Dyscalculie: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
(88 tussenliggende versies door 8 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Rijtjes sommen beloning.jpg|miniatuur|Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie]]
+
{{arts vragen}}
'''Dyscalculie''' (werd vroeger ook wel [[Cijferblindheid]] genoemd) is een rekenstoornis  die je met je geboorte mee hebt gekregen en dan met namen het aanleren en het eigen maken  van de rekenvaardigheden de basisvaardigheden van rekenen en wiskunde ervan.  
+
{{Zijbalk leerstoornissen}}
 +
[[Bestand:Rijtjes sommen beloning.jpg|miniatuur|Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie]]
 +
'''Dyscalculie''' of '''cijferblindheid''' is een leerstoornis die te maken heeft met [[rekenen]]. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met [[dyslexie]], wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht onderwijs, maar door een onderliggende stoornis.  
  
Dyscalculie is een hele vervelende en moeilijke  stoornis omdat rekenen in meerder hersenen delen wordt gebruikt,waaronder ook het taalcentrum  ,daarnaast wordt bij rekenen ook nog het gedeelte van de hersenen gebruikt die een belangrijke rol speel bij plannen en weten hoe je iets moet oplossen.
+
Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.
  
Dyscalculie betekent letterlijk  het niet kunnen rekenen. Het is net als dyslexie in feiten een andere term voor heel veel problemen  hebben met het aan leren van schoolvaardigheden ,maar in dit geval  zijn er problemen met het vlot en snel kunnen oproepen van wiskunde en rekenvaardigheden. Deze problemen komen niet door een lage intelligentie niveau of te weinig rekenen onderwijs wat bij ernstige rekenproblemen en rekenen zwakte wel het geval is. Dus dyscalculie is erger dan dat.  
+
== Wat is dyscalculie? ==
 +
[[Bestand:Sillon intraparietal hori.png|miniatuur|Hier zie je de gebieden aangegeven die actief zijn bij rekenen ]]
 +
Dyscalculie is een moeilijk woord, maar het betekent eigenlijk dat je moeite hebt met rekenen. Je hersenen vinden het lastig om met getallen en cijfers om te gaan. Dat betekent niet dat je dom bent. Je hersenen werken gewoon anders dan bij andere kinderen. Sommige kinderen vinden lezen lastig, anderen hebben moeite met schrijven. En bij kinderen met dyscalculie is het rekenen een moeilijk vak. Als je dyscalculie hebt, kun je bijvoorbeeld snel in de war raken als je een som moet oplossen. Het kan zijn dat je de tafels steeds opnieuw moet leren, of dat je moeite hebt met het het snappen hoe laat het is op de klok. Misschien lijkt voor de gene als of iedereen het snapt. Uit onderzoek heeft 2,3 procent van Nederland dyscalculie in verschillende maten.  
  
== Wat is Dyscalculie ==
+
Het kan best frustrerend zijn als je iets probeert te leren en het lastig blijft. Je oefent hard, maar toch blijven bij kinderen met dyscalculie de sommen verwarrend. Door dat kunnen sommige mensen denken dat je niet goed genoeg je best doet. De hersenen van mensen met dyscalculie verwerken de cijfers op een andere manier. Dat maakt rekenen niet onmogelijk, maar het kost wel meer tijd, oefening en vaak ook andere uitleg dan bij anderen kinderen. Kinderen met dyscalculie kunnen soms verdrietig of boos zijn als ze steeds fouten maken bij rekenen. Dat is normaal. Veel kinderen met dyscalculie voelen zich zo. Het is belangrijk dat ze weten dat het niet hun schuld is en ze niet lui of dom zijn. De hersenen van kinderen met dyscalculie werken eenmaal anders, en dat is prima. Er zijn gelukkig mensen die kinderen met dyscalculie kunnen helpen. Op school kan de juf/meester of een docent extra uitleg geven of sommen op een andere manier uitleggen, kinderen met dyscalculie extra tijd geven voor toetsen of mag je een [[rekenmachine]] gebruiken. Er zijn ook speciale leraren die die precies weten hoe ze kinderen met dyscalculie kunnen helpen. En soms zijn er handige trucs of hulpmiddelen zoals een rekenschema of apps die het rekenen makkelijker maken.
Dyscalculie is een reken stoornis waarbij je heel veel moeite hebt met rekenen. Het probleem zit hem in dat mensen met Dyscalculie de rekenvaardigheden  heel moeilijk en soms helemaal niet eigen kunnen maken. Dat komt doordat ze niet de basisvaardigheden eigen kunnen maken of heel moeilijk ze blijven het heel moeilijk vinden om sommen zoals 6+6 uit te rekenen ,hun kunnen dit niet onthouden dat het 12 is ,waardoor ze het ook moeilijk vinden om grote sommen uit te reken zoals ;60 +60 .Omdat ze niet weten wat 6+6 ,waardoor ze niet kunnen bedenken dat als dat weet dat je alleen een 0 we achter hoeft te zetten. Daarnaast hebben ze ook moeite met rekenregels leren en draaien ze getallen om, omdat ze schrijven hoe ze denken dat je het moet schrijven. Zoals kleine kinderen die nog niet konden tellen ook doen .Hun blijven dat doen ,omdat ze niet begrijpen  dat je het anders moet schrijven ,dus ze schrijven vaak bij 78 eerst 8 en dan 7 omdat ze dat horen ,maar ja ze bedoelen dan 78 maar ze schrijven dan 87. Daarnaast hebben moeite met klok kijken en vooral de digitale klok. Ze hebben dus overal moeite mee wat met getallen en rekenen en wiskunde te maken heeft. Hieronder kun je lezen  wat symptomen zijn.
 
  
== Hoe vaak komt het voor ==
+
== Dyscalculie is niet zomaar een label ==
Ondanks dat je misschien wel eens iets van gehoord hebt of dat iemand in je klas Dyscalculie heeft . Of misschien heb je het zelf .
+
Soms hoor je mensen zeggen: ik heb dyscalculie , terwijl ze nooit getest zijn of daar geen verklaring van hebben . Maar dyscalculie is niet zomaar een woord voor moeite hebben met rekenen , het is een echte leerstoornis die alleen vast gesteld kan worden door een diagnose .  Maar dyscalculie is geen gevoel of bedachte verklaring. Zonder de test weet je niet zeker of echt om dyscalculie gaat. Het is niet verkeerd om het te vermoeden dat je het misschien hebt.  Veel mensen merken dat ze rekenen lastig vinden en vragen zich af of er meer aan de hand is. In zo geval kun je beter zeggen, ik denk dat ik misschien dyscalculie heb of ik heb moeite met rekenen.  Dat eerlijker en zorgt ervoor dat mensen met officiële diagnose hebben gekregen serieus genomen worden. Dyscalculie betekent vaak dat je jarenlang met obstakels te maken hebt gehad , op school of in het dagelijks leven. Daarvoor zijn soms aanpassingen nodig, zoals extra tijd of anderen ondersteuning. Je kunt  niet zomaar tegen iemand zeggen dat die dyscalculie hebt  dat kan alleen orthopedagoog of psycholoog  die  heeft onderzocht of echt zo is. Iemand die kleine foutjes maakt bij rekenen heeft niet gelijk dyscalculie.  Als iedereen maar zomaar zegt dat ze dat hebben zonder test , lijkt het alsof het niks voorstelt , terwijl juist iets is waar je mee moet leren leven. Laten we daarom voorzichtig zijn met hoe we over dyscalculie praten . Door het serieus te nemen , helpen we niet alleen de mensen die het echt hebben , maar zorgen we ook dat we eerlijk omgegaan met wat het betekent.  Door onterecht te zeggen dat je dyscalculie hebt, bagatelliseert je de ervaring van kinderen die er echt mee leven. Tegelijkertijd als je denkt dat er meer aan de hand is dan alleen slecht zijn in rekenen kun je het beste een test laten doen . Alleen zo krijg je duidelijkheid en eventueel de hulp die nodig hebt. Kortom neemt het serieus , laat je testen als je twijfelt en onthoud iedereen heeft recht op ondersteuning ,maar  het begint bij een juiste diagnose.
  
Uit onderzoek is gebleken dat Dyscalculie even vaak voorkomt als anderen leerstoornissen.  
+
== Naam cijferblindheid ==
 +
[[Bestand:ZR10 (Mengenkonstanz).jpg|miniatuur|kinderen zonder dyscalculie kunnen op één slag zien hoeveel konijnen het zijn zonder te tellen. Mensen met dyscalculie zien dat niet die gaan eerst opnieuw tellen.]]
 +
Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.  
  
Ongeveer 20 tot 30 kinderen in Nederland heeft een lichte of zware vorm van Dyscalculie dat is best veel .
+
Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.  
  
Dit is ongeveer 3 tot 4 procent dit is dus eigenlijk best veel komt eigenlijk net zo vaak voor als de andere leerstoornis Dyslexie.  
+
== Geschiedenis ==
 +
[[Bestand:Dyscalculie.webp|miniatuur|Dyscalculie ]]
 +
In de vroege 20e eeuw, begonnen artsen en leeraren zich af te vragen waarom sommige kinderen opvallend veel moeite hadden met rekenen. Deze kinderen kon vaak goed meekomen op andere vlakken ze komen bijvoorbeeld goed lezen, praten en dachten helder na en waren nieuwsgierig. Maar zodra er cijfers en sommen aan te pas kwamen raakten ze in de war. In die tijd hadden ze daar nog geen verklaring voor. Het probleem werd vaak verweten aan luiheid, slechte opvoeding of gebrekkige onderwijs. Er bestond simpele weg nog geen taal of begrip om deze rekenen probleem als iets op zichzelf staands te beschrijven. Pas halverwege de 20e eeuw begonnen wetenschappers meer aandacht te besteden aan het brein. In Rusland werkte de beroemde neuropsycholoog [[Alexander Luria]] met mensen hersenletsel hadden opgelopen. Hij ontdekte dat schade aan bepaalde hersenendelen vooral aan de linkerkant, kon leiden tot plotseling niet meer kunnen rekenen. Dit noemde hij [[acalculie]]. Maar wat Luria en zijn tijdgenoten nog niets wisten, was dat er ook kinderen waren die zonder hersenbeschadiging soortgelijke rekenproblemen hadden vanaf hun geboorte. In de jaren zeventig en tachtig begon het idee te groeien dat sommige kinderen van nature moeite hebben met getallen en rekenvaardigheden. Wetenschappers merkte dat deze kinderen vaak specifieke patroon lieten zien. Ze begrepen de getallenreeks niet en hadden geen gevoel voor eenheden en maakte steeds opnieuw fouten bij het uitvoeren van makkelijker berekeningen zelfs na veel oefenen. En hoewel ze op anderen gebieden normaal tot hoogbegaafd konden zijn, bleef het rekenen moeilijk. Hierdoor ontstond langzaam het idee van ontwikkeling dyscalculie een leerstoornis die alleen gericht is op getallen en met sommen om te gaan. Vanaf de jaren negentig begon de wetenschappers serieus onderzoek te doen naar dyscalculie. Dankzij technologisch ontwikkeling, zoals hersenscan konden onderzoekers in de hersenen kijken terwijl iemand aan het rekenen was. Zo ontdekte ze dat bij mensen met Dyscalculie bepaalde hersenendelen met name het gebied voor rekenen anders werken of minder goed bij rekenopdrachten. Dit gaf een sterk neurologisch basis voor het ontstaan van dyscalculie.  
  
== Kenmerken van Dyscalculie ==
+
Tegelijkertijd kwam er in het onderwijs steeds meer aandacht voor het feit dat niet alle kinderen op dezelfde manier leren. Net zoals bij dyslexie de bekende leerstoornis begonnen mensen in te zien dat ook rekenproblemen voort kunnen komen uit een aangeboren en hardnekkige leerstoornis en niet uit onwil of gebrek aan inzet. Tegenwoordig wordt dyscalculie erkend als een officiële leerstoornis die net zo veel aandacht verdient als dyslexie of ADHD. Het besef groeit dat mensen met dyscalculie anderen manieren nodig hebben om te leren rekenen meer zien, stap voor stap en met veel herhaling en dat steun nodig hebben om met praktische gevolgen ervan om te gaan zoals moeite met klokkijken en omgaan met geld of plannen. Wat ooit begon als een vage vraag bij verbaasde leraren en ouders, is inmiddels uitgegroeid tot een goed onderbouwd wetenschappelijk begrip
Hieronder zet ik de kenmerken van Dyscalculie op een rij nogmaals je hoeft ze niet allemaal te hebben. Om last van Dyscalculie te hebben ,want ook mensen met Dyscalculie verschillen van elkaar dus als je vermoede hebt dat hebt dan is testen meer betrouwbaarde .
 
  
Hierbij de meest voorkomende kenmerken van Dyscalculie:
+
== Hoe de hersenen van mensen met dyscalculie werken ==
* Mensen met dyscalculie blijven lang op hun vingers tellen bij rekenen sommen, bijvoorbeeld bij 5+8 weten ze niet gelijk dat het 13 is, omdat ze het niet hebben opgeslagen in hun geheugen.
+
Stel je voor dat je hersenen een soort grote ladenkast zijn. Elk laatje in die kast is voor iets anders: een laatje voor taal, een laatje voor tekenen , een laatje voor herinneringen en natuurlijk een laatje voor rekenen.  Bij meeste kinderen werkt het laatje voor rekenen soepel. Als de juf vraagt: wat is 3+4?, dan gaat het laatje open, pakt het juiste antwoord( 7) en klaar! Maar bij kinderen met dyscalculie zit dat laatje een beetje vast. Of het zit door elkaar. Misschien liggen er allemaal cijfers door elkaar of je kunt het goede antwoord niet vinden, ook al weet je dat je het al keer hebt geleerd. Soms gaat het laatje helemaal niet open. Dan lijkt het alsof het antwoord is verdwenen ,ook al heb je gisteren nog geoefend! Dit kan best frustrerend zijn als je laatje niet goed werkt, terwijl het bij anderen wel lukt . Het voelt als of je een puzzel aan het maken, maar er missen steeds stukjes of ze passen niet goed.
* Ze vinden alle soorten optel en aftrek sommen heel moeilijk om uit te rekenen.   
 
* Ze maken veel fouten bij stapsgewijs rekenen opdrachten ,want daar hebben ze moeite mee om dat te onthouden.
 
* Daarnaast onthouden ze niet hoe ze stappen  moeten zetten.
 
* Ze hebben vaak ook problemen met het plaatsen van getallen op juist plek ze weten  ,bijvoorbeeld niet dat 9 na de 8 komt en waar je die op de getallenlijn moet zetten.  
 
* Mensen  met dyscalculie draaien vaak ook getallen om ,zo wordt 65 opeens 56 en 56 en 65.
 
  
* Kan geen [[Digitale klok]] kijken de gewoon klok vindt hij/zij ook heel moeilijk na veel oefening .Daarnaast  kunnen ze  vaak de vertrek tijd bij het bus hokje niet lezen.
+
=== Puzzel zonder stukjes ===
 +
Nog een voorbeeld hoe het kan zijn om weten hoe het kan zijn om dyscalculie te hebben:
  
* Kunnen vaak de rekentafels niet uit hun hoofd leren omdat ze vaak naast deze stoornis ook een lage[[Verwerkingssnelheid#Kenmerken van mensen met een lage verwerkingssnelheid|Verwerkingssnelheid]] [ is de tijd die nodig hebt tussen het ontvangen van wat iemand zegt of ziet en het reageren er op .Dus als iemand zegt wat is 6x6? is dat de tijd dat jij er over na moet denken dat kan heel snel zijn binnen 5 minuten maar het kan ook 60 mintuten ,voordat jij het antwoordt geeft. En dat is vaak bij iemand met een lage verwerkingssnelheid en dyscalculie kan dit lang duren. Een lage verwerkingssnelheid heeft er ook mee te maken hoe snel iemand iets begrijpt en dus iets leert snel of niet].  
+
Stel je voor dat je puzzel maakt van een som. Je hebt bijna alle stukjes gelegd, maar zitten gaten in. Je zit het plaatje van een boom moet worden, maar zonder het laatste stukjes kun je het niet goed afmaken. Rekenen met dyscalculie voelt zo. Je begrijpt vaak wat je moet doen , maar net dat ene stukje bijvoorbeeld de tussenstap of tafeltje Ontbreekt en dat lukt niet . Dus mensen zónder dyscalculie hebben alle stukjes van begin tot eind. Mensen met dyscalculie hebben er maar een paar rest moeten ze gokken.
  
* En ze hebben vaak moeite met automatiseren iets eigen maken. 
+
=== Doolhof in je hoofd ===
* Hebben moeite met plannen ,omdat ze vaak geen tijdsbesef hebben waardoor ze niet weten hoe lang iets duurt .Waardoor ze niet weten hoe lang ze moeten leren en hoe ver van te voren. Daarnaast omdat ze vaak geen tijdsbesef hebben ,hebben ze ook moeite om te weten hoe laat ze moeten vertrekken om ergens op tijd te komen. Omdat ze niet weten hoe lang ze over iets doen.   
+
Rekenen is voor veel kinderen als lopen door een park: Je weet de weg, en als je even twijfelt , helpt een bord je verder met de weg. Maar met dyscalculie voelt het alsof je in een doolhof staat zonder kaart. Elk pad lijkt op elkaar , en je weet niet of je links of rechts moet . Als de juf vraagt los dat verhaaltje op dan voelt je al alsof je al verdwaalt voordat je begint . Dus mensen zonder dyscalculie weten de weg en komt een oplossing. Bij mensen met dyscalculie je loopt rondjes , je raakt in de wat of er komt er geen eind aan.
* Zien vaak niet het verschil tussen plus en minteken of keerteken of deelteken ,waardoor ze niet weten wanneer ze moeten optellen of aftrekken of delen of vermenigvuldigen.   
 
* Slecht getal begrip bijvoorbeeld niet begrijpen dat 6 ook een aantal is van iets bijvoorbeeld het aantal ballen.   
 
* Niet goed in schatten van hoeveelheid     
 
* Niet goed in breuken en procenten.   
 
* Moeite met geld rekenen.    
 
* Moeite met meten en het metriekstelsel  en wegen van iets en het berekenen van inhoud en omtrek.    
 
* Moeite met het aanleren van nieuwe rekenvaardigheden  en het onthouden er van.   
 
* Moeite met de aangeleerde basiskennis van rekenen.   
 
* Moeite met de vergelijkingstekens dus deze <>  en andere rekenen en wiskunde tekens uit elkaar halen.     
 
* Moeite met verhoudingen van rekenen.     
 
* Moeite met de volgorde van bewerkingen.     
 
* Moeite met kwadraat en worteltrekken.     
 
* Moeite met deelsommen uitrekenen.       
 
* Moeite met verhaaltjes sommen uitrekenen.       
 
* Moeite met het aanleren van formules bij wiskunde op middelbare school en het toepassen ervan.       
 
*     
 
<blockquote>'''''Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben .Het gaat er om of veel begeleiding  hebt gehad en als je dan nog niet vooruit  of weinig na meer dan 6 maanden  intensief  begeleiding gaat. Dan is er een kans dat je het hebt. En zal ik als ik jou was je laten testen door een orthopedagoog generalist of psycholoog die dat mag doen. Dan krijg je als je het hebt een Dyscalculieverklaring en heb je recht op de hulpmiddelen hieronder genoemd bij hulpmiddelen.'''''</blockquote>
 
  
== kenmerken die ook bij andere stoornissen voorkomen  ==
+
=== Brein met weinig internet ===
Mensen met Dyscalculie kunnen naast dat ze moeite hebben met het leren van rekenen ,ook last hebben van andere kenmerken die ook bij anderen stoornissen voorkomen zoals:
+
Stel je voor je brein is computer . Voor taal , tekenen, en verhalen heb je super goed internet alles super snel. Maar zodra het ober cijfers gaat , begint je brein te haperen . Het radertje blijft draaien. Je weet dat je het ergens hebt geleerd maar je kunt er niet bij. Als je er  eenmaal bij kan zijn de andere al klaar. Mensen zonder dyscalculie je denkt meteen 6×5=30  en klaar. Bij mensen met dyscalculie moet je er lang over nadenken of je weet helemaal niet meer.
* Trage tempo.  
 
  
* Het is erfelijk bepaald als iemand in de familie ook dyscalculie heeft dan is de kans dat kind het ook heeft ook groter.  
+
=== Klokkijken in geheimen taal ===
 +
De meeste kinderen kijken naar een klok en weten meteen hoe laat het is . De grote wijzer wijst naar de drie en kleine naar de tien dus het is tien over tien . Maar voor mensen met dyscalculie voelt als of de klok een geheime code gebruikt . Je ziet wel de wijzers , maar je hersens snappen het niet meteen . Soms moet je drie kijken , of durf je het  niet te zeggen uit angst het verkeerd te zeggen . Dus met dyscalculie raak je in de war en weet je het soms niet.  Zonder dyscalculie weet je het meteen.
  
* Op andere vakken zijn heel goed in dit geval is dat bij talige vakken dus Nederlands zijn ze heel goed in  dus lezen en schrijven.  
+
=== Alsof je op een sneltrein wilt springen ===
 +
In de klas gaan rekenenlessen snel. De juf legt iets uit en hup dat moet je het zelf kunnen. Voor veel kinderen is dat prima zij kunnen makkelijk op die rekentrein trein springen.  Maar met dyscalculie voelt het alsof de trein al is vertrokken is voor je goed en snapt wat er gebeurt . Je rent er achteraan , probeert er op te springen maar het lukt niet . Dan voel je dom , terwijl je eigenlijk meer tijd nodig hebt. Dus zonder dyscalculie spring je op de trein en rijst mee . Met dyscalculie de trein rijdt snel weg en jij blijft achter.
  
* Minder goed werkende kortermijn geheugen.
+
=== Als of je met munten van andere land betaald ===
 +
In de winkel iets kopen is voor veel kinderen makkelijk Iets kost 1,50 euro je geeft 2 euro dus krijgt 0,50 terug. Maar mensen met dyscalculie voelt het als of je met geld van een andere land moet betalen . Je weet niet welke munt hoeveel waard is . Terugrekenen lukt niet . Je wordt zenuwachtig ook al is iets simpels . Zonder dyscalculie je rekent snel uit wat je moet betalen en terug krijgen . Mensen met dyscalculie je raakt in paniek of moet heel lang nadenken en bent bang om fouten te maken.
  
* Problemen met vasthouden van uitleg.
+
=== Alsof er geen goede rekenwegen aangelegd in je hoofd ===
 +
In je hersenen worden allema wegen aangelegd om dingen te leren. Als je iets vaak oefent , zoals sommen maken , dan wordt die weg steeds beter en sneller . Voor vee kinderen zijn die rekenwegen goed gebouwd: breed , stevig en makkelijk te vinden . Als ze een som krijgen , racen hun gedachten over de snel weg naar het antwoord.  Maar als je dyscalculie hebt zijn die rekenwegen er niet of zijn nog maar half gebouwd. Je moet telkens een hobbelige zandweg nemen, of zelfs nog het pad aanleggen terwijl je het antwoord  probeert te vinden. Dat kost veel meer  tijd en energie . En soms Kom je helemaal vast te zitten. Dus mensen zonder dyscalculie hebben gladde , snelle weg gebouwd voor rekenen . Alles gaat vlot en snel vanzelf. Mensen met dyscalculie de weg is nog niet af , of ligt vol kuilen . Je moet zelf een omweg vinden elke keer opnieuw.  
  
* Vaak een lage [[Verwerkingssnelheid#Kenmerken van mensen met een lage verwerkingssnelheid|Verwerkingssnelheid.]]
+
== Kenmerken ==
 +
[[Bestand:Versuch Knet-Drittelung.jpg|miniatuur|In totaal 32,6 gram oranje klei: met behulp van de gouden schaalverdeling moet deze in drie gelijke stukken worden verdeeld. De schaalverdeling geeft alleen aan of twee stukken even zwaar zijn. Afhankelijk van de gekozen strategie hebben kinderen tussen de 10 en bijna 40 minuten nodig om dit doel te bereiken. Dit experiment is erg populair bij leerlingen van de basisschool en later tot en met groep 7. ]]
 +
Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:
 +
* '''Moeite met basisrekenfeiten en automatisering''':Bijvoorbeeld moeite met het vlot oproepen van antwoorden op eenvoudige optel, aftrek, keer of deelsommen. Of het uithoofd leren van de tafels. Vaak blijven kinderen lang op hun vingers tellen.
 +
* '''Problemen met het getalbegrip en inzicht''': Moeite met betekenis van getallen, getalstructuren bijvoorbeeld eenheden, tientallen en honderdtallen. En het plaatsen op een getallen lijn, omkeringen van getallen bijvoorbeeld 56 en 65 komen vaak voor.
 +
* '''Moeite met rekenprocedures en strategieën''': Problemen met volgorde van stappen bij complexe berekeningen bijvoorbeeld cijferen. En het toepassen van aangeleerde rekenkennis bij andere opgave.
 +
* '''Ruimtelijk inzicht en oriëntatie''': Moeite met links en rechts oriëntatie, klokkijken, lezen van kaarten en het inschatten van lengtes, maten en hoeveelheden. Ook het nabouwen van constructies van blokken kan lastige zijn.
 +
* '''Problemen met de rekentaal''': Begrijpen en gebruiken van begrippen als meer of minder of evenveel.
 +
* '''Zwak werkgeheugen en kortetermijngeheugen''': Moeite met het onthouden en verwerken van mondelinge gegeven informatie of tussenuitkomsten bij rekenen.
 +
* '''Langzame rekentempo''': zelfs bij eenvoudige bewerkingen.
 +
* '''Rekenangst en gebrek aan zelfvertrouwen''': Door de aanhoudende problemen kunnen faalangst en een negatieve houding ten opzichte van rekenen ontstaan.
 +
*
 +
Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.
  
* Moeite met automatiseren [iets eigen maken  zodat je er op een geven moment niet meer over na hoeft te denken.].
+
== Dyscalculie per levensfase kenmerken ==
 +
[[Bestand:ZR1000 (Dienes-Material).jpg|miniatuur|Het getal 328: Kinderen met dyscalculie hebben moeite met het begrijpen van de logica achter het opdelen van zulke getallen in honderdtallen, tientallen en eenheden. Tientallenstaven en honderdtallenplaten ]]
  
* Moeite met zien van eigen fouten.  
+
=== Peuter en kleutertijd (0 tot 4 jaar) ===
 +
In de eerste levensjaren valt vaak op dat kinderen met dyscalculie weinig gevoel hebben voor hoeveelheden. Waar leeftijdsgenoten al spelenderwijs leren tellen, ritmes klappen of patronen herkennen,  gaar moeizaam. Het tellen van blokjes of het begrijpen van  begrippen als meer en minder  verloopt traag of onnauwkeurig.  Ook het onthouden van cijferreeksen of het meedoen met simpele telspelletjes  lukt vaak niet vanzelf.  
  
* Ze worden bang om fouten te gaan maken.  
+
=== Onderbouw basisschool ( groep 1 en 2 ) ===
 +
Wanneer de school begint met het aanleren van cijfers en basisbegrippen,  blijkt dat kinderen met dyscalculie moeite hebben om cijfers te herkennen en te onthouden. Het tellen blijft lastig en wordt vaak onderbroken of onjuist uitgevoerd. Abstracte  begrippen zoals groot en klein, voor en na , of lang kort geven verwarring.  Ook activiteiten als puzzelen of bouwen kunnen moeilijk zijn, omdat ruimtelijk inzicht vaak achterblijft.  
  
* Ze gaan vaak niet of heel langzaam vooruit in niveau.  
+
=== Middenbouw basisschool ( groep 3 tot en met 5) ===
 +
In deze fase wordt het duidelijker dat het rekenen niet vlot verloopt.  Tafels en eenvoudige sommen worden niet geautomatiseerd en blijven veel inspanning kosten. Klokkijken is moeilijk,  zowel analoge als digitale klok. Ook het omgaan met geld , bijvoorbeeld bij het teruggeven van wisselgeld ,levert problemen op. Tekens als plus, min , keer en delen worden door elkaar gehaald en verhaaltjessommen zijn vaak lastig omdat het toepassen van rekenen in context niet vanzelf gaat.
  
* Ze kunnen de rekentafels niet onthouden..
+
=== Bovenbouw basisschool ( groep 6 tot en met 8) ===
 +
Wanneer het rekenen ingewikkelde wordt lopen kinderen met dyscalculie vast.  Breuken, procenten en kommagetallen zijn moeilijk te begrijpen en lange rekenprocedures blijven foutgevoelig . Het zelfstandig kiezen van een strategie lukt vaak niet,  waardoor gokken of eindeloos proberen de enige uitweg lijkt. Hierdoor kan veel onzekerheid en faalangst onstaan. Rekentoetsen worden vermeden en de frustratie kan leiden tot spanning of gedragsproblemen.  
  
* Moeite met links en rechts.
+
=== Voortgezet onderwijs ===
 +
Op de middelbare school wordt het verschil duidelijker zichtbaar.  Algebra,  vergelijkingen en abstract wiskunde zijn nauwelijks te volgen.  Ook natuurkunde, scheikunde en  economie leveren moeilijkheden op, omdat daar veel met grafieken, tabellen en formules gewerkt wordt. Tijdens toetsen kost het verwerken van rekenwerk zoveel tijd dat leerlingen onder grote druk komen te staan. In het dagelijks leven onstaan problemen met navigeren en het inschatten van afstanden of reistijden . Vaak kiezen leerlingen bewust een profiel zonder exacte vakken om verder problemen te voorkomen.  
  
* Moeite met term boven en onder.  
+
=== MBO, HBO en universiteit ===
 +
In vervolgopleidingen blijven rekenproblemen doorwerken. Vooral vakken als statistiek,  kansberekening en data-analyse zijn struikelblokken. Het interperteren van tabellen en cijfers verloopt moeizaam en tijdsdruk tijdens tentamens speelt opnieuw een rol.  Veel studenten vermijden opleidingen waar veel wiskunde of berekeningen nodig zijn.  Tegelijkertijd ontwikkelen ze vaak creatieve manieren om te compenseren,  zoals werken met schema's,  kleurcodes en rekenhulpmiddelen .
  
* Na 6 maanden intensieve begeleiding weinig tot geen verbetering.   
+
=== Volwassen leven ===
 +
Dyscalculie blijft ook in het volwassen leven merkbaar. Het plannen en beheren van financiën,  zoals budgetteren of belastingzaken regelen , vraagt veel energie en leidt vaak tot fouten. Ook allerdaagse berekeningen,  zoals het uitrekenen van kortingen , het aanpassen van recepten of het inschatten van maten en afstanden,  zijn lastigTijd inschatten en plannen blijven zwakke punten,  waardoor afspraken en reistijden vaak verkeerd worden beoordeeld.  Veel volwassenen vermijden situaties waarin rekenen centraal staat, maar ontwikkelen ook een sterke afhankelijkheid van hulpmiddelen zoals rekenenmachines en apps. Ondanks de blijvende rekenproblemen bouwen velen een eigen manier van omgaan met cijfers op en benutten zij juist hun sterke kanten in taal , creativiteit of sociaal inzicht.
  
== Waarom heet wordt ook wel cijferblindheid genoemd ==
+
== Vormen van dyscalculie ==
Zoals je hierboven hebt kunnen lezen hebben kinderen en volwassenen met deze stoornis moeite  met het leren van rekenen en inzicht krijgen van cijfers  . Maar op anderen gebied zoals taal of lezen hebbn ze geen moeite dus je zou kunnen zeggen dat ze als het ware blind zijn voor het leren rekenen zou je denken  . Daarom dachten ze  vroeger  ook dat kinderen met Dyscalculie blind waren voor cijfers omdat , ze op anderen gebied taal bijvoorbeeld wel goed zijn. Daarnaast dachten ze vroeger dat kinderen met Dyscalculie dom waren of dat ze gewoon geen zin hebben in rekenen omdat ze  verder wel goed functioneren . Maar tegenwoordig zijn ze er achter gekomen dat kinderen met Dyscalculie niet blind zijn voor cijfers en helemaal niet dom . Dat het net als dyslexie (leestoornis) hebben mensen met Dyscalculie met rekenen  en dus een  reken aandoening is waardoor hun  meer tijd  kost om rekenen te leren dan gewone leerling die net zo veel onderwijs volgt als jij alleen dat jou meer moeite kost of dat ze niet kunnen leren . Dit maakt ook het verschil tussen Dyscalculie en iemand die rekenen gewoon moeilijk vindt. Dyscalculie gaat nooit over en bij  mensen die  rekenen  gewoon moeilijk vinden kunnen door goed onderwijs of bij les als nog leren rekenen dat heb je bij mensen  met Dyscalculie niet  dat gaat nooit over.
+
[[Bestand:Bad at math.jpg|miniatuur|weet jij het antwoord? Mensen met dyscalculie zien kleine sommen net zo ]]
 +
Geen kind met dyscalculie is hetzelfde. Dat maakt het een lastige leerstoornis. Maar een [[psycholoog]] of/en een [[orthopedagoog]] maken een verdeling tussen kinderen met lichte, milde of zware vormen van dyscalculie.
  
== Welke hulpmiddelen kan je bij iemand met Dyscalculie geven ==
+
=== Lichte vorm ===
Dyscalculie kan op school heel erg in de weg zitten niet alleen bij rekenen maar ook bij wiskunde formules en economie formules ,  scheikunde formules, aarderijkskunde het uitrekenen op waren grote , geschiedenis het onthouden van jaargetallen . Daarom is het belangrijk dat kinderen met Dyscalculie goed geholpen worden met hulpmiddelen welke hulpmiddel die je kan aan bieden verschil per persoon want iedereen mer Dyscalculie is anders met zwaar iemand heeft verschild ook maar de hulpmiddelen die je aan kan bieden en helpen zijn:
+
Dit kun je voorstellen als iemand die over het algemeen best mee kan komen in de klas, maar met rekenen steeds net iets achterloopt. Het kind snapt de basisvaardigheden meestal wel, maar doet er wat langer over. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat het even moet nadenken over wat 6×7 is, of dat het bij het klok kijken een moment twijfelt of het nou kwart voor 4 is nou 3.45 uur is of anders. Als de juf iets uitlegt in de rekenles, begrijpt het kind het vaak pas nadat het nog eens even rustig is uitgelegd. Het heeft dus wat meer tijd nodig, maar met meer steun komt het er wel. Buiten de klas merk je misschien weinig van. Het kind red zich prima met geld in de winkel of bij het afspreken van een tijd. Soms is er eat frustratie, maar het vertrouwen blijft intact.  
* Laat iemand met dyscalculie een rekenmachine gebruiken bij sommen die echt te moeilijk zijn.
 
  
* Laat iemand met dyscalculie gebruik maken van een tafelkaart/ deelkaart.
+
=== Milde vorm ===
 +
Bij een milde of matige vorm van dyscalculie wordt het anders. Hier zie je dat het rekenen een duidelijke worsteling is. Het kind moet bij elke som opnieuw nadenken hoe het ook al weer moet, rekent zelden iets uit zonder fouten. De tafels blijven niet hangen, zelfs na weken oefenen. Het verward makkelijk optellen en aftrekken en raakt in de war bij opdrachten als je 5 euro hebt en je koopt iets van 3,20 hoeveel krijg je dan terug ? In de klas is het rekenniveau duidelijk lager dan leeftijdsgenoten. Het kind wordt vaak onzeker, gaat rekenen vermijden en voelt zich vaak dom als er weer een fout wordt gemaakt. Thuis zie dat moeite heeft met alledaagse dingen waar cijfers in zitten. De juiste tijden weg gaan, snappen hoeveel minuten iets duurt of met geld omgaan. Met wat extra hulp lukt er wel wat. Maar het blijft steeds moeite houden.
  
* Laat iemand met dyscalculie gebruik maken  een opzoekboekje.
+
=== Zware of diepe vorm ===
 +
Een zware of diepe vorm dyscalculie heeft zware impact op het kind. Kinderen of jongeren met deze vorm worstelen niet alleen met rekenregels, maar begrijpen vaak het hele idee van getallen en hoeveelheden niet goed. Ze kunnen bijvoorbeeld niet inschatten of 36 groter is dan 63, en weten ook na jaren oefenen niet zeker hoeveel 3+4 is. Klokkijken lukt niet, zelfs niet met een digitale klok. Geldsommen zijn verwarrend en tijdsbesef zoals wat een halfuur betekent ontbreekt vaak. In de klas kunnen ze in de stress raken zodra ze een rekenboek wordt uitgedeeld. Zelfs simpele sommen leveren stress of paniek op. Deze kinderen hebben moeite om grip te krijgen op iets wat voor anderen van zelfsprekend lijkt. Hun vertrouwen in hun zelf is meestal beschadigd en voelen zich dom, ook al zijn ze op anderen gebieden heel slim. De rekenproblemen beperken hun ook buiten school zoals zelfstandig reizen, boodschappen doen of een agenda bijhouden zijn allemaal lastig, omdat getallen daarin een rol spelen.
  
* Laat iemand met dyscalculie gebruik maken van honderdvel of een papier waar alle cijfers op staan.
+
== Dyscalculie en gewoon moeite met reken ==
 +
[[Bestand:ZR10 (Dienes-Material).jpg|miniatuur|Het getal 9: Kinderen met dyscalculie hebben de neiging om getallen niet te clusteren. Ze herkennen de 9 meestal niet meteen, maar tellen liever alle dobbelstenen. ]]
 +
Moeite hebben met rekenen betekent niet gelijk dat je dyscalculie hebt. Veel mensen vinden rekenen moeilijk, soms omdat ze minder geoefend hebben, of omdat de uitleg niet goed aansloot of omdat ze onzeker raken bij toetsen. Vaak helpt extra oefenen of een andere manier van uitleggen om vooruitgang te boeken. Bij dyscalculie lig dat iets anders: daar gaat het om een leerstoornis waarbij hardnekkige rekenproblemen en blijvende zijn. Zelfs na veel oefeningen en intensieve begeleiding blijven basisvaardigheden zoals getalbegrip,  tafels automatiseren of het volgen van rekenstappen moeilijk . Het verschil zit hem dus vooral in de hardnekkigheid en blijvende aard van de problemen.  
  
* Geef iemand met dyscalculie extra tijd bij het maken van rekenen opdrachten.
+
=== Heb je gelijk dyscalculie als je een 1 hebt voor rekenentoetsen? ===
 +
Een onvoldoende of zelfs een 1 voor een rekentoets hoeft niet te betekenen dat je dyscalculie hebt. Soms ligt stress, onvoldoende voorbereiding of gewoon pech op dat moment.  Bij dyscalculie gaat het niet alleen om één toets, maar om hardnekkige en terugkerende rekenproblemen,  ook als veel geoefend hebt en goede begeleiding krijgt. Het verschil zit dus in of het eenmalig tegenvaller is, of iets wat steeds weer terug komt en niet verbeterd.  
  
* Geef extra uitleg als  dat nodig is of pas de opdrachten aan waar hij voor nu veel oefening in kan krijgen en wat hij nog wel kan.
+
== Hulpmiddelen ==
 +
[[Bestand:Dienes Material (Dyskalkulie).jpg|miniatuur|De leermiddelen op basis van eenheidskubussen blijken zeer effectief te zijn bij het werken met kinderen met dyscalculie. ]]
 +
Mensen met dyscalculie hebben vaak recht op speciale hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen worden vaak gebruikt bij toetsen en examens voor vakken waarbij veel rekenen nodig is. Voorbeelden zijn wiskunde, economie, scheikunde, maar ook aardrijkskunde of biologie. Deze hulpmiddelen zorgen ervoor dat mensen met dyscalculie een eerlijke kans krijgen. Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn:
 +
* Het gebruik van een [[rekenmachine]]
 +
* Het gebruik van een deel- of tafelkaart.
 +
* Het gebruik van een opzoekboekje.
 +
* Het gebruik van een cijferblad, waarop alle cijfers en getallen staan op volgorde.
 +
* Extra tijd bij het maken van rekenopdrachten.
 +
* Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.
 +
Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de [[rekentoets]] moeten maken, krijgen zij de [[rekentoets 2ER/3ER]]. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.
  
* En als je kind op middelbare school zit gaat u kind bij de rekenen toets de [[Reken toets 2ER/3ER]] maken ,waarbij hij een rekenmachine en formule kaarten mag gebruiken bij alle opgaves en hij /zij krijgt extra tijd.  
+
== Diagnose dyscalculie ==
 +
[[Bestand:ZR20 (Dienes-Material).jpg|miniatuur|Het getal 19: Kinderen met dyscalculie hebben veel tijd nodig om het samenspel van enen en tientallen te begrijpen. ]]
 +
De diagnose dyscalculie wordt gesteld door een gespecialiseerde orthopedagoog of psycholoog. Er is geen simpele test of hersenonderzoek. De diagnose wordt gesteld op basis van:
 +
* '''Ernst van het probleem''': De rekenproblemen zijn zeer ernstige en wijken af van wat er verwacht wordt op een bepaalde leeftijd en ontwikkeling.
 +
* '''Hardnekkigheid''': De rekenproblemen blijven bestaan ondanks langdurig en intensieve begeleiding en extra oefening.
 +
* '''Uitsluiten van anderen oorzaken''': Er wordt gekeken of de problemen niet verklaren zijn door bijvoorbeeld een lage intelligentie, gehoor of gezichtsproblemen of gebrek aan onderwijs.  
  
* En als je kind naar HBO/MBO gaat dan kan bij de rekenen toets weer op[[Reken toets 2ER/3ER]] maken weer met de hierboven genoemde hulpmiddelen.  
+
Een diagnose kan pas gesteld worden vaak na de tweede helft van groep 4 of begin groep 5. Omdat dan pas duidelijk wordt dat de problemen hardnekkigheid zijn ondanks voldoende instructie en oefening. Een diagnose moet wel gesteld zijn voor dat het kind naar het mbo, hbo of universiteit gaat, want na die tijd is moeilijk terug te halen of het niet door gebrek aan rekenonderwijs komt de rekenproblemen. Een dyscalculieverklaring is onbeperkt geldig. En kan recht geven op aanpassingen in het onderwijs, zoals extra tijd bij toetsen en examens of het gebruik van hulpmiddelen.  
  
== Tips voor leerkracht/mensen die hun begeleiden ==
+
== Begeleiding ==
Zoals ik had uitgelegd is Dyscalculie een aandoening die niet over gaat ,waardoor gene met Dyscalculie  er mee moet leren leven. Daarom is het belangrijk dat ook de omgeving weet hoe ze het beste kunnen helpen mensen die last hebben met Dyscalculie  , zodat ze ondanks hun beperking toch ver kunnen komen op school en straks een mooie baan kunnen krijgen. Want ja mensen met Dyscalculie kunnen gewoon heel ver komen als hun maar de juiste begeleiding krijgen .En op een school zitten die dat kan bieden  daarom hieronder deze tips:
+
[[Bestand:ZR100 (Zehnerübertritt).jpg|miniatuur|Kinderen met dyscalculie hebben veel tijd nodig om het samenspel van enen en tientallen te begrijpen. ]]
* Geef het kind meer extra instructie tijd en oefentijd  bijvoorbeeld door een verlengde instructie of extra uitleg.  
+
Begeleiders van mensen met dyscalculie of leerkrachten moeten vaak rekening houden met dyscalculie. Daarom is het belangrijk dat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Begeleiders en leerkrachten kunnen verschillende zaken doen, zoals extra en persoonlijke uitleg geven. Ook kunnen ze bepaalde oefeningen eerst samen maken en daarna zelfstandig doen. Meestal wordt gefocust op één manier van uitleggen, zodat er geen verwarring ontstaat en wordt direct feedback gegeven.  
  
* Zorg  voor uitgebreide inoefenen door de methode te gebruiken van eerst voordoen  dan samen doen  en tot slot zelfstandig.  
+
Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.
  
* Bied 1 manier aan van de methode dat is al genoeg om te voorkomen voor verwarring.  
+
== Omgaan met dyscalculie omgeving ==
 +
[[Bestand:ZR100 (Dienes-Material).jpg|miniatuur|Het getal 44: Kinderen met dyscalculie herkennen alleen het verschil tussen de twee vieren in het diagram.]]
 +
Dyscalculie betekent dat iemand veel moeite heeft met rekenen en getallen. Tafels onthouden, klokkijken, sommen maken of cijfers goed lezen kan lastig zijn. Het is niet omdat iemand minder slim is: kinderen en volwassenen met dyscalculie hebben gewoon een andere soort hulp nodig bij rekenen.  
  
* Oefen de deelvaardigheden rustige en duidelijk uit.  
+
* Thuis kunnen ouders helpen door geduldig uit te leggen en samen stap voor stap te oefenen.  Het gebruiken van spelletjes, kleuren of materiaal zoals blokjes kan rekenen leuker en duidelijker maken.
 +
* Op school is het belangrijk dat leerkrachten begrijpen dat rekenen extra tijd kost. Hulpmiddelen zoals een tafelkaart, rekenmachine of een duidelijke stappenplannen kan helpen. Het gaat erom dat de leerling de som begrijpt, ook als wat langzamer gaat.
 +
* Op het werk helpt het als collega's en leidinggevenden weten dat iemand moeite heeft met cijfers. Hulpmiddelen zoals rekenenmachines, apps of duidelijker afspraken zorgen ervoor dat iemand net goed mee kan komen.  
  
* Voorkom dat iemand met dyscalculie veel zelfstandig werkt.  
+
== Goed om te weten ==
 +
[[Bestand:Dritteln (Apfel).jpg|miniatuur|Iets in drie gelijke delen verdelen is hetzelfde als iets in drie gelijke delen verdelen. De vorm maakt niet uit. Hier wordt een appel met een keukenmes in drieën gesneden. Iets op het oog in drieën kunnen delen is een goede basis voor het begrijpen van de wiskundige principes.]]
 +
Wat goed om te weten is: je bent niet de enige. Heel veel kinderen in Nederland en de rest van de wereld hebben dyscalculie. Net als jij kunnen zij ook heel goed zijn in anderen dingen. Misschien ben jij heel creatief, kun je goed tekenen, ben je grappig of een fijne vriend of vriendin voor anderen. Iedereen heeft zijn eigen talenten, ook al zijn die niet altijd zichtbaar in een rekenboek. Als je dyscalculie hebt, leer je misschien anders, maar je kunt nog steeds heel veel bereiken. Met geduld, hulp en vertrouwen kom je een heel eind. En het allerbelangrijkste van alles: geef niet op, je bent goed zoals je bent.
  
* Geef dagelijks automatisering oefeningen dus dat ze iets leren waardoor ze minder lang over iets hoeven na te denken.  
+
== Oefening om te ervaren ==
 +
Om te snappen hoe het kan voelen om dyscalculie te hebben, kun je deze korte oefening zelf proberen. Pak een pen een papier of potlood en schrijf de cijfers 1 tot 10 door elkaar op. Denk bijvoorbeeld aan deze volgorde 7, 3, 9, 1, 5, 2, 8, 4, 10 en 6 op. Nu komt de uitdaging probeer zo snel mogelijk alle even getallen zoals 2,4 en 6 te om cirkelen en allen oneven getallen te onderstrepen. Als je klaar bent probeer dan de getallen hardop op te zeggen in de volgorde 1 tot en met 10.
  
* Geef direct feedback of ze het goed doen en blijf positief aanmoedigen  dit helpt de motivatie en zelfvertrouwen.  
+
=== Wat merkte je? ===
 +
Hoe voelde dit voor jou? Was het lastig om snel alle oneven getallen te vinden? Duurde het langer dan je dacht om alles zo snel mogelijk op te noemen? Voor iemand met dyscalculie kan het vinden en sorteren van getallen veel moeite kosten, zelfs bij makkelijker sommen. Het is alsof de getallen niet meer pakken of door elkaar heen staan. Ze moeten dus steeds extra stappen zetten in hun hoofd. Het is alsof je veters moet strikken met je ogen dicht, het kan wel maar het gaat moeizamer. Dit laat zien dat iedereen op zijn eigen manier leert. En dat extra hulp voor mensen dyscalculie heel normaal is.
  
* Laat het kind hulpmiddelen gebruiken bij het aanleren van dingen de hulpmiddelen die hierboven zijn beschreven werken heel effectief.  
+
== Dyscalculie en autorijden ==
 +
Mensen met dyscalculie hebben moeite met leren en begrijpen van cijfers en getallen.  Dit kan soms invloed hebben op het leren auto rijden. Zo kan het inschatten van afstanden snelheden lastig zijn, bijvoorbeeld bij het invoegen in het verkeer of bepalen van een veilige volgafstand . Ook routeplanning en get onthouden van routes kan moeilijker zijn, vooral als het lezen van kaarten erbij komt kijken.  Snel verkeersborden met getallen, zoals snelheid of  afstanden herkennen kan extra aandacht vragen. Daarnaast vraagt autorijden dat snel berekeningen maakt tijdens het rijden ,bijvoorbeeld om te bepalen hoe ver je van te voren moet remmen, en dat kan onder stress lastig zijn. Schakelen met een handgeschakeld auto kan extra uitdagend zijn. Je moet weten welke versnelling bij welke snelheid past en tegelijkertijd je voet en voet goed coördineren terwijl je op het verkeer let. Voor veel mensen wordt schakelen een  automatische handeling, maar iemand met dyscalculie moet soms eerst  bewust nadenken over de juiste versnelling.  Door veel te oefenen, bijvoorbeeld eerst op een rustige terrein en met een vaste versnellingkaart in gedachten,  kan schakelen uiteindelijk goed automatiseren . Een andere optie is auto rijden met automatische versnellingsbak. Hierbij hoef je niet zelf te schakelen, wat het rijden vaak makkelijker en minder stressvol maakt. Veel mensen met dyscalculie vinden dit prettig, omdat ze zich dan volledig op het verkeer kunnen concentreren zonder dat ze steeds moeten nadenken over de versnelling.  Over het algemeen kunnen mensen met dyscalculie prima leren autorijden, maar ze hebben soms extra oefening nodig bij bepaalde vaardigheden,  en een automatische auto kan een handige oplossing zijn.
  
* Gebruik zo duidelijk mogelijk lesmateriaal.        
+
== Erfelijkheid/aangeboren ==
* Maak evetueel de plus teken rood , de min teken blauw ,de  keer teken groen en deelteken geel om te voorkomen dat ze gaan op tellen in de plaats van aftrekken of vermenigvuldig in plaats van delen.        
+
[[Bestand:Angular gyrus - animation.gif|miniatuur|Hersenen van mensen met dyscalculie ]]
 +
Dyscalculie is iets wat te maken heeft met moeite hebben met rekenen. Sommige kinderen met dyscalculie vinden het bijvoorbeeld lastig om sommen te begrijpen, klok te kijken of tafels te onthouden. Wetenschappers denken dat dyscalculie aangeboren is. Dat betekent dat je er mee geboren wordt. Het is dus niet iets wat je krijgt doordat je niet goed oefent of niet genoeg je best doet. Dyscalculie kan erfelijk zijn. Dat betekent dat het in je familie kan zitten. Als bijvoorbeeld je vader, moeder of iemand anders in je familie ook moeite heeft met rekenen, is er een kans dat jij dat ook hebt. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Iedereen is anders, en dat is helemaal oke. Kinderen met dyscalculie kunnen heel slim zijn, alleen werkt hun brein een beetje anders bij rekenen. Met hulp en oefeningen kun je toch veel leren.
  
== Bekende mensen met Dyscalculie ==
+
== Bekende mensen met dyscalculie ==
Hans Christian Anderson: deze man was een Deense schrijver en is bekend van de sprookjes. Het meisje met de zwavelstokjes, Het tinnen soldaatje en Het lelijke eendje.Mooie verhalen toch? en dat is het werk van hans Christian Anderson. en je hebt Leonardo da Vinci: hij was een hele beroemde kunstenaar, wetenschapper, architect, uitvinder, natuurkundige en noem maar op je kan de kunstenaar kennen van het schilderij De Mona Lisa het bekendste schilderij van de hele wereld! Thomas Alva Edison:Thomas Alva Edison was een grote uitvinder had dyscalculie
+
Er zijn een aantal bekende mensen met dyscalculie. Voorbeelden zijn:
 +
* [[Hans Christian Andersen]]; een Deens schrijver bekend van zijn sprookjes, zoals [[het meisje met de zwavelstokjes]] en [[de kleine zeemeermin]].  
 +
* [[Leonardo da Vinci]]; een Italiaans schilder en uitvinder.
 +
* [[Thomas Edison]]; een Amerikaans uitvinder.
 +
* [[Caroline van der Plas]]; Partijleider van de [[BoerBurgerBeweging|BBB]].
  
== weetjes ==
+
== Weetje ==
Wist je dat Dyscalculie vaker bij kinderen voor komt met een laag geboorte gewicht, vroeg geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap. Bij Dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol
+
Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.
 
 
== Links van video's voor extra informatie ==
 
* https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3493/Dyscalculie geeft duidelijk uitleg er over
 
 
 
* https://www.hgonderwijs.nl/documentaire-over-dyscalculie/  geeft duidelijk uitleg er over
 
 
 
* https://youtu.be/4V3Yunq4xiY  geeft duidelijk uitleg er over
 
 
 
* https://www.youtube.com/watch?v=PRp0M6UnEOE geeft duidelijk uitleg er over
 
 
 
* https://www.youtube.com/watch?v=uNEAiICHK_o geeft duidelijk uitleg er over
 
* https://www.youtube.com/watch?v=VV5iveSAuT0
 
* https://youtu.be/NDivIzXZKY0 Dyscalculie deskundig aan het woord 
 
* https://youtu.be/2mv3--iPI5A 
 
  
 
== Links voor extra informatie ==
 
== Links voor extra informatie ==
 +
* https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3493/Dyscalculie
 
* https://wij-leren.nl/dyscalculie-artikel.php
 
* https://wij-leren.nl/dyscalculie-artikel.php
 
* https://balansdigitaal.nl/kennis/wat-is-dyscalculie/
 
* https://balansdigitaal.nl/kennis/wat-is-dyscalculie/
 
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Dyscalculie
 
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Dyscalculie
 
* https://www.devuurtoorn.nl/beelddenken/dyscalculie/
 
* https://www.devuurtoorn.nl/beelddenken/dyscalculie/
* https://www.zobegaafd.nl/dyscalculie-test/#Dyscalculie-test
+
* https://www.zobegaafd.nl/dyscalculie-test/
 
+
* https://youtu.be/fI-Py8l4WoY
== Zie ook: ==
+
* https://youtu.be/uWs-C483Z7c
* [[Cijferblindheid]]
+
* https://impulsenwoortblind.nl/dyscalculie/kenmerken-dyscalculie-volwassenen/
 
 
* [[Dyslexie]] lees stoornis       
 
 
 
* [[Dyspraxie]] stoornis bij het verwerken van informatie         
 
 
 
* [[Acalculie]] het niet meer herkennen van cijfers         
 
 
 
* [[Dysorthografie]] dyslexie met spelling           
 
 
 
* [[Taalontwikkelingstoornis]] moeite met taal                       
 
 
 
* [[Schakel rijbewijs]] moeilijk                                                 
 
 
 
* [[Automaat rijbewijs]] is makkelijker voor hun                                                 
 
  
* [[Dysgrafie]] schrijfstoornis                                                   
+
[[Categorie:Ontwikkelingsstoornis]]
[[Categorie:Ontwikkelingsstoornis|Leerstoornis]]
 
 
[[Categorie:Leerstoornis]]
 
[[Categorie:Leerstoornis]]
 
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep5]]
 
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep5]]
 
[[Categorie:Woordenschat]]
 
[[Categorie:Woordenschat]]
[[Categorie:Neurologische aandoening]]
+
[[Categorie:Aangeboren aandoening]]
[[Categorie:Rekenen]]
+
[[Nl:dyscalculie]]
[[Categorie:Wiskunde]]
 
[[Categorie:Stoornis]]
 
[[Categorie:Leren]]
 
[[Categorie:School]]
 
[[Categorie:Onderwijs]]
 
[[Categorie:Opleiding]]
 

Huidige versie van 20 okt 2025 om 08:28

Esculaap.svg
Gezondheidsklachten?

Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.


Leerstoornissen
Acalculie
(moeite met het herkennen van cijfers)

Dyscalculie
(moeite met rekenen)


Dysgrafie
(moeite met schrijven)


Dyslexie
(moeite met lezen en schrijven)


Dysorthografie
(moeite met spelling)


Dyspraxie
(moeite met het verwerken van informatie)


Taalontwikkelingsstoornis
(moeite met taal)
Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie

Dyscalculie of cijferblindheid is een leerstoornis die te maken heeft met rekenen. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met dyslexie, wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht onderwijs, maar door een onderliggende stoornis.

Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.

Wat is dyscalculie?

Hier zie je de gebieden aangegeven die actief zijn bij rekenen

Dyscalculie is een moeilijk woord, maar het betekent eigenlijk dat je moeite hebt met rekenen. Je hersenen vinden het lastig om met getallen en cijfers om te gaan. Dat betekent niet dat je dom bent. Je hersenen werken gewoon anders dan bij andere kinderen. Sommige kinderen vinden lezen lastig, anderen hebben moeite met schrijven. En bij kinderen met dyscalculie is het rekenen een moeilijk vak. Als je dyscalculie hebt, kun je bijvoorbeeld snel in de war raken als je een som moet oplossen. Het kan zijn dat je de tafels steeds opnieuw moet leren, of dat je moeite hebt met het het snappen hoe laat het is op de klok. Misschien lijkt voor de gene als of iedereen het snapt. Uit onderzoek heeft 2,3 procent van Nederland dyscalculie in verschillende maten.

Het kan best frustrerend zijn als je iets probeert te leren en het lastig blijft. Je oefent hard, maar toch blijven bij kinderen met dyscalculie de sommen verwarrend. Door dat kunnen sommige mensen denken dat je niet goed genoeg je best doet. De hersenen van mensen met dyscalculie verwerken de cijfers op een andere manier. Dat maakt rekenen niet onmogelijk, maar het kost wel meer tijd, oefening en vaak ook andere uitleg dan bij anderen kinderen. Kinderen met dyscalculie kunnen soms verdrietig of boos zijn als ze steeds fouten maken bij rekenen. Dat is normaal. Veel kinderen met dyscalculie voelen zich zo. Het is belangrijk dat ze weten dat het niet hun schuld is en ze niet lui of dom zijn. De hersenen van kinderen met dyscalculie werken eenmaal anders, en dat is prima. Er zijn gelukkig mensen die kinderen met dyscalculie kunnen helpen. Op school kan de juf/meester of een docent extra uitleg geven of sommen op een andere manier uitleggen, kinderen met dyscalculie extra tijd geven voor toetsen of mag je een rekenmachine gebruiken. Er zijn ook speciale leraren die die precies weten hoe ze kinderen met dyscalculie kunnen helpen. En soms zijn er handige trucs of hulpmiddelen zoals een rekenschema of apps die het rekenen makkelijker maken.

Dyscalculie is niet zomaar een label

Soms hoor je mensen zeggen: ik heb dyscalculie , terwijl ze nooit getest zijn of daar geen verklaring van hebben . Maar dyscalculie is niet zomaar een woord voor moeite hebben met rekenen , het is een echte leerstoornis die alleen vast gesteld kan worden door een diagnose . Maar dyscalculie is geen gevoel of bedachte verklaring. Zonder de test weet je niet zeker of echt om dyscalculie gaat. Het is niet verkeerd om het te vermoeden dat je het misschien hebt. Veel mensen merken dat ze rekenen lastig vinden en vragen zich af of er meer aan de hand is. In zo geval kun je beter zeggen, ik denk dat ik misschien dyscalculie heb of ik heb moeite met rekenen. Dat eerlijker en zorgt ervoor dat mensen met officiële diagnose hebben gekregen serieus genomen worden. Dyscalculie betekent vaak dat je jarenlang met obstakels te maken hebt gehad , op school of in het dagelijks leven. Daarvoor zijn soms aanpassingen nodig, zoals extra tijd of anderen ondersteuning. Je kunt niet zomaar tegen iemand zeggen dat die dyscalculie hebt dat kan alleen orthopedagoog of psycholoog die heeft onderzocht of echt zo is. Iemand die kleine foutjes maakt bij rekenen heeft niet gelijk dyscalculie. Als iedereen maar zomaar zegt dat ze dat hebben zonder test , lijkt het alsof het niks voorstelt , terwijl juist iets is waar je mee moet leren leven. Laten we daarom voorzichtig zijn met hoe we over dyscalculie praten . Door het serieus te nemen , helpen we niet alleen de mensen die het echt hebben , maar zorgen we ook dat we eerlijk omgegaan met wat het betekent. Door onterecht te zeggen dat je dyscalculie hebt, bagatelliseert je de ervaring van kinderen die er echt mee leven. Tegelijkertijd als je denkt dat er meer aan de hand is dan alleen slecht zijn in rekenen kun je het beste een test laten doen . Alleen zo krijg je duidelijkheid en eventueel de hulp die nodig hebt. Kortom neemt het serieus , laat je testen als je twijfelt en onthoud iedereen heeft recht op ondersteuning ,maar het begint bij een juiste diagnose.

Naam cijferblindheid

kinderen zonder dyscalculie kunnen op één slag zien hoeveel konijnen het zijn zonder te tellen. Mensen met dyscalculie zien dat niet die gaan eerst opnieuw tellen.

Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.

Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.

Geschiedenis

Dyscalculie

In de vroege 20e eeuw, begonnen artsen en leeraren zich af te vragen waarom sommige kinderen opvallend veel moeite hadden met rekenen. Deze kinderen kon vaak goed meekomen op andere vlakken ze komen bijvoorbeeld goed lezen, praten en dachten helder na en waren nieuwsgierig. Maar zodra er cijfers en sommen aan te pas kwamen raakten ze in de war. In die tijd hadden ze daar nog geen verklaring voor. Het probleem werd vaak verweten aan luiheid, slechte opvoeding of gebrekkige onderwijs. Er bestond simpele weg nog geen taal of begrip om deze rekenen probleem als iets op zichzelf staands te beschrijven. Pas halverwege de 20e eeuw begonnen wetenschappers meer aandacht te besteden aan het brein. In Rusland werkte de beroemde neuropsycholoog Alexander Luria met mensen hersenletsel hadden opgelopen. Hij ontdekte dat schade aan bepaalde hersenendelen vooral aan de linkerkant, kon leiden tot plotseling niet meer kunnen rekenen. Dit noemde hij acalculie. Maar wat Luria en zijn tijdgenoten nog niets wisten, was dat er ook kinderen waren die zonder hersenbeschadiging soortgelijke rekenproblemen hadden vanaf hun geboorte. In de jaren zeventig en tachtig begon het idee te groeien dat sommige kinderen van nature moeite hebben met getallen en rekenvaardigheden. Wetenschappers merkte dat deze kinderen vaak specifieke patroon lieten zien. Ze begrepen de getallenreeks niet en hadden geen gevoel voor eenheden en maakte steeds opnieuw fouten bij het uitvoeren van makkelijker berekeningen zelfs na veel oefenen. En hoewel ze op anderen gebieden normaal tot hoogbegaafd konden zijn, bleef het rekenen moeilijk. Hierdoor ontstond langzaam het idee van ontwikkeling dyscalculie een leerstoornis die alleen gericht is op getallen en met sommen om te gaan. Vanaf de jaren negentig begon de wetenschappers serieus onderzoek te doen naar dyscalculie. Dankzij technologisch ontwikkeling, zoals hersenscan konden onderzoekers in de hersenen kijken terwijl iemand aan het rekenen was. Zo ontdekte ze dat bij mensen met Dyscalculie bepaalde hersenendelen met name het gebied voor rekenen anders werken of minder goed bij rekenopdrachten. Dit gaf een sterk neurologisch basis voor het ontstaan van dyscalculie.

Tegelijkertijd kwam er in het onderwijs steeds meer aandacht voor het feit dat niet alle kinderen op dezelfde manier leren. Net zoals bij dyslexie de bekende leerstoornis begonnen mensen in te zien dat ook rekenproblemen voort kunnen komen uit een aangeboren en hardnekkige leerstoornis en niet uit onwil of gebrek aan inzet. Tegenwoordig wordt dyscalculie erkend als een officiële leerstoornis die net zo veel aandacht verdient als dyslexie of ADHD. Het besef groeit dat mensen met dyscalculie anderen manieren nodig hebben om te leren rekenen meer zien, stap voor stap en met veel herhaling en dat steun nodig hebben om met praktische gevolgen ervan om te gaan zoals moeite met klokkijken en omgaan met geld of plannen. Wat ooit begon als een vage vraag bij verbaasde leraren en ouders, is inmiddels uitgegroeid tot een goed onderbouwd wetenschappelijk begrip

Hoe de hersenen van mensen met dyscalculie werken

Stel je voor dat je hersenen een soort grote ladenkast zijn. Elk laatje in die kast is voor iets anders: een laatje voor taal, een laatje voor tekenen , een laatje voor herinneringen en natuurlijk een laatje voor rekenen. Bij meeste kinderen werkt het laatje voor rekenen soepel. Als de juf vraagt: wat is 3+4?, dan gaat het laatje open, pakt het juiste antwoord( 7) en klaar! Maar bij kinderen met dyscalculie zit dat laatje een beetje vast. Of het zit door elkaar. Misschien liggen er allemaal cijfers door elkaar of je kunt het goede antwoord niet vinden, ook al weet je dat je het al keer hebt geleerd. Soms gaat het laatje helemaal niet open. Dan lijkt het alsof het antwoord is verdwenen ,ook al heb je gisteren nog geoefend! Dit kan best frustrerend zijn als je laatje niet goed werkt, terwijl het bij anderen wel lukt . Het voelt als of je een puzzel aan het maken, maar er missen steeds stukjes of ze passen niet goed.

Puzzel zonder stukjes

Nog een voorbeeld hoe het kan zijn om weten hoe het kan zijn om dyscalculie te hebben:

Stel je voor dat je puzzel maakt van een som. Je hebt bijna alle stukjes gelegd, maar zitten gaten in. Je zit het plaatje van een boom moet worden, maar zonder het laatste stukjes kun je het niet goed afmaken. Rekenen met dyscalculie voelt zo. Je begrijpt vaak wat je moet doen , maar net dat ene stukje bijvoorbeeld de tussenstap of tafeltje Ontbreekt en dat lukt niet . Dus mensen zónder dyscalculie hebben alle stukjes van begin tot eind. Mensen met dyscalculie hebben er maar een paar rest moeten ze gokken.

Doolhof in je hoofd

Rekenen is voor veel kinderen als lopen door een park: Je weet de weg, en als je even twijfelt , helpt een bord je verder met de weg. Maar met dyscalculie voelt het alsof je in een doolhof staat zonder kaart. Elk pad lijkt op elkaar , en je weet niet of je links of rechts moet . Als de juf vraagt los dat verhaaltje op dan voelt je al alsof je al verdwaalt voordat je begint . Dus mensen zonder dyscalculie weten de weg en komt een oplossing. Bij mensen met dyscalculie je loopt rondjes , je raakt in de wat of er komt er geen eind aan.

Brein met weinig internet

Stel je voor je brein is computer . Voor taal , tekenen, en verhalen heb je super goed internet alles super snel. Maar zodra het ober cijfers gaat , begint je brein te haperen . Het radertje blijft draaien. Je weet dat je het ergens hebt geleerd maar je kunt er niet bij. Als je er eenmaal bij kan zijn de andere al klaar. Mensen zonder dyscalculie je denkt meteen 6×5=30 en klaar. Bij mensen met dyscalculie moet je er lang over nadenken of je weet helemaal niet meer.

Klokkijken in geheimen taal

De meeste kinderen kijken naar een klok en weten meteen hoe laat het is . De grote wijzer wijst naar de drie en kleine naar de tien dus het is tien over tien . Maar voor mensen met dyscalculie voelt als of de klok een geheime code gebruikt . Je ziet wel de wijzers , maar je hersens snappen het niet meteen . Soms moet je drie kijken , of durf je het niet te zeggen uit angst het verkeerd te zeggen . Dus met dyscalculie raak je in de war en weet je het soms niet. Zonder dyscalculie weet je het meteen.

Alsof je op een sneltrein wilt springen

In de klas gaan rekenenlessen snel. De juf legt iets uit en hup dat moet je het zelf kunnen. Voor veel kinderen is dat prima zij kunnen makkelijk op die rekentrein trein springen. Maar met dyscalculie voelt het alsof de trein al is vertrokken is voor je goed en snapt wat er gebeurt . Je rent er achteraan , probeert er op te springen maar het lukt niet . Dan voel je dom , terwijl je eigenlijk meer tijd nodig hebt. Dus zonder dyscalculie spring je op de trein en rijst mee . Met dyscalculie de trein rijdt snel weg en jij blijft achter.

Als of je met munten van andere land betaald

In de winkel iets kopen is voor veel kinderen makkelijk Iets kost 1,50 euro je geeft 2 euro dus krijgt 0,50 terug. Maar mensen met dyscalculie voelt het als of je met geld van een andere land moet betalen . Je weet niet welke munt hoeveel waard is . Terugrekenen lukt niet . Je wordt zenuwachtig ook al is iets simpels . Zonder dyscalculie je rekent snel uit wat je moet betalen en terug krijgen . Mensen met dyscalculie je raakt in paniek of moet heel lang nadenken en bent bang om fouten te maken.

Alsof er geen goede rekenwegen aangelegd in je hoofd

In je hersenen worden allema wegen aangelegd om dingen te leren. Als je iets vaak oefent , zoals sommen maken , dan wordt die weg steeds beter en sneller . Voor vee kinderen zijn die rekenwegen goed gebouwd: breed , stevig en makkelijk te vinden . Als ze een som krijgen , racen hun gedachten over de snel weg naar het antwoord. Maar als je dyscalculie hebt zijn die rekenwegen er niet of zijn nog maar half gebouwd. Je moet telkens een hobbelige zandweg nemen, of zelfs nog het pad aanleggen terwijl je het antwoord probeert te vinden. Dat kost veel meer tijd en energie . En soms Kom je helemaal vast te zitten. Dus mensen zonder dyscalculie hebben gladde , snelle weg gebouwd voor rekenen . Alles gaat vlot en snel vanzelf. Mensen met dyscalculie de weg is nog niet af , of ligt vol kuilen . Je moet zelf een omweg vinden elke keer opnieuw.

Kenmerken

In totaal 32,6 gram oranje klei: met behulp van de gouden schaalverdeling moet deze in drie gelijke stukken worden verdeeld. De schaalverdeling geeft alleen aan of twee stukken even zwaar zijn. Afhankelijk van de gekozen strategie hebben kinderen tussen de 10 en bijna 40 minuten nodig om dit doel te bereiken. Dit experiment is erg populair bij leerlingen van de basisschool en later tot en met groep 7.

Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:

  • Moeite met basisrekenfeiten en automatisering:Bijvoorbeeld moeite met het vlot oproepen van antwoorden op eenvoudige optel, aftrek, keer of deelsommen. Of het uithoofd leren van de tafels. Vaak blijven kinderen lang op hun vingers tellen.
  • Problemen met het getalbegrip en inzicht: Moeite met betekenis van getallen, getalstructuren bijvoorbeeld eenheden, tientallen en honderdtallen. En het plaatsen op een getallen lijn, omkeringen van getallen bijvoorbeeld 56 en 65 komen vaak voor.
  • Moeite met rekenprocedures en strategieën: Problemen met volgorde van stappen bij complexe berekeningen bijvoorbeeld cijferen. En het toepassen van aangeleerde rekenkennis bij andere opgave.
  • Ruimtelijk inzicht en oriëntatie: Moeite met links en rechts oriëntatie, klokkijken, lezen van kaarten en het inschatten van lengtes, maten en hoeveelheden. Ook het nabouwen van constructies van blokken kan lastige zijn.
  • Problemen met de rekentaal: Begrijpen en gebruiken van begrippen als meer of minder of evenveel.
  • Zwak werkgeheugen en kortetermijngeheugen: Moeite met het onthouden en verwerken van mondelinge gegeven informatie of tussenuitkomsten bij rekenen.
  • Langzame rekentempo: zelfs bij eenvoudige bewerkingen.
  • Rekenangst en gebrek aan zelfvertrouwen: Door de aanhoudende problemen kunnen faalangst en een negatieve houding ten opzichte van rekenen ontstaan.

Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.

Dyscalculie per levensfase kenmerken

Het getal 328: Kinderen met dyscalculie hebben moeite met het begrijpen van de logica achter het opdelen van zulke getallen in honderdtallen, tientallen en eenheden. Tientallenstaven en honderdtallenplaten

Peuter en kleutertijd (0 tot 4 jaar)

In de eerste levensjaren valt vaak op dat kinderen met dyscalculie weinig gevoel hebben voor hoeveelheden. Waar leeftijdsgenoten al spelenderwijs leren tellen, ritmes klappen of patronen herkennen, gaar moeizaam. Het tellen van blokjes of het begrijpen van begrippen als meer en minder verloopt traag of onnauwkeurig. Ook het onthouden van cijferreeksen of het meedoen met simpele telspelletjes lukt vaak niet vanzelf.

Onderbouw basisschool ( groep 1 en 2 )

Wanneer de school begint met het aanleren van cijfers en basisbegrippen, blijkt dat kinderen met dyscalculie moeite hebben om cijfers te herkennen en te onthouden. Het tellen blijft lastig en wordt vaak onderbroken of onjuist uitgevoerd. Abstracte begrippen zoals groot en klein, voor en na , of lang kort geven verwarring. Ook activiteiten als puzzelen of bouwen kunnen moeilijk zijn, omdat ruimtelijk inzicht vaak achterblijft.

Middenbouw basisschool ( groep 3 tot en met 5)

In deze fase wordt het duidelijker dat het rekenen niet vlot verloopt. Tafels en eenvoudige sommen worden niet geautomatiseerd en blijven veel inspanning kosten. Klokkijken is moeilijk, zowel analoge als digitale klok. Ook het omgaan met geld , bijvoorbeeld bij het teruggeven van wisselgeld ,levert problemen op. Tekens als plus, min , keer en delen worden door elkaar gehaald en verhaaltjessommen zijn vaak lastig omdat het toepassen van rekenen in context niet vanzelf gaat.

Bovenbouw basisschool ( groep 6 tot en met 8)

Wanneer het rekenen ingewikkelde wordt lopen kinderen met dyscalculie vast. Breuken, procenten en kommagetallen zijn moeilijk te begrijpen en lange rekenprocedures blijven foutgevoelig . Het zelfstandig kiezen van een strategie lukt vaak niet, waardoor gokken of eindeloos proberen de enige uitweg lijkt. Hierdoor kan veel onzekerheid en faalangst onstaan. Rekentoetsen worden vermeden en de frustratie kan leiden tot spanning of gedragsproblemen.

Voortgezet onderwijs

Op de middelbare school wordt het verschil duidelijker zichtbaar. Algebra, vergelijkingen en abstract wiskunde zijn nauwelijks te volgen. Ook natuurkunde, scheikunde en economie leveren moeilijkheden op, omdat daar veel met grafieken, tabellen en formules gewerkt wordt. Tijdens toetsen kost het verwerken van rekenwerk zoveel tijd dat leerlingen onder grote druk komen te staan. In het dagelijks leven onstaan problemen met navigeren en het inschatten van afstanden of reistijden . Vaak kiezen leerlingen bewust een profiel zonder exacte vakken om verder problemen te voorkomen.

MBO, HBO en universiteit

In vervolgopleidingen blijven rekenproblemen doorwerken. Vooral vakken als statistiek, kansberekening en data-analyse zijn struikelblokken. Het interperteren van tabellen en cijfers verloopt moeizaam en tijdsdruk tijdens tentamens speelt opnieuw een rol. Veel studenten vermijden opleidingen waar veel wiskunde of berekeningen nodig zijn. Tegelijkertijd ontwikkelen ze vaak creatieve manieren om te compenseren, zoals werken met schema's, kleurcodes en rekenhulpmiddelen .

Volwassen leven

Dyscalculie blijft ook in het volwassen leven merkbaar. Het plannen en beheren van financiën, zoals budgetteren of belastingzaken regelen , vraagt veel energie en leidt vaak tot fouten. Ook allerdaagse berekeningen, zoals het uitrekenen van kortingen , het aanpassen van recepten of het inschatten van maten en afstanden, zijn lastig. Tijd inschatten en plannen blijven zwakke punten, waardoor afspraken en reistijden vaak verkeerd worden beoordeeld. Veel volwassenen vermijden situaties waarin rekenen centraal staat, maar ontwikkelen ook een sterke afhankelijkheid van hulpmiddelen zoals rekenenmachines en apps. Ondanks de blijvende rekenproblemen bouwen velen een eigen manier van omgaan met cijfers op en benutten zij juist hun sterke kanten in taal , creativiteit of sociaal inzicht.

Vormen van dyscalculie

weet jij het antwoord? Mensen met dyscalculie zien kleine sommen net zo

Geen kind met dyscalculie is hetzelfde. Dat maakt het een lastige leerstoornis. Maar een psycholoog of/en een orthopedagoog maken een verdeling tussen kinderen met lichte, milde of zware vormen van dyscalculie.

Lichte vorm

Dit kun je voorstellen als iemand die over het algemeen best mee kan komen in de klas, maar met rekenen steeds net iets achterloopt. Het kind snapt de basisvaardigheden meestal wel, maar doet er wat langer over. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat het even moet nadenken over wat 6×7 is, of dat het bij het klok kijken een moment twijfelt of het nou kwart voor 4 is nou 3.45 uur is of anders. Als de juf iets uitlegt in de rekenles, begrijpt het kind het vaak pas nadat het nog eens even rustig is uitgelegd. Het heeft dus wat meer tijd nodig, maar met meer steun komt het er wel. Buiten de klas merk je misschien weinig van. Het kind red zich prima met geld in de winkel of bij het afspreken van een tijd. Soms is er eat frustratie, maar het vertrouwen blijft intact.

Milde vorm

Bij een milde of matige vorm van dyscalculie wordt het anders. Hier zie je dat het rekenen een duidelijke worsteling is. Het kind moet bij elke som opnieuw nadenken hoe het ook al weer moet, rekent zelden iets uit zonder fouten. De tafels blijven niet hangen, zelfs na weken oefenen. Het verward makkelijk optellen en aftrekken en raakt in de war bij opdrachten als je 5 euro hebt en je koopt iets van 3,20 hoeveel krijg je dan terug ? In de klas is het rekenniveau duidelijk lager dan leeftijdsgenoten. Het kind wordt vaak onzeker, gaat rekenen vermijden en voelt zich vaak dom als er weer een fout wordt gemaakt. Thuis zie dat moeite heeft met alledaagse dingen waar cijfers in zitten. De juiste tijden weg gaan, snappen hoeveel minuten iets duurt of met geld omgaan. Met wat extra hulp lukt er wel wat. Maar het blijft steeds moeite houden.

Zware of diepe vorm

Een zware of diepe vorm dyscalculie heeft zware impact op het kind. Kinderen of jongeren met deze vorm worstelen niet alleen met rekenregels, maar begrijpen vaak het hele idee van getallen en hoeveelheden niet goed. Ze kunnen bijvoorbeeld niet inschatten of 36 groter is dan 63, en weten ook na jaren oefenen niet zeker hoeveel 3+4 is. Klokkijken lukt niet, zelfs niet met een digitale klok. Geldsommen zijn verwarrend en tijdsbesef zoals wat een halfuur betekent ontbreekt vaak. In de klas kunnen ze in de stress raken zodra ze een rekenboek wordt uitgedeeld. Zelfs simpele sommen leveren stress of paniek op. Deze kinderen hebben moeite om grip te krijgen op iets wat voor anderen van zelfsprekend lijkt. Hun vertrouwen in hun zelf is meestal beschadigd en voelen zich dom, ook al zijn ze op anderen gebieden heel slim. De rekenproblemen beperken hun ook buiten school zoals zelfstandig reizen, boodschappen doen of een agenda bijhouden zijn allemaal lastig, omdat getallen daarin een rol spelen.

Dyscalculie en gewoon moeite met reken

Het getal 9: Kinderen met dyscalculie hebben de neiging om getallen niet te clusteren. Ze herkennen de 9 meestal niet meteen, maar tellen liever alle dobbelstenen.

Moeite hebben met rekenen betekent niet gelijk dat je dyscalculie hebt. Veel mensen vinden rekenen moeilijk, soms omdat ze minder geoefend hebben, of omdat de uitleg niet goed aansloot of omdat ze onzeker raken bij toetsen. Vaak helpt extra oefenen of een andere manier van uitleggen om vooruitgang te boeken. Bij dyscalculie lig dat iets anders: daar gaat het om een leerstoornis waarbij hardnekkige rekenproblemen en blijvende zijn. Zelfs na veel oefeningen en intensieve begeleiding blijven basisvaardigheden zoals getalbegrip, tafels automatiseren of het volgen van rekenstappen moeilijk . Het verschil zit hem dus vooral in de hardnekkigheid en blijvende aard van de problemen.

Heb je gelijk dyscalculie als je een 1 hebt voor rekenentoetsen?

Een onvoldoende of zelfs een 1 voor een rekentoets hoeft niet te betekenen dat je dyscalculie hebt. Soms ligt stress, onvoldoende voorbereiding of gewoon pech op dat moment. Bij dyscalculie gaat het niet alleen om één toets, maar om hardnekkige en terugkerende rekenproblemen, ook als veel geoefend hebt en goede begeleiding krijgt. Het verschil zit dus in of het eenmalig tegenvaller is, of iets wat steeds weer terug komt en niet verbeterd.

Hulpmiddelen

De leermiddelen op basis van eenheidskubussen blijken zeer effectief te zijn bij het werken met kinderen met dyscalculie.

Mensen met dyscalculie hebben vaak recht op speciale hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen worden vaak gebruikt bij toetsen en examens voor vakken waarbij veel rekenen nodig is. Voorbeelden zijn wiskunde, economie, scheikunde, maar ook aardrijkskunde of biologie. Deze hulpmiddelen zorgen ervoor dat mensen met dyscalculie een eerlijke kans krijgen. Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn:

  • Het gebruik van een rekenmachine
  • Het gebruik van een deel- of tafelkaart.
  • Het gebruik van een opzoekboekje.
  • Het gebruik van een cijferblad, waarop alle cijfers en getallen staan op volgorde.
  • Extra tijd bij het maken van rekenopdrachten.
  • Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.

Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de rekentoets moeten maken, krijgen zij de rekentoets 2ER/3ER. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.

Diagnose dyscalculie

Het getal 19: Kinderen met dyscalculie hebben veel tijd nodig om het samenspel van enen en tientallen te begrijpen.

De diagnose dyscalculie wordt gesteld door een gespecialiseerde orthopedagoog of psycholoog. Er is geen simpele test of hersenonderzoek. De diagnose wordt gesteld op basis van:

  • Ernst van het probleem: De rekenproblemen zijn zeer ernstige en wijken af van wat er verwacht wordt op een bepaalde leeftijd en ontwikkeling.
  • Hardnekkigheid: De rekenproblemen blijven bestaan ondanks langdurig en intensieve begeleiding en extra oefening.
  • Uitsluiten van anderen oorzaken: Er wordt gekeken of de problemen niet verklaren zijn door bijvoorbeeld een lage intelligentie, gehoor of gezichtsproblemen of gebrek aan onderwijs.

Een diagnose kan pas gesteld worden vaak na de tweede helft van groep 4 of begin groep 5. Omdat dan pas duidelijk wordt dat de problemen hardnekkigheid zijn ondanks voldoende instructie en oefening. Een diagnose moet wel gesteld zijn voor dat het kind naar het mbo, hbo of universiteit gaat, want na die tijd is moeilijk terug te halen of het niet door gebrek aan rekenonderwijs komt de rekenproblemen. Een dyscalculieverklaring is onbeperkt geldig. En kan recht geven op aanpassingen in het onderwijs, zoals extra tijd bij toetsen en examens of het gebruik van hulpmiddelen.

Begeleiding

Kinderen met dyscalculie hebben veel tijd nodig om het samenspel van enen en tientallen te begrijpen.

Begeleiders van mensen met dyscalculie of leerkrachten moeten vaak rekening houden met dyscalculie. Daarom is het belangrijk dat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Begeleiders en leerkrachten kunnen verschillende zaken doen, zoals extra en persoonlijke uitleg geven. Ook kunnen ze bepaalde oefeningen eerst samen maken en daarna zelfstandig doen. Meestal wordt gefocust op één manier van uitleggen, zodat er geen verwarring ontstaat en wordt direct feedback gegeven.

Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.

Omgaan met dyscalculie omgeving

Het getal 44: Kinderen met dyscalculie herkennen alleen het verschil tussen de twee vieren in het diagram.

Dyscalculie betekent dat iemand veel moeite heeft met rekenen en getallen. Tafels onthouden, klokkijken, sommen maken of cijfers goed lezen kan lastig zijn. Het is niet omdat iemand minder slim is: kinderen en volwassenen met dyscalculie hebben gewoon een andere soort hulp nodig bij rekenen.

  • Thuis kunnen ouders helpen door geduldig uit te leggen en samen stap voor stap te oefenen. Het gebruiken van spelletjes, kleuren of materiaal zoals blokjes kan rekenen leuker en duidelijker maken.
  • Op school is het belangrijk dat leerkrachten begrijpen dat rekenen extra tijd kost. Hulpmiddelen zoals een tafelkaart, rekenmachine of een duidelijke stappenplannen kan helpen. Het gaat erom dat de leerling de som begrijpt, ook als wat langzamer gaat.
  • Op het werk helpt het als collega's en leidinggevenden weten dat iemand moeite heeft met cijfers. Hulpmiddelen zoals rekenenmachines, apps of duidelijker afspraken zorgen ervoor dat iemand net goed mee kan komen.

Goed om te weten

Iets in drie gelijke delen verdelen is hetzelfde als iets in drie gelijke delen verdelen. De vorm maakt niet uit. Hier wordt een appel met een keukenmes in drieën gesneden. Iets op het oog in drieën kunnen delen is een goede basis voor het begrijpen van de wiskundige principes.

Wat goed om te weten is: je bent niet de enige. Heel veel kinderen in Nederland en de rest van de wereld hebben dyscalculie. Net als jij kunnen zij ook heel goed zijn in anderen dingen. Misschien ben jij heel creatief, kun je goed tekenen, ben je grappig of een fijne vriend of vriendin voor anderen. Iedereen heeft zijn eigen talenten, ook al zijn die niet altijd zichtbaar in een rekenboek. Als je dyscalculie hebt, leer je misschien anders, maar je kunt nog steeds heel veel bereiken. Met geduld, hulp en vertrouwen kom je een heel eind. En het allerbelangrijkste van alles: geef niet op, je bent goed zoals je bent.

Oefening om te ervaren

Om te snappen hoe het kan voelen om dyscalculie te hebben, kun je deze korte oefening zelf proberen. Pak een pen een papier of potlood en schrijf de cijfers 1 tot 10 door elkaar op. Denk bijvoorbeeld aan deze volgorde 7, 3, 9, 1, 5, 2, 8, 4, 10 en 6 op. Nu komt de uitdaging probeer zo snel mogelijk alle even getallen zoals 2,4 en 6 te om cirkelen en allen oneven getallen te onderstrepen. Als je klaar bent probeer dan de getallen hardop op te zeggen in de volgorde 1 tot en met 10.

Wat merkte je?

Hoe voelde dit voor jou? Was het lastig om snel alle oneven getallen te vinden? Duurde het langer dan je dacht om alles zo snel mogelijk op te noemen? Voor iemand met dyscalculie kan het vinden en sorteren van getallen veel moeite kosten, zelfs bij makkelijker sommen. Het is alsof de getallen niet meer pakken of door elkaar heen staan. Ze moeten dus steeds extra stappen zetten in hun hoofd. Het is alsof je veters moet strikken met je ogen dicht, het kan wel maar het gaat moeizamer. Dit laat zien dat iedereen op zijn eigen manier leert. En dat extra hulp voor mensen dyscalculie heel normaal is.

Dyscalculie en autorijden

Mensen met dyscalculie hebben moeite met leren en begrijpen van cijfers en getallen. Dit kan soms invloed hebben op het leren auto rijden. Zo kan het inschatten van afstanden snelheden lastig zijn, bijvoorbeeld bij het invoegen in het verkeer of bepalen van een veilige volgafstand . Ook routeplanning en get onthouden van routes kan moeilijker zijn, vooral als het lezen van kaarten erbij komt kijken. Snel verkeersborden met getallen, zoals snelheid of afstanden herkennen kan extra aandacht vragen. Daarnaast vraagt autorijden dat snel berekeningen maakt tijdens het rijden ,bijvoorbeeld om te bepalen hoe ver je van te voren moet remmen, en dat kan onder stress lastig zijn. Schakelen met een handgeschakeld auto kan extra uitdagend zijn. Je moet weten welke versnelling bij welke snelheid past en tegelijkertijd je voet en voet goed coördineren terwijl je op het verkeer let. Voor veel mensen wordt schakelen een automatische handeling, maar iemand met dyscalculie moet soms eerst bewust nadenken over de juiste versnelling. Door veel te oefenen, bijvoorbeeld eerst op een rustige terrein en met een vaste versnellingkaart in gedachten, kan schakelen uiteindelijk goed automatiseren . Een andere optie is auto rijden met automatische versnellingsbak. Hierbij hoef je niet zelf te schakelen, wat het rijden vaak makkelijker en minder stressvol maakt. Veel mensen met dyscalculie vinden dit prettig, omdat ze zich dan volledig op het verkeer kunnen concentreren zonder dat ze steeds moeten nadenken over de versnelling. Over het algemeen kunnen mensen met dyscalculie prima leren autorijden, maar ze hebben soms extra oefening nodig bij bepaalde vaardigheden, en een automatische auto kan een handige oplossing zijn.

Erfelijkheid/aangeboren

Hersenen van mensen met dyscalculie

Dyscalculie is iets wat te maken heeft met moeite hebben met rekenen. Sommige kinderen met dyscalculie vinden het bijvoorbeeld lastig om sommen te begrijpen, klok te kijken of tafels te onthouden. Wetenschappers denken dat dyscalculie aangeboren is. Dat betekent dat je er mee geboren wordt. Het is dus niet iets wat je krijgt doordat je niet goed oefent of niet genoeg je best doet. Dyscalculie kan erfelijk zijn. Dat betekent dat het in je familie kan zitten. Als bijvoorbeeld je vader, moeder of iemand anders in je familie ook moeite heeft met rekenen, is er een kans dat jij dat ook hebt. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Iedereen is anders, en dat is helemaal oke. Kinderen met dyscalculie kunnen heel slim zijn, alleen werkt hun brein een beetje anders bij rekenen. Met hulp en oefeningen kun je toch veel leren.

Bekende mensen met dyscalculie

Er zijn een aantal bekende mensen met dyscalculie. Voorbeelden zijn:

Weetje

Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.

Links voor extra informatie

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Dyscalculie&oldid=981778"