kleiner dan 12 cm, zelden meer dan 15 cm lang. De algemene naam grondel kan ook verwijzen naar andere vissoorten.
Het heeft een lang, slank, rond lichaam en is meestal 9-13 cm lang, maar kan oplopen tot 21 cm. Het heeft korte rug- en anaalvinnen die geen gekartelde stralen hebben. Er is een spriet in elke hoek van zijn mond. Het heeft twee rijen tanden, kegelvormig en licht gebogen aan de punt. Zijn kop is breed en afgeplat, met een nogal stompe snuit, waarbij de onderkaak korter is dan de bovenkaak. Meestal groenachtig bruin van boven en zilverachtig aan de zijkanten, deze vis heeft een rij van zes tot twaalf vage donkere vlekken die langs de zijkant lopen. Het heeft een witte onderkant en zijn borst-, buik- en anale vinnen zijn grijsachtig wit van kleur met een bruinachtige tint. De rug- en staartvinnen zijn lichtbruin met donkere vlekken.
Het is normaal gesproken overdag actief. Het is in staat om piepende geluiden uit te zenden, waarvan wordt aangenomen dat het een communicatiemiddel tussen individuen is. Hij broedt in ondiepe wateren over stenen. Eieren worden gelegd van april tot augustus, wanneer de watertemperatuur boven de 13 °C is.
De riviergrondel wordt bejaagd door de otter en de ijsvogel.