Amerikaans-Engels
Het Amerikaans-Engels (American English of U.S. English) is een variëteit (een vorm) van het Engels. Het Amerikaans-Engels wordt voornamelijk in de Verenigde Staten gesproken. Wereldwijd is het Amerikaans-Engels een van de twee belangrijke variëteiten van Engels samen met het Brits-Engels.
Tussen het Amerikaans- en Brits-Engels zitten aardig wat verschillen op het gebied van spelling, woordenschat en uitspraak. Zo wordt het woord kleur in het Amerikaans-Engels geschreven als color en in het Brits-Engels als colour. Ondanks de verschillen kunnen sprekers van beide variëteiten elkaar (meestal) goed verstaan. Het is vergelijkbaar met het verschil tussen het Vlaams en het Standaardnederlands.
In principe zijn beide vormen goed. Het Amerikaans-Engels wordt vandaag de dag internationaal meer gebruikt, vooral in de economie, entertainment en toerisme. Desondanks is het Brits-Engels iets "chiquer".
Geschiedenis
Het Amerikaans-Engels ontstond uit het Brits-Engels. De eerste kolonisten spraken ook Brits-Engels. Zij kwamen in de 16e en 17e eeuw naar de Verenigde Staten en stichtten verschillende koloniën. De kolonisten kwamen uit verschillende dialectgebieden in Groot-Brittannië en Ierland. Deze gebieden zijn normaal gescheiden van elkaar, maar in de Verenigde Staten werden sprekers gemixt. Hierdoor begonnen de dialecten ook te mixen. Het Amerikaans-Engels heeft hierdoor minder verschillen dan het Brits-Engels. Desondanks ontstonden in de Verenigde Staten later wel dialecten. Het Amerikaans-Engels in Californië klinkt bijvoorbeeld anders dan het Amerikaans-Engels in New York City. Deze dialecten doken op in de 18e eeuw.
Oorspronkelijk gebruikte het Amerikaans-Engels dezelfde spelling als het Brits-Engels. Toch konden weinig mensen lezen en schrijven in die tijd. In 1828 publiceerde Noah Webster zijn woordenboek An American Dictionary of the English Language. Dat was de voorloper van de Merriam-Webster, een van de belangrijkste woordenboeken in de Engelse taal. Webster vereenvoudigde de spelling van sommige woorden wat. Hierdoor ontstond de Amerikaanse spelling en die werd later op school onderwezen. Amerikanen gebruikten ook de Amerikaanse spelling om afstand te nemen tot de Britten. De Verenigde Staten zijn immers een voormalige Britse kolonie.
Het Amerikaans-Engels is tegenwoordig een van de twee internationale standaarden voor het Engels. De andere standaard is het Brits-Engels.